|
|
|
|
Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4180100051 | Labcluster Klinische Biologie 3 | 12 |
4180100062 | Validatie | 5 |
4180100066 | Werkveldoriëntatie 3MLT | 6 |
4180100070 | Stage en eindwerk MLT | 23 |
4180100073 | Bacteriologie en serologie | 4 |
4180100085 | Hematologie 3 | 4 |
4180100087 | Immunopathologie | 3 |
4180100090 | Integratieve eindproef | 3 |
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Labcluster Klinische Biologie 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100051 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 1 | Contacturen: | 95 | Aantal studiepunten: | 12 | Totaal studietijd: | 312 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voor het facet 'Hematologie' Onderverdeeld in 2 delen: Immunohemato (bloedgroepen, kruisproeven en de mogelijke problemen en hun oplossingen) Cytologie: tellen van normale en abnormale formules en beoordelen van het bloedbeeld
Voor het facet ' Bacteriologie en serologie' verwerken van medische bacteriologische stalen (herkennen van eventuele commensale flora, identificeren van pathogene bacteriën, uitvoeren en interpreteren van een antibiogram). Uitvoeren en interpreteren van serologische testen ( het zoeken naar antigenen en/of antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten)
Voor het facet 'Parasitologie' Parasitologie geeft een overzicht van de eencelligen en wormen die pathogeen zijn voor mensen. Door de kennis van de kenmerken en de levenscyclus van deze parasieten komt men tot de meest aangewezen diagnosetechnieken teneinde de aanwezige parasiet te identificeren
Voor het facet 'Mycologie' Kennis en overzicht van de verschillende fungische aandoeningen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- BL04 Gaat constructief om met kritiek.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL20 Houdt rekening met inbreng van collega's.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL36 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken.
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
- BL58 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen.
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Voor het facet ' Hematologie' bepaalt bloedgroepen voert kruisproeven uit
Voor het facet 'Bacteriologie en serologie' verwerkt medische bacteriologische stalen: herkent eventuele commensale flora, zoekt pathogene bacteriën op en identificeert deze. voert een antibiogram uit en interpreteert het resultaat. voert serologische testen uit en interpeteert het resultaat : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten.
Voor het facet 'Parasitologie' de kennis van de kenmerken en de levenscycli van de voornaamste parasieten van de mens beheersen de kennis van de verschillende diagnosetechnieken beheersen om de aanwezige parasiet te identificeren
Voor het facet 'Mycologie' kennis en overzicht van de verschillende fungische aandoeningen laboratoriumtechnieken voor onderzoek van klinische stalen in het mycologisch laboratorium
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en moet je ook inschrijven vr Hematologie 3, Bacteriologie en serologie
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Voor het facet 'Hematologie' Bepalen van bloedgroepen, ondergroepen. Kruisproeven. Leucocytendifferentiatie van normale en pathologische stalen..
Voor het facet 'Bacteriologie en Serologie' Bepalen van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema. Volgende stalen worden besproken : urines, faeces, sputum en keel, etter en HK. Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties.
Voor het facet ' Parasitologie'
algemene informatie over de parasiet en zijn omgeving, begrippen epidemiologie, nomenclatuur, ziekteprocessen, diagnose, controle en preventie, historiek flagellaire parasitaire protozoa van het verteringskanaal, de urogenitale wegen, bloed en weefsels amoeben van het verteringskanaal en pathogene vrijlevende amoeben coccidia, microsporidia, piroplasmen en gecilieerde protozoa malaria-parasieten platworminfecties, trematoden en schistosomen amphistomate en distomate 'botten' lintwormen aphasmide nematoden, rhabditiden en strongyliden oxyuroidea, ascaridoidea en spirurida filariae insecten van medisch belang: luizen, kakkerlakken, wantsen, diptera en vlooi Voor het facet ' Mycologie' noties van fungische systematiek toegespitst naar pathogene schimmels morfologie van anamorfe en teleomorfe vormen mycetisme overzicht, case-report mycotoxicose o.a. aflatoxines fungische allergie oppervlakkige mycosen - o.a. dermatofieten subcutane mycosen diepe inheemse mycosen Aspergillose - Cryptococcose diepe candidose - zygomycose - Pneumocystis jiroveci diepe uitheemse mycosen: histoplasmose - blastomycose - coccidioidomycose - paracoccidioidomycose - penicilliose
|
STUDIEMATERIAAL
|
Voor het facet 'Hematologie' cursus actuele websites atlas (cfr. practicum) boeken en tijdschriften medische stalen microscopen,..
Voor het facet 'Bacteriologie en Serologie' Medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen : deel 1 en 2 (ACCO Leuven) : niet verplicht Cursus microbiologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool Cursus virologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool Nota’s practicum – auteur: Patricia Winnen – Plantijn Hogeschool Medische stalen
Voor het facet 'Parasitologie' microscopische preparaten vers faecesmateriaal met wormeieren geconserveerde volwassen wormen wetenschappelijke artikels en fotomateriaal cursus parasitologie : A Feyens Voor het facet 'Mycologie' microscopische preparaten van schimmelkulturen schimmelstammen voor kultuur en identificatie klinische stalen van oppervlakkige mycosen histologische preparaten subcutane en diepe mycosen cursus medische mycologie - Frans Paulussen verschillende atlassen - referentiewerken mycologie
wetenschappelijke artikels - case reports- review artikels
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
70
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Voor het facet 'microbiologie' en 'hematologie: praktijk en oefeningen
Voor het facet ' parasitologie' en 'mycologie': hoor- en werkcolleges gecombineerd met practicum en oefeningen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 50% |
Voor het facet' Microbiologie' en 'Hematologie'
- Permanente evaluatie tijdens het practicum (30%)
1. permanente evaluatie van lab-opdrachten, 2. korte toetsen over parate kennis en vraagstukken, 3. controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht, 4. controle op het correct gebruik van het labschrift.
- Verslagen (30%)
- Schriftelijke toets INT (40%)
Voor het facet' Parasitologie' permanente evaluatie van de praktijksessies (30%) schriftelijk examen (70%) Voor het facet ' Mycologie' evaluatie van de praktijksessie : aanwezigheid, houding en werkverslagen (50%) schriftelijk examen (50%)
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: 1. afwezigheid 2. niet uitvoeren van de opgelegde taken 3. niet afgeven van de gevraagde opdrachten 4. niet verwerven van de vooropgestelde competenties Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Enkel het INT- schriftelijk examen
- De overige verworven punten 1° examenperiode blijven behouden
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
weging van de facetten:
- microbiologie 40%
- hematologie 17%
- parasitologie 20%
- mycologie 23%
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Validatie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100062 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 1 | Contacturen: | 52 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Facet Toegepaste statistiek: Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ. De statistiek uit de vorige cursussen wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, invloed van biologische variatie op de analyseresultaten) en de externe (interlabstudies) controlemetingen. Facet Instrumentele analyse III: De reeds aangeleerde technieken van instrumentele analyse van jaar 1 en 2 gaan hand in hand met de statistiek van jaar 1 en 2.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL05 Leert uit zijn fouten.
- BL08 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie.
- BL09 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor de wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën.
- BL13 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL19 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren.
- BL20 Houdt rekening met inbreng van collega's.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
- BL24 Zorgt voor een goede werksfeer.
- BL25 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen.
- BL26 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL27 Benoemt de kern van het probleem.
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- BL33 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL36 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken.
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL38 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal.
- BL39 Brengt structuur in ideeën.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- BL43 Vangt onverwachte wendingen op.
- BL44 Organiseert verschillende taken tegelijkertijd.
- BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- BL51 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken.
- BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Facet Toegepaste statistiek:
- kiest voor een probleem de meest geschikte statistische techniek en voert deze techniek concreet uit: stelt een proefopzet op, voert de nodige experimenten uit, verwerkt de meetresultaten en interpreteert het resultaat,
- voert een methodevalidatie uit: stelt een proefschema op in functie van de validatieparameters, voert de nodige experimenten uit, voert de statistische bewijsvoering uit en interpreteert van het resultaat ,
- kent de invloed van biologische variatie op de kwaliteitszorg in een biomedisch lab: referentiewaarden, ROC-curve, RCV,
- begrijpt de principes achter een probit-analyse,
- zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels),
- kent de basisprincipes van kwaliteitszorg ,
- berekent en interpreteert capabiliteitsindexen (six sigma) ,
- kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteert de rapportering.
Facet Instrumentele analyse III :
beheerst de basistheorie van instrumentele analyse BL(I en II), kent de verschillen tussen alle aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied, kent het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal voor alle aangeleerde technieken, kent de verschillende bepalingsmethoden, gebruikt de toegepaste statistiek daar waar nodig, kan een methodevalidatie en een instrumentvalidatie uitvoeren.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en vr Statistiek, Instrumentele analyse 2MLT, Labcluster instrumentele analyse 2MLT
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Facet Toegepaste statistiek: 1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid) b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma c. controlekaarten (met leesregels) 2. Interne QC in een biomedische lab a. invloed biologische variatie op de totale meetfout b. referentiewaarden en ROC-curve c. stabiliteit d. probit-analyse 3. externe QC (interlab) a. Youdenplot b. zaagtandplot c. PomPlot
Facet Instrumentele analyse III : 1. Bepalingsmethoden instrumentele analyse 2. Methodevalidatie - praktische toepassing 3. Instrumentvalidatie- praktische toepassing
| |
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Facet Toegespaste statistiek:
- hoofdstukken 16 tem 19 uit de cursus “toegepaste statistiek” –
auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
- “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de & 3de jaar) –
auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
- wetenschappelijke artikels (thematische EDU-map ‘statistiek’)
- rekenmachine
- www.westgard.com
Aanvullend in de bib:
- ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000
- ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
Facet Instrumentele analyse III:
- Theorie nota's 1BL 2BL Instrumentele analyse van Reyniers K.
- Bb platform Validatie
- e-campus extra nota's in map 3MLT\Validatie\ Instrumentele anlyse III
- bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
31
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
61
|
%
|
Verdere toelichting:
Facet Toegepaste statistiek:
HO: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld ZW: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel). feedback van de lector tijdens de colleges of via mail. Facet Instrumentele analyse III:
PR: toepassingen ZW: CZE
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 40% |
Facet toegepaste statistiek Integratieve toets · open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen · gebruik van een rekenmachine is toegelaten Samenstelling van de vragen : - hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities) - minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden) Facet Instrumentele analyse III
- Permanente evaluatie (groepswerk) tijdens het practicum (20%)
1. permanente evaluatie van lab-opdrachten 2. controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht. 3. controle op het correct gebruik van het labschrift
- Verslagen (20%)
- Testen (20%)
- Schriftelijke toets INT (40%)
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: 1. afwezigheid 2. niet uitvoeren van de opgelegde taken 3. niet afgeven van de gevraagde opdrachten 4. niet verwerven van de vooropgestelde competenties Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 40% |
- Enkel het INT- schriftelijk examen (40%)
- De overige verworven punten 1° examenperiode blijven behouden (60%)
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
Toegepaste statistiek Instrumentele analyse III
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Werkveldoriëntatie 3MLT |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100066 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | niet mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Anne-Marie Feyens |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voor het facet ' geïntegreerd lab'
In het geïntegreerd lab komen verschillende deelgebieden van het klinisch of medisch laboratorium aan bod: biochemie, hematologie, bacteriologie en serologie. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden aan de hand van verschillende casussen in praktijk gebracht in een “virtueel lab”. De kritische evaluatie van de verkregen analyseresultaten en theoretische zoekopdrachten bereiden de student voor om te werken in een medisch lab.
Voor het facet ' kijkstage'
De kijkstage heeft als doel klinisch laboranten, buiten de klassieke gebieden in een klinisch lab, kennis te laten maken met het steeds breder wordende veld van diagnostiek tot en met het op diagnostiek gerichte onderzoek. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op immunologie, oncologie, moleculaire biologie en neurowetenschappen. De soms zeer geavanceerde technieken zijn per specialisatie in een bepaald laboratorium (unit) onderverdeeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- BL07 Blijft onder druk planmatig werken.
- BL08 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie.
- BL09 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor de wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën.
- BL10 Staat open voor alternatieve methoden en werkwijzen.
- BL12 Handelt volgens de geldende ethische normen.
- BL13 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL19 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren.
- BL20 Houdt rekening met inbreng van collega's.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
- BL24 Zorgt voor een goede werksfeer.
- BL25 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen.
- BL26 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- BL33 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL38 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal.
- BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- BL43 Vangt onverwachte wendingen op.
- BL44 Organiseert verschillende taken tegelijkertijd.
- BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- BL51 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken.
- BL52 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen.
- BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
- BL54 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
- BL55 Meldt spontaan mogelijke veiligheidsrisico's.
- BL57 Beschermt gevoelige informatie van de organisatie (school, bedrijf, lab) naar de buitenwereld.
- BL58 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen.
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL62 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Voor het facet ' geïntegreerd lab' bezit goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden bezit goede kennis van de principes van de methoden en technieken bezit goede kennis van de pré- en analytische noden bezit goede kennis van referentiewaarden bezit goede kennis van validatie van resultaten bezit voldoende informaticavaardigheden bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel maakt een efficiënte planning en tijdsindeling voor de uit te voeren analyses bepaalt nauwkeurig biochemische, hematologische, bacteriologische en serologische parameters verwerkt de resultaten statistisch stelt een protocol op met referentiewaarden rekening houdend met leeftijd en geslacht stelt een praktijkjournaal (logboek) op dat voldoet aan de eisen die beschreven staan in digitaal handboek rapportagetechnieken volgt veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet handelt ethisch onderbouwd verantwoordelijk Voor het facet 'kijkstage '
Vooraf: Neemt initiatief, en volgt de opgelegde timing: · zoekt, in de periode einde semester 4 – begin semester 5 een kijkstageplaats, · neemt persoonlijk contact op met de verantwoordelijke van de mogelijke kijkstageplaats, · maakt alle afspraken ivm de mogelijke kijkstage tijdens week 7 van semester 5, · bezorgt de contactgegevens ivm de kijkstage aan de verantwoordelijke lector. Tijdens de kijkstage: Staat open voor de nieuwe technieken Maakt een overzichtelijk verslag van het verloop van de stageweek Geeft adhv een ppt een kort overzicht van de nieuwe technieken. | | |
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 2 MLT en moet je ook inschrijven vr Hematologie 3, Bacteriologie en serologie, Immunopathologie, Validatie, Labcluster klinische biologie 3
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Voor het facet 'kijkstage ' Tijdens de week kijkstage kan de student met geavanceerde technieken kennismaken en krijgt hij/zij inzicht in de organisatie van onderzoekslaboratoria. Er is ruimte om zijn/haar kennis te verbreden en verdiepen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
uitgeschreven casussen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
96
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Voor het facet ' geïntegreerd lab' We evalueren een project op twee niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct , de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche. 2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
Evaluatie van de praktijksessie: Deze is inhoudsgericht, groepscriteria zijn niet van toepassing aangezien de studenten per 2 werken.
- Labwerk / 20
· aanwezigheid · permanente evaluatie van praktische vaardigheden · volgen van veiligheids- en afvalverwerkingsregels
- Groepswerk: /20
- controle praktijkjournaal (logboek) / 10
- opmaak van een protocol met referentiewaarden / 20
- presentatie in PP / 35
- mondelinge verdediging van de casus / 35
De punten van het labwerk en het groepswerk worden samengeteld en herleid naar 20. Dit wordt de groepsscore genoemd.
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore x individuele score
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: · afwezigheid · niet uitvoeren van de opgelegde taken · niet afgeven van de gevraagde opdrachten · niet verwerven van de vooropgestelde competenties Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
' Voor het facet kijkstage '
evaluatie aanbrengen van kijkstageplaats (35% van de punten) criteria - omgaan met richtlijnen op e-campus en respecteren van timing / 5 - uitschrijven van motivatie keuze stageplaats / 30
middelen - invuldocument (vanaf einde semester 4) - verslag motivatie van keuze kijkstageplaats (begin semester 5)
ppt kijkstage (65% van de punten)
Conform het artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling "Fail" (code "F") toegekend worden volgens onderstaande criteria : - afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
In tweede zittijd wordt een vervangopdracht opgelegd. Er is geen overdracht van punten eerste zittijd.
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
weging
- 65% geïntegreerd lab
- 35% kijkstage
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Stage en eindwerk MLT |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100070 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 23 | Totaal studietijd: | 598 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | niet mogelijk | Vrijstelling: | niet mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De stage heeft tot doel de student praktijkervaring te laten opdoen in een reële laboratoriumomgeving. De stagiair wordt tewerkgesteld in een medisch laboratorium. Hij dient de kans te krijgen zich verder vertrouwd te maken met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo-technieken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- BL04 Gaat constructief om met kritiek.
- BL05 Leert uit zijn fouten.
- BL06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- BL07 Blijft onder druk planmatig werken.
- BL08 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie.
- BL09 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor de wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën.
- BL11 Steekt spontaan "een tandje bij" bij verhoogde werkdruk.
- BL12 Handelt volgens de geldende ethische normen.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL20 Houdt rekening met inbreng van collega's.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
- BL23 Respecteert de eigenheid van anderen.
- BL24 Zorgt voor een goede werksfeer.
- BL25 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL27 Benoemt de kern van het probleem.
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- BL33 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL36 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken.
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL38 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal.
- BL39 Brengt structuur in ideeën.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- BL43 Vangt onverwachte wendingen op.
- BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- BL50 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit.
- BL51 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken.
- BL54 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
- BL55 Meldt spontaan mogelijke veiligheidsrisico's.
- BL56 Reageert gepast in een risicosituatie.
- BL57 Beschermt gevoelige informatie van de organisatie (school, bedrijf, lab) naar de buitenwereld.
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL62 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Maakt zich vertrouwd met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo – technieken . Geeft aandacht aan een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust moet zijn van de veiligheidsaspecten en kwaliteitseisen. Schrijft , binnen de stagewerkzaamheden, een eindwerk ivm het opgegeven onderwerp. Hiervoor komen o.a. in aanmerking: het op punt stelen van een nieuwe analysemethode, het onderzoek van bepaalde parameters, de vergelijking van analysetechnieken, de validatie van een procedure.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 2 MLT en moet je ook inschrijven vr Hematologie 3, Bacteriologie & serologie, Immunopathologie, Validatie, Labcluster klinische biologie 3, Werkveldoriëntatie 3MLT
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Volgende opgelegde perioden komen voor tijdens de stage:
- hematologie (4-tal weken)
- microbiologie (4-tal weken)
- klinische biochemie (4-tal weken)
De volgorde van de perioden wordt door de labo's zelf vastgelegd. Afhankelijk van het onderwerp van het eindwerk wordt een van de bovenvernoemde perioden verlengd met 2 weken.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Stagevademecum Bundel 'Rapportering eindwerk'
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
87
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
- De lector -stageverantwoordelijke wijst de student een stageplaats toe met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
- De lector -stagebegeleider onderhoudt de contacten met het labo en de student.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
· De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. · Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury. · Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties : o de activiteiten gedurende de stageperiode: 71% (stagementor) o het eindwerk: 12% (stagementor, stagebegeleider + lezers) o de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Na nieuwe stage bij aanvang van volgend academiejaar:
· De stagementor beoordeelt het stageverloop adhv een stagebeoordelingsformulier. · Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury. · Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties : o de activiteiten gedurende de stageperiode: 71% (stagementor) o het eindwerk: 12% (stagementor, stagebegeleider + lezers) de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury)
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 08/03/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Bacteriologie en serologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100073 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 1 | Contacturen: | 44 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL62 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kent de medische bacteriologische stalen: de commensale flora, de mogelijke pathogenen per staal, de identificatieschema’s
-
kent het antibiogram: het testen van antibiotica tegenover de pathogenebacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling.
-
kent de antibiotica: hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica
-
technieken om antigenen en/of antistoffen op te sporen.
-
kent de belangrijkste virale infecties: klinische presentatie, virale diagnostiek, behandeling en preventie.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en vr Medische microbiologie, Labcluster klinische biologie 2
|
|
Andere begincompetenties
|
Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie Medische microbiologie Immunologie
|
LEERINHOUDEN
|
1. Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’ 2. Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling 3. De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica 4. Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties. Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen. 5. Volgende stalen worden besproken :
- urine
- faeces
- sputum en keel
- etter
- antibiogram
- serologische testen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Medische microbiologie voor labratoriumtechnologen : deel 1 en 2 (ACCO Leuven)
Cursus microbiologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool
Cursus virologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk voorbereiding met 3 grote theoretische vragen :
(1) bespreking van een bacteriologisch staal
(2) uitleg over een deel van het antibiogram of i.v.m. antibiotica
(3) een bespreking van een virale of bacteriële of protozoa-infectie
met aandacht voor het laboratoriumonderzoek « open boek »
Mondeling examen daarna in aanwezigheid van een extern jurylid in de persoon van een klinisch-bioloog werkzaam in een klinisch laboratorium. Hier komen de practische vragen aan bod, waarop een medisch laboratoriumtechnoloog moet kunnen antwoorden
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Idem als 1ste zit
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100085 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 1 | Contacturen: | 30 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Reinoud Flies |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zowel binnen de subdiscipline ‘ cytologie ‘ als ‘ hemostase ‘ wordt de nadruk gelegd op de patologie. De belangrijkste anemieën, leukemieën en stollingspatologieën worden besproken, naast andere hematologische aandoeningen zoals Myelomen. De klemtoon ligt vooral op de laboratoriumtoepassingen en de rol van de MLT, maar er wordt eveneens belang gehecht aan de klinische context van de ziekte.Verder wordt in de hemostase terug gesproken over de rol van stollingsbeïnvloedende medicatie vanwege het grote belang in de praktijk. De laatste trends op gebied van trombosepatologie worden eveneens in de cursus opgenomen . In de ‘ immuunhematologie ‘ worden andere bloedgroepsystemen dan ABO-en Rhesus-inclusief HLA-en HPA-systeem- nader bekeken, beperkt tot diegene die frequent voorkomen. Het ABO-en Rhesussysteem blijven belangrijk en moeten ook nu gekend zijn . Een belangrijk deel wordt gewijd aan ‘ bloed –en bloedderivaten ‘, zowel de bereiding, bewaring als klinische toepassingen met daarnaast kruisproeven. Een ander aspect van de cursus zijn lichaamsvochten, die telkens in totaliteit worden behandeld, zij het met klemtonen op het cytologisch gedeelte
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL62 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent de meest courante bloedgroepsystemen met hun eigenschappen (antigenen en antistoffen).
- kent kruisproeven: kent verschillende technieken + fasen, interpreteert reacties. voert kruisproeven uit.
- kent bloed-en bloedderivaten: bereiding, bewaring en toepassing.
- interpeteert compatibiliteit tussen antigen en antistof .
- kent HLA-en HPA-systeem.
- kent technieken gebruikt in de immuunhematologie.
- kent de belangrijkste anemieën en leukemieën en stollingspatologieën op laboratoriumgebied met noties van de kliniek.
- kent pre-analytische fase in hematologie en past deze toe in de praktijk.
- kent ethische aspecten + laboratoriumtesten.
- kent referentiewaarden van de basisparameters.
- kent toepassing van de bloedafnamebuisjes in de hematologie, hemostase en Immuunhematologie.
- kent trombosepatologieën: spoort verschillende parameters op + kent beperkte kliniek.
- kent trombofiliepathologieën.
- kent volgende ziekten (kent het laboratoriumgedeelte goed en past dit toe, kent het klinische gedeelte): hemochromatose , Polycythemie , niet-maligne afwijkingen van de witte bloedcellen, lymfomen (beperkt) , plasmacelafwijkingen , MDS en myelofibrose .
- kent de verschillende lichaamsvochten (pleuravocht , ascitesvocht , cerebrospinaal vocht , semenanalyse , urinesediment en bronchoalveolaire lavages): kent praktisch cytologisch gedeelte en theoretisch gedeelte.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en vr Hematologie 2, Labcluster klinische biologie 2
|
|
Andere begincompetenties
|
- Basis hematologie, hemostase en immuunhematologie
- Basis anatomie
- Basis immunologie
- Basis Biochemie
- Basis Instrumentele analyse
- Kennis internet (gericht zoeken)
- Basis microbiologie
|
LEERINHOUDEN
|
- Andere Bloedgroepsystemen naast ABO-en Rhesus: Kell, Duffy..
- Kruisproeven+varianten
- Bloedbankbeheer
- Bloed+bloedderivaten (+kunstbloed)
- Patologische hematologie(stamcelafwijkingen met o.a. leukemieën, anemieën, myelomen e.a.)
- Niet-maligneafwijking
- Patologisch Hemostase (Afwijkingen in primaire en secundaire hemostase met o.a.Ziekte van , hemofilie.)
- Antistollingsmedicatie
- Trombofilie
- Lichaamsvochten
- Pre-analytische Klinische Biologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus
- actuele websites
- atlas (cfr. practicum)
- boeken en tijdschriften
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
- HC (ppt presentaties)
- WC (interpretaties immuunhematologie)
- Kleine zoekopdrachten, te bespreken in de volgende les
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Idem eerste zit
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunopathologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100087 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 1 | Contacturen: | 20 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Vertrekkend van de basiskennis van de immunologie, worden de immuunpathologische reacties overlopen: hyperreactiviteit, immuundeficiënties en auto-immuunziekten. Speciale aandacht krijgen HIV en AIDS en de diagnostiek ervan. De betrokkenheid van het immuunsysteem bij transplantatie en kanker en wordt besproken. Tot slot wordt de onco-immunologie behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
benoemt en bespreekt de drie hoofdvormen van de immuunpathologie bespreekt hyperreactiviteit met zijn vier hoofdvormen en hun verschillen bespreekt uitgebreid type I allergie (mechanisme, voorbeelden, diagnose) geeft de verschillen tussen cellulaire en humorale immuundeficiënties aan en hun diagnose geeft voorbeelden van de verschillende types immuundeficiëntie bespreekt opbouw van het HIV virus en het genoom en legt verbanden tussen beide geeft en bespreekt directe en indirecte opsporingsmethodes voor AIDS bespreekt het verloop van AIDS adhv een grafiek en geeft aan hoe dit verloop wordt opgevolgd bespreekt de levenscyclus van HIV en de mogelijke therapeutische aangrijpingspunten bespreekt de werking van de aangehaalde antivirale producten bespreekt de mogelijke mechanismen die auto-immuunziekten veroorzaken aan de hand van voorbeelden geeft de opdeling van de auto-immuunziekten en voorbeelden bespreekt hoe ons immuunsysteem omgaat met transplantaten bespreekt hoe ons immuunsysteem omgaat met tumorcellen bespreekt het gebruik van tumormerkers in de strijd tegen kanker bespreekt de immuunbewakingtheorie en geeft argumenten geeft de juiste labtechnieken aan voor onderzoek van klinische stalen in relatie tot immuunpathologie interpreteert eenvoudige resultaten van immuundiagnostische testen voor de verschillende immuunpathologiën kent de gebruikte gendiagnostische testen voor immuunpathologie en kanker
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en vr Biochemie 2, immunologie
|
|
Andere begincompetenties
|
herhaal de cursus immunologie om te kunnen starten
|
LEERINHOUDEN
|
De drie hoofdgroepen van immuundeviaties: hyper (vier vormen), hypo(drie vormen) en auto-immuniteit
AIDS en virusdiagnostiek.
De immuunbetrokkenheid bij tranplantatie en kanker
|
STUDIEMATERIAAL
|
Powerpoint slides met notities. Auteur: Karen Pittois
Oefeningen bij elk hoofdstuk
Boek « Immunology » Lippincott’s Illustrated Reviews.
Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe.
Wolters Kluwer. ISBN 0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Oefeningen per hoofdstuk: zelfstandig werk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Integratieve eindproef |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100090 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | niet mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Peter Partoens |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Op het einde van de opleiding MLT krijgen de studenten MLT een examen waarin gepeild wordt naar hun geïntegreerde kennis in de klinische biologie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL62 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student moet na het doorlopen van de curriculum en de stage MLT een geïntegreerde kennis in klinische biologie opgebouwd hebben
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 2 MLT en moet je ook inschrijven vr Hematologie 3, Bacteriologie & serologie, Immunopathologie, Validatie, Labcl. klinische biologie 3, Werkveldoriëntatie 3MLT, Stage & eindwerk MLT
|
|
Andere begincompetenties
|
Het hele curriculum MLT doorlopen hebben
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Alle cursussen MLT
Labschrift
Manuals
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Mondeling examen
De student krijgt een reeks van 4 vragen, waarvan hij/zij er 2 mag uitkiezen. Daarna volgt nog 1 vraag rechtstreeks uit het stageschrift. De student mag gedurende 30’ schriftelijk voorbereiden waarna hij/zij nadien mondeling zal ondervraagd worden door een jury van 3 klinisch biologen (R. Flies, C. Vanhentenrijk, F. Paulussen). De vragen zijn zo opgesteld dat telkens de drie disciplines aan bod komen. Tijdens de ondervraging kunnen volgende aspecten aan bod komen: - de pre-analytische fase - de toestellen die gebruikt worden (principe en testen die erop draaien) - de analysen zelf - de technische validatie: controles, calibratoren enz. - een aantal patiëntenresultaten (NW worden telkens opgegeven)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Idem eerste zit
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
|
| |
|
|
|
|