|
|
|
|
Chemie - Voltijds modelpakket 2 - Chemie |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4160200013 | Industriële scheidingstechnieken | 3 |
4160200038 | Industriële microbiologie | 4 |
4160200045 | Statistiek en POP | 4 |
4160200093 | Materialenleer | 3 |
4160200097 | Organische chemie 2 | 6 |
4160200124 | Labcluster staalvoorbereiding en analyse | 4 |
4160200122 | Labcluster instrumenteel lab (CH) | 7 |
4160200116 | Synthese en analyse | 5 |
4160200111 | Project CH periode 4 (CH) | 4 |
4160200103 | Project CH periode 3 | 4 |
4160200107 | Elektrochemische analysetechnieken | 3 |
4160200118 | Biochemie 1 | 4 |
4160200119 | Lab aromaten en polymeerchemie | 3 |
4160200100 | Van monster tot te meten oplossing | 6 |
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Industriële scheidingstechnieken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200013 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 22 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Mark Spanoghe |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel "Industriële Scheidingstechnieken" bestaat uit twee grote delen. Het eerste handelt over de aanmaak en eigenschappen van colloïdale oplossingen. Het tweede deel behandelt voornamelijk industriële, mechanische scheidingstechnieken. Dit deel is enerzijds een voorbereiding op de afstudeerrichting "Procestechnologie" maar levert anderzijds alle studenten ook inzicht in klassiek veel gebruikte technieken zoals bvb. allerlei soorten filtratie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH42 Brengt structuur in ideeën.
- CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kan de soorten colloïden opnoemen.
- begrijpt de elementaire kennis over de eigenschappen, bereiding, stabiliteit en vernietiging van colloïdale systemen.
- herkent associatiecolloïden, schuimen, films en gels en beschrijft er enkele opvallende eigenschappen van.
- bezit elementaire kennis van enkele mechanische (verkleinen en fasenscheidingen) eenheidsbewerkingen.
- De student kent van elke eenheidsbewerking, de begrippen uit de fysica, fysicochemie en chemie die aan de grondslag liggen van de scheiding en past deze toe in eenvoudige oefeningen.
- beschrijft van elke eenheidsbewerking, enkele typische apparaten schematisch voorstellen en legt hun werking uit.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Algemene scheikundige en fysische basiskennis.
|
LEERINHOUDEN
|
- Colloïden
- definitie en soorten colloïden
- oorzaken van stabiliteit van colloïden
- bereiding van colloïdale dispersies
- kinetische eigenschappen van colloïden
- dialyse, electroforese en electro-osmose
- flocculatie en coagulatie
- druppel coalescentie
- dunne films, schuimen en gels
- adsorptie
- Mechanische eenheidsbewerkingen
- verkleinen
- scheiding vast-vast
- deeltjesgrootteanalyse
- klasseren
- hydroklasseren
- aëroklasseren
- scheiding vast-gas
- ontstoffing door zwaartekracht
- ontstoffing door centrifugaalkracht
- stoffilters
- elektrostatische filters
- natte stofvangers
- scheiding vast-vloeistof
- sedimentatie
- filtratie
- centrifugaalscheiding
- scheidng van emulsies
- bezinktanks
- vloeistofcentrifuges
- filtratie
- hydrocycloon
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus theorie : "Industriële scheidingstechnieken deel I: Colloïden"- auteur M. Spanoghe - Plantijn Hogeschool 2011.
- Cursus theorie : "Industriële scheidingstechnieken deel II: Mechanische scheidingstechnieken"- auteur M. Spanoghe - Plantijn Hogeschool 2011.
- Eigen notities.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling.
- Oefeningensessies en bespreking van klassikaal uitgewerkte vraagstukken.
- Monitoraat op vraag van de student.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Schriftelijke integratief examen, bestaat gedeeltelijk uit vraagstukken .
- de vragen zijn, waar mogelijk, zo opgesteld dat ze de verwachte gedragsankers van de beoordeelde competenties evalueren.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Schriftelijke integratief examen, gedeeltelijk bestaande uit vraagstukken.
- de vragen zijn, waar mogelijk, zo opgesteld dat ze de verwachte gedragsankers van de beoordeelde competenties evalueren.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Industriële microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200038 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 40 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Anneleen Soetaert |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze cursus wordt de
microbiële kennis uit de hoofdstukken “microbiologische vaardigheden” van het opleidingsonderdeel “veilig werken” verder uitgediept en wordt er op
twee industriële thema’s ingegaan. Er wordt bekeken hoe micro-organismen
gebruikt worden in industriële processen en welke rol ze spelen in de
levensmiddelen industrie. In het eerste deel, “microbiologie uitdieping”, komt
de groei van bacteriële culturen en hun controlemethoden (zowel fysisch als
chemisch) aanbod. Ook wordt er ingegaan op de testmethoden die uitgevoerd
kunnen worden voor de identificatie van micro-organisme en op enkele
toepassingen van de kennis van het bacteriële genoom. In deel twee, “industriële
processen en producten”, krijgt men een overzicht van het microbieel
metabolisme en de fermentatie van alcohol en melkzuur. Hiernaast worden de
basisbegrippen bij industriële fermentaties overlopen en enkele voorbeelden gegeven
van industriële producten die aangemaakt worden met het behulp van
micro-organismen. In het derde deel van de cursus wordt de rol van “micro-organismen
in de levensmiddelen industrie” toegelicht. Zowel de groei van micro-organismen
in levensmiddelen, de conservering van levensmiddelen, het bederf van
levensmiddelen als de voedselpathogenen komen aan bod. In het lab staan volgende
vragen centraal: “welke micro-organismen” en “hoeveel micro-organismen” zijn in
het staal aanwezig? Dit vertaalt zich in enkele biochemische testen,
biochemische fingerprints en de bepaling van het kiemgetal.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- CH39 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- CH44 Bereidt taken systematisch voor.
- CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
- CH55 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
- CH57 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Beschrijft de voorwaarden voor microbiële groei
- Weet hoe microbiële groei gecontroleerd wordt door toepassingen van fysische en chemische methoden
- Beschrijft de verschillende methoden voor de identificatie van micro-organismen
- Schetst toepassingen op basis van het bacteriële genoom
- Beschrijft het microbieel
metabolisme en de fermentatie van alcohol en melkzuur
- Definieert de basisbegrippen bij industriële fermentaties
- Weet dat fermentatieprocessen leiden tot grootschalige productie van cellen of metabolieten
- Begrijpt de methoden van conservering van levensmiddelen in de industrie
- Schetst de indicatoren van voedselbedref
- Vergelijkt voedselinfecties met voedselintoxicaties
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Veilig werken
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: De levende cel' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Veilig werken, Biochemie 1'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Inleiding
- De groei van bacteriële culturen in het lab
-
De
verschillende methoden voor de controle van microbiële groei
- Identificatie
testen
- Toepassingen
op basis van het bacteriële genoom
-
Het microbieel
metabolisme en de fermentatie van alcohol en melkzuur
- Industriële
fermentaties
- Industriële
producten
- Groei van micro-organismen in de levensmiddelenindustrie en
conservering
- Bederf van
levensmiddelen
- Voedselpathogenen
- Vaardigheden in het microbiologisch lab:
-uitvoeren van biochemische testen op micro-organismen -bepalen van biochemische fingerprints van micro-organismen -tellen van bacteriën (spreid- en gietplaat) -opstellen van een antibiogram en een resistogram
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: Industriële Microbiologie- Anneleen Soetaert- Plantijn Hogeschool.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
50
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
50
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Schriftelijk examen met kennis-,inzichts-, toepassingsvragen en meerkeuzevragen met puntenverdeling 50% op de theorie, 25% op de praktijk.
- Integraal verslag labo: 15%
- Werk in labo: 10%
Conform artikel
55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code
“F”) toegekend worden volgens
onderstaande criteria:
- afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde
taken
- niet afgeven van de gevraagde
opdrachten
- niet verwerven van de
vooropgestelde competenties
Bij gewettigde
afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte
activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen
zelf het initiatief.
Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
2de zit: analoog examen als in 1ste zittijd Enkel het schriftelijk examen (50 % theorie + 25% praktijk) wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie (verslag, werk labo) worden overgedragen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Statistiek en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200045 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 34 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Veerle Van Vlaslaer Carla Janssens Myriam Verbeke Inge Gutschoven |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Facet statistiek
Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties .
In deze cursus (vervolg van de cursus meetvariatie) gaan we dieper in op de analyse van de mogelijke oorzaken van variatie. Met hypothesetesten leer je om op basis van een beperkt aantal metingen onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden. Met variantieanalyses en andere technieken uit het statisitsch proefopzetten ga je gericht een aantal experimenten uitvoeren om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren.
We bekijken statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de de mogelijke fouten bij het stellen van een positief/negatief beoordelen (diagnostiek).
De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
Facet POP
Elke periode krijgt de student de kans om zijn studieloopbaan en zijn studieontwikkeling te bespreken met de POP-coach. Het bijhouden van de POP map dient als hulp voor de student (en de POP-coach) om zijn studie zelf te kunnen opvolgen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH04 Gaat constructief om met kritiek.
- CH05 Leert uit zijn fouten.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH33 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- CH36 Evalueert resultaten kritisch.
- CH37 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- CH41 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken op voor de uitvoering.
- CH49 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
- CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
verzamelt gericht gegevens: stelt een statistisch proefschema op in functie van de onderzoeksvragen, voert de bijhorende gegevensanalyes uit en interpreteert het resultaat.
-
voert volgende statistische toetsen volledig (berekenen en interpreteren) uit: t-testen op populatiegemiddelden (1 steekproef, 2 steekproeven), X²-en F-test op populatievarianties, goodness-of-fit testen ( X²-test en Kolmogorov-Smirnov), z-test op proporties, X²-onafhankelijkheidstest
-
doet een kritische analyse van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek): werkt evidence based.
-
past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens gerangschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds
-
beschrijft de toestand van een groep (ziek-gezond) met gepaste frequentiematen: berekent prevalentie- en incidentiecijfers; interpreteert deze frequentiematen
-
kent verschillende types epidemiologische studies, berekent en interpreteert de bijhorende associatiematen OR, RR, AR, PAR
-
gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken met Se, Sp, voorspellingswaarden, ROC-curve, kappa-waarde
-
interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek.
-
berekent de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factor) en interpreteert het resultaat.
-
berekent lineariteitstesten en interpreteert de resultaat.
-
begrijpt de onderliggende verschillen tussen verschillende lineaire regressietechnieken.
-
berekent factoriële proefschema’s en interpeteert de resultaten.
-
voert robuustheidstesten uit en interpeteert de resultaten.
-
voert de statistische gegevensanalyse uit zowel manueel als met Excel
-
leest en interpreteert de output van statistische software
Facet POP
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Labcluster chemie in oplossingen' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie van oplossingen'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Facet statistiek
hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus meetvariatie); p-waarde, type I en type I I fouten
hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling): t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
de statistiek van properties (z-test); chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat en Kolmogorov-Smirnoc als goodness-of-fit test;
link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LOD
Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v an de kengetallen – ROC-curve
methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte; Passing-Bablock en Deming
variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23- proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
Facet POP
Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld. De student documenteert zijn werkveldervaring in het POP.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
Formuleboekje statistiek (deel 1CH en deel 2&3CH) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
rekenmachine
-
wetenschappelijke artikels (thematische EDU-map statistiek)
-
-
het algemene CGO-boek
-
POP-map met invulbladen
aanvullend in de bib:
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000.
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) - 1996.
‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) - 2000.
‘understanding clinical papers’ van Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X) - 2001.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
-
de nadruk ligt op begrijpen en i nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
-
zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
-
andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)
-
student heeft met de POP-coach in de loop van het academiejaar 2-3 gesprekken
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Facet statistiek twee integratieve toetsen: hoofstukken 7 tem 12 in januari (4cu) en foofdstukken 13 tem 15 in juni (2cu)
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
Facet POP
Voor de totaalscore op het opleidingsonderdeel wordt rekening gehouden met de score (punt op 20) voor statistiek en een kwaliteitsbeoordeling van het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) door de POP-coach.
De minimum-criteria voor het POP worden beschreven in de POP-instructies op e-campus.
De student toont minstens 20u werkveldervaring aan.
Het POP wordt beoordeeld op een vijfpuntsschaal (van 'voldoet helemaal niet aan de minimum criteria' tot 'voldoet aan de minimum criteria en heeft geleid tot een aantoonbare vooruitgang van de student')
De totaalscore van het opleidingsonderdeel is de score voor statistiek -2/-1/0/+1/+2 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Facet statistiek één integratieve toets (maximaal 4cu) over de volledige cursus
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden) Facet POP
Als het tekort voor het opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk te wijten is aan het POP, dan krijgt de student een POP-opdracht voor 2de zittijd. De uitgewerkte opdracht wordt door de student ingediend bij de POP-coach op de eerste dag van de 2de zittijd. De POP-coach kan verdere mondelinge verduidelijking vragen aansluitend bij het 2de zittijd examen van het andere facet van het opleidingsonderdeel. Berekening score: zie eerste examenperiode.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Materialenleer |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200093 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 22 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
We bespreken de verschillende eigenschappen van materialen en hun beïnvloedingsfactoren zoals treksterkte, vermoeiing, brosse breuk, kruip... Tevens bekijken we methodes om deze eigenschappen te testen. Daar corrosie een grote oorzaak is van materiaalfalen trachten we je via deze cursus daarin wat meer inzicht te geven. Daarna worden de eigenschappen, verwerking, determinatie enz... van kunststoffen uitvoerig besproken. We eindigen met een kleine inleiding over de verschillende staalsoorten en hun eigenschappen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- CH13 Steekt spontaan "een tandje bij" bij verhoogde werkdruk.
- CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- CH21 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH33 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- CH44 Bereidt taken systematisch voor.
- CH46 Vangt onverwachte wendingen op.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH65 Analyseert multidisciplinaire problemen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent de voornaamste mechanische eigenschappen van materialen, vooral deze die tot materiaalschade kunnen leiden
- weet hoe men deze eigenschappen kan testen (zowel destructief als niet-destructief of NDT)
- kan beschrijven hoe men deze eigenschapen kan testen (zowel destructief als niet-destructief of NDT)
- kent de mechanismen van chemische en elektrochemische aantasting
- bespreekt de verschillende methodes die men gebruikt om na te gaan of er in gegeven omstandigheden corrosie zal optreden
- doet voorstellen om voorwerpen in gegeven omstandigheden te beschermen tegen corrosie.
- bespreekt de specifieke kenmerken van thermoplasten, thermoharders en elastomeren bespreken.
- tekent en bespreekt een (T,logE)- diagram, zowel van amorfe als kristallijne thermoplasten, elastomeren -al dan niet gevulcaniseerd- en thermoharders
- berekent getalgemiddelde, massagemiddelde, viscositeitsgemiddelde molecuulmassa en polydispersiegraad
- tekent en bespreekt de grafiek die het gedrag van kunststoffen o.i.v. mechanische spanningen weergeeft
- weet wat kruip, relaxatie en atmosferische veroudering is en hoe men deze kan beperken
- kent de specifieke mechanische, thermische en elektrische eigenschappen, diffusie en permeabiliteit, chemische weerstand en brandbaarheid van kunststoffen
- bespreekt de testapparatuur die hiervoor gebruikt wordt
- kent het verschil tussen de besproken industriële polymerisatietechnieken.
- legt het principe van composietmaterialen uit
- kent het verschil tussen mengbare en niet-mengbare mengsels (blends) en hun eigenschappen
- legt de basisprincipes van de besproken methodes ter kunststof- en polymeerkarakterisering uit en weet wanneer en waarvoor ze gebruikt worden .
- herkent aan de hand van een schema, via eenvoudige proefjes polymeren
- weet wat LCA's (Life cycle analysis) zijn.
- kent het belang van de verschillende toevoegstoffen bij polymeren
- kent de verschillende stappen in de verwerking van kunststoffen
- legt zeer elementair de belangrijkste verwerkingsmethodes (zie inhoud) uit
- weet hoe compounding, menging en mengselcontrole gebeurt bij rubbers.
- tekent de verschillende kristalstructuren van Fe
- kent het effect van de verschillende kristalstructuren van Fe op de eigenschappen
- verklaart enkele codes van veelgebruikte staalsoorten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Organische chemie, Gassen en vloeistoffen, Evenwichten' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Gassen en vloeistoffen, Energie in evenwicht, Organische chemie 1'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Mechanische eigenschappen van de materialen :
bespreking van de trekproef en de informatie die men ermee kan bekomen meten van hardheid, brosse breuk en kerfslagvastheid, vermoeiing, kruip, niet-destructieve kwaliteitskontrole.
- Chemische eigenschappen van de materialen :
chemische aantasting, elektrolytische aantasting (mechanisme van aantasting, gevolgen wet van Nernst, corrosiepotentiaal, corrosiecel,conclusies uit de wet van Nernst met o.a. concentratiecellen, gebruik v.d. tabel der standaard-potentialen, polarisatie, Pourbaixdiagrammen, polarisatiediagrammen), beschermen tegen corrosie (gebruik van gegevens en tabellen, ontwerpmaatregelen, aanpassen milieu, kathodische en anodische bescherming, passieve bescherming door bedekking, legeren van metalen).
- Kunststoffen :
inleiding, lijst met afkortingen synthese van polymeren : radicalaire, kationaire en anionaire polymerisatie; polycondensatie, polyadditie wat zijn thermoplasten, thermoharders, elastomeren? gedrag o.i.v. warmte : bij amorfe (glas-, rubber-, vloeibare toestand, Tg en beïnvloedingsfactoren) en kristallijne polymeren (voorwaarden voor kristallisatie, invloed op E-modulus, smeltzone) molecuulmassa en molecuulmassaverdelingen : getalgemiddelde, massagemiddelde, viscositeitsgemiddelde molecuulmassa kunststofeigenschappen : gedrag o.i.v. mechanische spanningen (de 3 vervormingscomponenten, kruip en relaxatie), atmosferische veroudering, mechanische eigenschappen, thermische eigenschappen, elektrische eigenschappen, diffusie en permeabiliteit, chemische weerstand, brandbaarheid, maken van een absorberend polymeer industriële polymerisatietechnieken : massa-, bulk-, of blokpolymerisatie, oplossingspolymerisatie, suspensiepolymerisatie, emulsiepolymerisatie composietmaterialen mengsels (blends) mengbare en niet-mengbare kunststof- en polymeerkarakterisering : DSC- differentiële calorimetrie, molecuulmassabepalingen, gelpermeatiechromatografie, infrarood spectroscopie, MALDI-massa-spectroscopie, NMR herkennen van kunststoffen kunststoffen en milieu met o.a. LCA’s verwerking : toevoegstoffen, belangrijke verwerkingsmethoden (extruderen, spuitgieten, extrusievormblazen, kalanderen, schuimen), verbinden van kunststoffen (lassen en lijmen) rubberverwerking : rubbercompounding, mengapparaten, mengselcontrole.
- Staal
de verschillende kristalstructuren van Fe gelegeerde, ongelegeerde, hooggelegeerde staalsoorten definitie + aantal voorbeelden
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Nota's ‘Materialenleer’- auteur: Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool
- 'Kunststof- en polymeerchemie'-Dr. R. van der Laan (ISBN 90 77423 05 3) - 2005.
- 'Polymeren van keten tot kunststof'-A.K. van der Vegt; L.E. Govaert (ISBN 90-71301-48-6) - 2005.
- 'Handboek constructiematerialen, corrosie & corrosiebescherming'- hoofdred. prof. dr. ir. W. Bogaerts (ISBN 90 5062 031 0) - 2000.
- EDU-map op e-campus voor presentaties, extra informatie en externe links
(vb. macrogalleria).
- beeldmateriaal.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met gebruik van computerprojector, de leerstof wordt geïllustreerd met meegebrachte voorbeelden of via filmbeelden.
De studenten krijgen steeds inzichts- en toepassingsvraagjes mee over de aangeboden leerstof
- Bezoek aan kunststoffenlabo en polymeerbedrijf.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Schriftelijk toets met zowel kennis-, inzicht-, als toepassingsvragen
Afwezigheden
- Het bedrijfsbezoek is een verplichte activiteit
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem eerste periode
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Organische chemie 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200097 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 62 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Inge Gutschoven |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit de facetten "organische reacties" en "structuurbepaling"
"Organische reacties" is het vervolg op organische chemie 1 wordt de nadruk gelegd op de belangrijkste reacties (en de benodigde reagentia) van de verschillende functionele groepen. Deze reacties worden theoretisch uitgewerkt en ingeoefend in klasverband. Naast de kennis van reacties wordt er ook dieper ingegaan op de belangrijkste intermediairen die voorkomen tijdens een organische reactie. Hun ontstaan, hun stabiliteit en eigenschappen worden besproken. Deze basis is nodig om het zuur-base gedrag van organische moleculen correct te kunnen interpreteren en verklaren In de praktijk wordt de nadruk gelegd op de synthese en het opzuiveren van de eindproducten (via herkristallisatie, destillatie en chromatografie) waarna een zuiverheidscontrole wordt uitgevoerd.Het belang van een grondige kennis van de organische naamgeving blijft centraal staan in deze lessenreeks. Tijdens "structuurbepaling" komen de verschillende spectroscopische technieken die gebruikt worden in de determinatie, analyse en de zuiverheidscontrole van een (on)-bekende stof aan bod . Meer bepaald: Infrarood spectroscopie, 1H-NMR-spectroscopie, massaspectroscopie, UV-spectroscopie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- CH09 Blijft planmatig werken onder stress.
- CH13 Steekt spontaan "een tandje bij" bij verhoogde werkdruk.
- CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- CH17 Verwittigt bij afwezigheid.
- CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- CH23 Neemt taken tot zich die heel de groep tot nut zijn.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH34 Schat de mogelijkheden en beperkingen van de werkmethoden correct in.
- CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- CH43 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- CH44 Bereidt taken systematisch voor.
- CH45 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- CH47 Organiseert verschillende taken tegelijkertijd.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
- CH58 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
- CH59 Meldt spontaan mogelijke veiligheidsrisico's.
- CH62 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Organische reacties:
- kent de basisreactiemechanismen van de verschillende organische klassen.
- verklaart de eigenschappen en specifieke reacties van geconjugeerde alkanen, alkenen (polyenen) en alkynen, alcoholen, alkylhalogeniden,carbonylverbindingen, ethers, aminen, carbonzuren en hun derivaten en past ze toe.
- kent de verschillende reactieve intermediairen
- kan de verschillende intermediairen onderling rangschikken volgens stabiliteit
- verklaart het zuur-base gedrag van moleculen
- geeft op een eenduidige manier de naam aan een organische molecule
- benoemt correct de verschillende deeltjes die meedoen aan een organische reactie
- voorspelt welke soort reactie het meest waarschijnlijk is voor een bepaalde functionele groepen reagens.
- schrijft van elke functionele groep het basisreactiemechanisme op
- verklaart de lage reactiviteit van alkanen.
- past de reactiemechanismes van de elektrofiele, nucleofiele en radicalaire additie toe op alkanen, alkenen en alkynen.
- voorspelt voor de meest gebruikte reagentia welk product(en) gevormd wordt na reactie met alkenen (polyenen) en alkynen.
- omschrijft de belangrijkste reagentia gebruikt voor een oxidatie of een reductiereactie.
- schrijft een uitgebalanceerde reactie uit via halfreacties en bepaalt de oxidatietrap.
- voorspelt voor de meest gebruikte reagentia welk product(en) gevormd wordt na reactie met alcoholen, ethers, aminen en alkylhalogeniden
- voorspelt voor de meest gebruikte reagentia welk product(en) gevormd wordt na reactie met carbonylverbindingen, carbonzuren en hun derivaten.
- past de verschillende factoren die bepalend zijn in de keuze tussen een substitutie of een eliminatiereactie correct toe
- leidt de orde van de optredende nucleofiele reactie (substitutie of eliminatie) afleiden op basis van het reactieschema.
- verklaart het verschil in reactiviteit van de carbonzuren en de carbonzuurderivaten tijdens een nucleofiele substitutiereactie.
- geeft een verklaring voor het voorkomen van reacties waarbij de alfa-positie van het carbonzuur(derivaat) betrokken is.
Structuurbepaling:
- bepaalt op een correcte wijze , uitgaande van een gegeven IR-spectrum, de aanwezige functionele groepen.
- somt de factoren die een invloed hebben op de ligging & intensiteit van het golfgetal waargenomen in een IR-spectrum op.
- herkent uitgaande van een UV-spectrum een groot geconjugeerd systeem, een carbonylgroep, een benzeenkern.
- verklaart de invloed van delocalistie op het waargenomen UV-spectrum.
- verklaart de opsplitsingspatronen zichtbaar in een 1H-NMR spectrum.
- beïnvloedt de verschillende parameters die de ligging van de d-waarde (van een 1H-kern) op een correcte wijze toepassen op een gegeven organische molecule.
- geeft het principe/werking van massaspectrometrie en NMR weer.
- verklaart het massaspectrum aan de hand fragmentatiepatronen.
- geeft een definitie van de veel gebruikte spectroscopische termen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Organische chemie 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Organische reacties:
- reactieve intermediairen
- alkanen & cycloalkanen
- alkenen & polyenen
- alkynen
- alkylhalogeniden
- alcoholen
- ethers & epoxiden
- aldehyden en ketonen
- carbonzuren & carbonzuurderivaten
- aminen
- zuren en basen
- Praktische labvaardigheden:
- uitvoeren van een synthese - zuiveren van de reactieproducten en bepaling van de zuiverheid - gaat veilig om met organische reagentia & glaswerk
Structuuranalyse:
- Massaspectrometrie - 1H-NMR - Infrarood - UV
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus “Organische chemie 2” – auteur: Inge Gutschoven – Plantijn Hogeschool
- cursus “structuurbepaling”- auteur: Inge Gutschoven – Plantijn Hogeschool
- " Organic Chemistry , 6th edition" - John E. McMurry (ISBN 0-534-42005-2) - Brooks Cole
- zelfstudiepakket e-campus: "organische naamgeving volgens IUPAC:
- oefeningen op intranet/internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
68
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
32
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Eerste zittijd:
- Integratieve toets:
Deze bevat bevat vragen vanuit het opleidingsonderdeel “Organische chemie 2”. Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen. Het examen bevat stellingvragen, meerkeuzevragen en open vragen van de beoordeelde kerncompetenties. Meerkeuzevragen worden gequoteerd met puntenaftrek.
- Permanente evaluatie:
- voorbereiding van de labopdrachten in labschrift
- evaluatie van de invulbladen (verslagen).
- attitude in het labo
- Tussentijdse toets (bij voorkeur in lesweek 7) waarin schriftelijk ondervraagd wordt over de afgewerkte hoofdstukken. Voor studenten die 12/20 of meer op deze toets behalen vallen de vragen over deze afgewerkte hoofdstukken op het examen weg, en wordt de score van de tussentijdse toets in rekening gebracht voor deze vragen.
Afwezigheden
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
- afwezigheid - niet uitvoeren van de opgelegde taken - niet afgeven van de gevraagde opdrachten - niet verwerven van de vooropgestelde competenties Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Tweede zittijd:
- alleen de integratieve toets kan hernomen worden.
- de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Labcluster staalvoorbereiding en analyse |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200124 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 44 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Karin Dhont |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In “Staalvoorbereiding en analyses” komen aspecten zoals representatieve staalnames, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen, en verdunning van het staal aan bod. De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie en volumetrie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH55 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- voert analyses uit met analysemethoden toegelicht in het opleidingsonderdeel 'van monster tot te meten oplossing'
- voert een correcte staalname uit
- bereidt een staal correct voor
- schrijft een praktijkjournaal volgens de voorschriften, plant efficiënt en maakt een realistische tijdsindeling voor het uitvoeren van de proeven
- bereidt nauwkeurig oplossingen en werkt analytisch
- zet de bekomen meetresultaten om naar de vereiste concentraties in het monster
- verwerkt de resultaten in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Staalname en staalvoorbereiding: microwave destruction; ontsluiting en hydrolyse; onteiwitten en ontvetten
- analyse van brood: droge stof, vetgehalte
- analyse van melk: asgehalte; droge stof; vetgehalte; lactose gehalte; eiwitgehalte; chloridegehalte; zuurtegraad
- analyse van klei: sulfaatgehalte; calciumgehalte
- analyse van mengsels OH-/CO32- ; HCO3-/CO32-
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
100
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
- studenten werken per 2
- studenten maken voor de aanvang van elk lab een dagplanning met uit te voeren taken en vermelding van het nodige materiaal en producten. Deze dagplanning maakt deel uit van de integrale planning voor de volledige labcluster
- het dragen van een veiligheidsbril en labjas is verplicht.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Afwezigheden
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
- afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Alleen het integratief examen kan hernomen worden. De andere punten worden uit de eerste zittijd overgenomen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Labcluster instrumenteel lab (CH) |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200122 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 68 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Patrick Verbeke |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Verschillende spectrometrische, elektrochemische en chromatografische analysetechnieken worden toegepast.
UV- en zichtbaar licht spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden gebruikt.
Potentiometrische titraties en rechtstreekse bepalingen komen aan bod.
Gas- en vloeistofchromatografie worden uitgevoerd. Er wordt veel aandacht besteed aan het belang van de verschillende meetvoorwaarden en het gebruik van externe en interne standaarden.
De bepalingen gebeuren op waterstalen, voedingsproducten en geneesmiddelen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH38 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen.
- CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- bereidt nauwkeurig oplossingen en verdunningen
- voert metingen uit met de meest voorkomende spectrometrische analysemethoden
- voert potentiometrische titraties uit en rechtstreekse ionmetingen
- voert chromatografische scheidingen (DLC, GC, HPLC) uit; kan de mogelijkheden en beperkingen van een chromatografische bepaling inschatten
- rekent meetwaarden om naar concentraties in het oorspronkelijke staal
- verwerkt meetgegevens en de resultaten van een analyse in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je gesl zijn vr Atoom tot reag mol, Ch bindingen, Ch in opl, Labcl ch in opl, Energie in evenw, Labcl energie in evenw, Org ch 1 & moet je inschr vr (Org ch 2 of Org ch 2(PO), Monster tot te meten opl, Synth & ana
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Er worden analyses uitgevoerd op eenvoudige monsters. De studenten leren de toestellen gebruiken en krijgen meer inzicht in de toepasbaarheid en het belang van de instrumentele analysemethoden. Waar mogelijk worden de toestellen eerst manueel gebruikt en daarna met computersturing.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Practicumnota's: proefopgaven.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
100
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
De studenten werken per 2. Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor opzoekwerk, het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Afwezigheden
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
- afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
De punten van de permanente evaluatie (werk, verslagen, toetsen) worden overgedragen.
-
Integratief examen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Synthese en analyse |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200116 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 34 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Inge Gutschoven Patrick Verbeke |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit de facetten "Aromaten en polymeerchemie" en "chromatografische analyse".
Aromaten zijn belangrijke componenten van de organische chemie en analyse. Daarom worden aromatische reacties, hun eigenschappen en hun gevaren besproken. Detectie van aromaten, hun synthese en zuivering komen aan bod.In polymeerchemie komen specifieke synthesemethoden voor polymeren uitgebreid aan bod. In het facet chromatografische analyse worden de verschillende vormen van chromatografie besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH30 Benoemt de kern van het probleem.
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- past de moleculair orbitaal theorie toe op alifaten & aromaten.
- verklaart met behulp van de moleculair orbitaaltheorie het begrip aromaticiteit.
- schat het belang van delocalisatie in voor de aromatische eigenschappen.
- bespreekt de elektronendichtheid op een aromaat
- schrijft de reactiemechanismen van de verschillende soorten aromatische substitutiereacties (electrofiel, nucleofiel, benzyn, via diazonium) uit.
- kent de belangrijkste reagentia voor een aromatische substitutie.
- verklaart de invloed van substituenten op de reactiviteit van een aromaat kunnen.
- werkt een eenvoudig synthesepad uit voor aromatische moleculen
- verklaart de reactiviteit van de belangrijkste heterocyclische aromaten.
- schrijft het eindproduct op van een reactie indien de reagentia en het substraat gegeven zijn.
- schrijft uitgaande van de naam van een aromatische molecule de correcte structuur op, hierbij kunnen zowel alifatische als aromatische termen voorkomen.
- kan de verschillende polymerisatiemechanismen uitschrijven
- kent het verschil tussen een stapsgewijze en een kettingpolymersiatie
- kent de triviaalnamen van de meest voorkomende polymeren
- kan de werking van GC en HPLC bespreken
- rekent de gegevens uit een chromatogram om naar de gevraagde concentratie(s) in het staal.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn voor organische chemie 1.
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Organische chemie 2 of Organische chemie 2 (PO).
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
aromaten en polymeerchemie
- De verschillende soorten gelokaliseerde en gedelokaliseerde bindingen.
- Resonatie en aromaticiteit.
- De aromatische elektrofiele substituties.
- De aromatische nucleofiele substituties.
- Heteroaromaten.
- Oefeningen op reacties van aromaten.
- Soorten polymeren:
- Stapsgewijze polymerisatie (polycondensatie, polyadditie) - Additiepolymerisatie - Copolymeren
- Polymerisatietechnieken
chromatografische analyse
- dunnelaag chromatografie
- gaschromatografie
kwaliteit van een scheiding, kwalitatieve en kwantitatieve bepaling (o.a. interne standaard methode)
- vloeistofchromatografie (HPLC)
- NP en RP scheidingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus “Aromaten en polymeerchemie” – auteur: Inge Gutschoven – Plantijn Hogeschool
- cursus "chromatografie"-auteur: P. Verbeke- Plantijn Hogeschool
- zelfstudie oefeningen (incl naamgeving) + e-campus.
- " Organic Chemistry , 6th edition" - John E. McMurry (ISBN 0-534-42005-2) - Brooks Cole
- zelfstudiepakket e-campus: "organische naamgeving volgens IUPAC"
- oefeningen op intranet/internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratief examen tijdens de examenweek
Tussentijdse toets
waarin schriftelijk ondervraagd wordt over de gezien leerstof. Voor studenten die 12/20 of meer op deze toets behalen vallen de vragen over deze leerstof op het examen weg, en wordt de score van de tussentijdse toets in rekening gebracht voor deze vragen.
Berekening van het cijfer voor het opleidingsonderdeel
Dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten.
Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facettenwaarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratief examen Zie eerste zittijd.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Project CH periode 4 (CH) |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200111 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Inge Gutschoven |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens dit project krijgen de studenten een opdracht die hen ertoe aanzet een aantal polymeren te synthetiseren en bestuderen. Via allerhande technieken ( DSC, GPC, andere mechanisch en fysisch testen...) worden enkele polymeren onderzocht. Tevens wordt er verwacht dat ze een al dan niet zelf gekozen onderwerp verder uitdiepen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- CH03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- CH04 Gaat constructief om met kritiek.
- CH05 Leert uit zijn fouten.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- CH09 Blijft planmatig werken onder stress.
- CH11 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor de wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën.
- CH13 Steekt spontaan "een tandje bij" bij verhoogde werkdruk.
- CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- CH18 Respecteert deadlines/afspraken.
- CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- CH23 Neemt taken tot zich die heel de groep tot nut zijn.
- CH24 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
- CH26 Respecteert de eigenheid van anderen.
- CH27 Zorgt voor een goede werksfeer.
- CH28 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen.
- CH29 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH30 Benoemt de kern van het probleem.
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH34 Schat de mogelijkheden en beperkingen van de werkmethoden correct in.
- CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- CH36 Evalueert resultaten kritisch.
- CH41 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken op voor de uitvoering.
- CH42 Brengt structuur in ideeën.
- CH44 Bereidt taken systematisch voor.
- CH47 Organiseert verschillende taken tegelijkertijd.
- CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- CH49 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
- CH51 Algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen.
- CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
- CH53 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit.
- CH60 Reageert gepast in een risicosituatie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH63 Begrijpt, vergelijkt en past alle courante chemische analyse- en synthesetechnieken toe.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- zoekt nuttige en wetenschappelijk correcte informatie op in de bibliotheek en op internet.
- herkent aan de hand van een schema via eenvoudige proefjes een polymeer.
- synthetiseert een polymeer met verschillende eigenschappen.
- kent de belangrijkste toepassingsgebieden van dat polymeer.
- karakteriseert een polymeer.
- bepaalt eenvoudige materiaaleigenschappen van polymeren.
- bepaalt molecuulmassa's van polymeerstalen.
- rapporteert mondeling en schriftelijk over een wetenschappelijke opdracht.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: (Organische chemie 2 of Organische chemie 2 (PO)), (Labcluster instrumenteel lab (CH) of Labcluster instrumenteel lab (BI) of Labcluster instrumenteel lab (PO)), Materialenleer
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Herkennen van polymeren .
- Synthese van polymeren met verschillende eigenschappen.
- Zoeken van testen om een polymeer te karakteriseren
- Metingen met DSC (differential scanning calorimeter), interpreteren DSC-diagram
- Bepalen van de gemiddelde molecuulmassa en de molecuulmassaverdeling via gelpermeatiechromatografie (GPC).
- Bepalen van de viscositeitsgemiddelde molecuulmassa met een uitstroomviscosimeter.
- Iedere groep krijgt een ander item om uit te werken en voor te stellen tijdens de presentatie
- vb. verven, lijmen, gebruik kunststoffen voor medische toepassingen...
|
STUDIEMATERIAAL
|
- internet
- bibliotheek
- 'Kunststof- en polymeerchemie'-Dr. R. van der Laan (ISBN 90 77423 05 3) - 2005.
- 'Polymeren van keten tot kunststof'-A.K. van der Vegt; L.E. Govaert (ISBN 90-71301-48-6) - 2005.
- cursus ‘Materialenleer’- auteur: Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool 2012
- labmateriaal in lab organische en fysica
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
98
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege : voorstelling van het project (aan het begin van de projectweken).
- Zelfstandig werk : analyses uitgevoerd in de labs op school.
- Indien mogelijk bezoek aan bedrijf voor GPC-meting.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Dit project wordt beoordeeld op 2 niveau's:
1) groepsscore (punt op 20)
beoordeling van de projectmap (40%), de presentatie (30%) en het labwerk (30%) op basis van de volgende criteria:
De projectgroep:
- voert een uitgebreide literatuurstudie uit en geeft daarvan de essentie weer in de map
- voert labtaken veilig en correct uit
- geeft blijk van inzicht in de uitgevoerde experimenten
- levert een overzichtelijke projectmap af
- heeft in zijn projectmap een uitgebreide en gevarieerde literatuurlijst
- is volledig en wetenschappelijk juist in zijn presentatie
- geeft de verslagen correct wetenschappelijk weer via de projectmap
- vergelijkt resultaten in grafieken en tabellen
- haalt maximale diepgang uit de opdracht
2) individuele score (een factor) die bepaald wordt via peer-assessment.
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
eindscore = groepsscore x individuele score
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
- afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Bij een onvoldoende in de eerste examenperiode kan er een vervangopdracht gegeven worden.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Project CH periode 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200103 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Veerle Van Vlaslaer Patrick Verbeke Karin Dhont |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens dit project wordt een kleimonster geanalyseerd waarbij zowel gravimetrische als instrumentele methodes worden toegepast. Er wordt eveneens een methodevalidatie uitgevoerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH30 Benoemt de kern van het probleem.
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH33 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- CH36 Evalueert resultaten kritisch.
- CH38 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen.
- CH45 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De projectgroep:
- kan nefelometrie, AES en AAS uitvoeren; hij kan de mogelijkheden en de beperkingen van de analysetechnieken inschatten.
- kan de standaard-additie methode toepassen.
- kan binnen het kader van methodevalidatie (juistheid, precisie, ijklijn, detectielimiet) gericht gegevens verzamelen: een proefopzet opstellen in functie van de onderzoeksvraag (hypothese) en gekozen statistische methodiek.
- kan gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren.
- kan een staal op de correcte wijze voorbereiden.
- kan de vereiste waarnemingen maken voor de analyse.
- kan technieken van gravimetrische bepaling correct toepassen.
- kan de bekomen analyseresultaten omzetten in de vereiste grootheid.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Van monster tot te meten oplossing, Statistiek en POP
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Monstervoorbehandeling.
- Klassieke en instrumentele analysetechnieken.
- Toegepaste statistiek.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursussen van semester 3.
- Literatuur en internet.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
100
|
%
|
Verdere toelichting:
- Werken in projectgroep.
- Zelfstandig werk in lab.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren dit project op twee niveaus.
- groepsscore (punt op 20): Beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de “specifieke doelstellingen” die hierboven opgesomd worden.
- individuele score. Dit is een factor die toegekend wordt op basis van een peer-assessment. Bij niet-deelname aan de peer-assessment is deze factor 0,6.
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
eindscore = groepsscore x individuele score In geval van gewettigde afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kunnen de betrokken lectoren beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht. Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
- afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De verworven punten blijven in principe behouden. In geval van gewettigde afwezigheid tijdens de projectweken (eerste examenperiode) kunnen de lectoren beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd. In geval van tekorten kunnen de lectoren beslissen tot het geven van een individuele presentatie en het beantwoorden van vragen over de projectopdracht.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Elektrochemische analysetechnieken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200107 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 12 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Patrick Verbeke |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het opleidingsonderdeel "elektrochemische analysetechnieken" worden vooral potentiometrische bepalingen (rechtstreeks en via titratie) besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH30 Benoemt de kern van het probleem.
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent de werking van een galvanische cel
- herkent de meest voorkomende elektroden voor potentiometrische bepalingen
- schat de mogelijkheden en beperkingen van een potentiometrische bepaling in
- rekent de meetwaarden van een potentiometrische bepaling om naar de gevraagde concentratie(s)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dIt oo moet je geslaagd zijn voor Atoom tot reagerende moleculen, Chemische bindingen, Chemie in oplossingen, Labcluster chemie in oplossingen, Energie in evenwicht, Labcluster energie in evenwicht
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
galvanische cel
potentiometrie a. gebruikte elektroden b. potentiometrische bepalingen
vraagstukken
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus "Elektrochemische analysetechnieken".
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratief examen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratief examen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Biochemie 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200118 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 32 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Goele Caethoven |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Biochemie is de wetenschappelijke discipline die probeert het fenomeen ‘leven’ te verklaren op moleculair vlak. Men maakt er gebruik van de methodieken en de terminologie van de scheikunde op verschillende aspecten van cellen en levende organismen te beschrijven en te begrijpen.
In deze cursus zullen we een stuk van de biochemische basis bekijken die nodig is voor het begrijpen van andere biochemische en biotechnologische disciplines. We beginnen met het bespreken van een aantal belangrijke soorten biomoleculen.
De eerste groep zijn de suikers, die niet alleen een sleutelrol spelen in het energiemetabolisme, maar ook uitblinken in de natuur als structuurgevende moleculen.
Ten tweede bespreken we de eiwitten, polymeren die zijn opgebouwd uit twintig verschillende soorten aminozuren en betrokken zijn bij ongeveer alles wat in levende materie gebeurt. Het unieke verband tussen hun structuur en functie wordt ingeoefend en gekoppeld aan een aantal analyses in de praktijk.
De laatste groep zijn de enzymen, een aparte klasse van de eiwitten. Enzymen zijn krachtige, reactiespecifieke en regelbare katalysatoren die absoluut noodzakelijk zijn om de reacties van het metabolisme met de gewenste snelheid te laten verlopen. In de actuele biotechnologie zal men specifieke zuivere enzymen in celvrije systemen gebruiken om reacties naar wens te katalyseren. Maar ook in de industrie, voeding en de geneeskunde is kennis en gebruik van enzymen niet meer weg te denken.
Door de bespreking van deze enzymen wordt duidelijk dat deze kennis kan gebruikt worden voor de productie van geneesmiddelen, in de industrie en bij het aanwenden van enzymen in analystische bepalingsmethoden.
De theorie zal ondersteund worden met praktijkoefeningen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH39 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- CH49 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student;
- geeft suikers (incl de cyclische suikers) op een juiste wijze weer volgens de Fischer, Saw–horse, Wedge en Haworth projecties
- benoemt een eenvoudig suiker correct
- werkt het mechanisme van de hemiacetaalvorming en acetaalvorming in monosachariden uit
- legt het begrip mutarotatie uit, bepaalt de draaiing van het polarisatievlak en berekent uit de optische activiteit de specifieke draaiing of de concentratie berekenen
- benoemt het verschil tussen een alfa en een beta–glycosidische binding
- tekent uitgaande van twee suikers het juiste disacharide (cellobiose, maltose, lactose en sucrose)
- geeft de verschillende chemische eigenschappen van monoscacchariden in relatie tot de functie van deze suikers in het organisme en de bepalingsmethoden
- kent de biochemisch belangrijkste mono–, di– en polysacchariden
- maakt oefeningen over de belangrijkste reacties van suikers en aminozuren
- noemt van de belangrijkste polysachariden (cellulose en zetmeel, glycogeen) op uit welke monosachariden ze opgebouwd zijn en hoe ze aan elkaar gekoppeld zijn.
- legt het biochemisch belang van oligosacchariden o.m. in glycoproteïnen, glycolipiden celwand en celmembranen uit
- geeft de verschillende functies van mono–, di– en polysacchariden in het organisme weer
- deelt een reeks alfa–aminozuren in op basis van zuur–base eigenschappen
- geeft de juiste vorm van het AZ bij een bepaalde pH
- definieert de begrippen isoelectrisch punt en zwitterion en berekent het IEP van een aminozuur
- weet wat een amidebinding (peptidebinding) is en wat het belang is voor de eiwitstructuur.
- legt het biologisch belang van enkele peptiden
- geeft de naam van de belangrijkste heterocyclische moleculen geven
- herkent de bouwstenen waaruit eiwitten zijn opgebouwd
- tekent de algemene structuur van een aminozuur correct
- omschrijft de belangrijkste eigenschappen van deze bouwstenen
- kent het verschil tussen ruimtelijke en chemische opbouw van eiwitten
- begrijpt de verschillende niveau's in een eiwitstructuur en geeft de belangrijkste interacties/bindingen die bijdragen tot de opbouw dan een niveau
- kent de hoofdeigenschappen van eiwitten
- omschrijft het verband tussen structuur en functie van eiwitten
- heeft inzicht in de geweldige variatie aan functies van eiwitten.
- benoemt de belangrijkste eigenschappen en karakteristieken van enzymen
- weet waaruit enzymen opgebouwd zijn en legt dit uit
- kent de functies, indeling, gelijkenis en verschillen van de verschillende cofactoren
- licht de verschillende factoren die bijdragen tot de structuur en werking van een enzym toe en weet en omschrijft hoe verschillende factoren de enzymwerking beïnvloeden
- benoemt het voorkomen, de isolatie en de bewaring van enzymen
- legt uit wat kwaliteit en activiteitsverlies is
- geeft de indeling van de enzymen
- is op de hoogte van enkele toepassingen van enzymen
- weet wat cofactoren zijn en benoemt het belang van cofactoren en hun rol in enzymatische reacties
- heeft een basiskennis van de eigenschappen enzymen, het werkingsmechanisme en de factoren die de enzymwerking beïnvloeden
- maakt, gebruikt en stockeert op een correcte manier eiwitoplossingen
- Na de praktijksessies:
- voert een staalvoorbereiding juist uit
- schrijft een praktijkjournaal volgens de voorschriften
- plant efficiënt zijn tijd voor het uitvoeren van praktische proeven
- bereidt oplossingen nauwkeurig en werkt analytisch
- controleert eigen werk kritisch
- bespreekt resultaten in de ruimere context van de proef
- betrekt in duplo experimenten, positieve en negatieve controles correct in het bespreken van de resultaten
- bepaalt suikers, aminozuren, eiwitten op een correcte, betrouwbare manier en zet de meetwaarden om naar de gevraagde concentraties in het monster
- bepaalt op een correcte manier concentraties door middel van enzymatische bepalingsmethoden en interpreteert
- stelt het verband op tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen facet en/of de waarden op het etiket
- vergelijkt de verschillende bepalingsmethoden met elkaar wat specificiteit en gevoeligheid betreft
- voert een eenvoudige eiwitisolatie uit door gebruik te maken van het colloïdaal gedrag van eiwitten
- verwerkt de resultaten in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Veilig werken
|
|
Andere begincompetenties
|
Voor de praktijksessies dienen de hoofdstukken eiwitten nagelezen te zijn voor de proeven Biureet, Bradford, Hydroxyproline en Ovalbumine. Voor de proef enzymen, dient het hoofdstuk enzymen gelezen te zijn. In de praktijksessie is de basiskennins van instrumentele vaardigheden vereist. De veiligheidsbrochure dient gekend te zijn. Daarnaast is de basiskennis van Word en Excel ook verplicht.
|
LEERINHOUDEN
|
De opbouw, de indeling, de eigenschappen en de functie van enkele moleculen die aan biochemische processen deelnemen worden behandeld. Dit zijn achtereenvolgens de suikers, de aminozuren, de eiwitten en de enzymen. Voor de suikers en aminozuren wordt er extra aandacht besteedt aan oefeningen. Binnen de groep van de eiwitten gaat onze bijzondere aandacht naar de enzymen. (biokatalysatoren). Vooral de omstandigheden bij enzymatische analysemethoden worden grondig besproken In de praktijksessies worden:
- verschillende spectrofotometrische concentratiebepalingen van eiwitten uitgevoerd en de methoden met elkaar vergeleken.
- ovalbumine wordt geïsoleerd uit kippeneieren, steunend op het colloidaal gedrag van eiwitten. Het denaturatiegedrag t.o.v. verschillende detergenten wordt bepaald a.d.h.v. beschikbare SH–groepen en zouten worden uit de oplossing verwijderd door dialyse. De link met de eiwitstructuurniveaus wordt gemaakt.
- Het hydroxyprolinegehalte in vleeswaren wordt bepaald na een correcte staalvoorbereiding om tot structureel inzicht van eiwitten te komen
- enzymatische suikerbepalingen in voedingsmiddelen uitgevoerd. De specifieke aandachtspunten van het werken met enzymen en het belang van positieve en negatieve controles zal hierbij extra aandacht krijgen. De resultaten worden in ruime context besproken
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus “Biochemie 1 - theorie” –auteurs: G. Caethoven – Plantijn Hogeschool
- cursus “Biochemie 1 –praktijk”– auteur: G.Caethoven – Plantijn Hogeschool
- e–campus voor presentaties, externe links, oefeningen, controlebladen, laborganisatie, enz.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
34
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
66
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling labverslagen. Schriftelijke integratief examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen. Dit integratief examen omvat zowel vragen uit de hoorcolleges als uit de praktijklessen.
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: afwezigheid niet uitvoeren van de opgelegde taken niet afgeven van de gevraagde opdrachten niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Het integratief examen wordt hernomen
- De punten van de permanente evaluatie en beoordeling van de labverslagen worden overgedragen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Lab aromaten en polymeerchemie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200119 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 30 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Inge Gutschoven |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens het uitvoeren van verschillende labopdrachten worden enkele praktische toepassingen van syntheses van aromaten en polymeren ingeoefend. De nadruk ligt op de synthese, maar ook het opzuiveren en de identificatie van de gevormde moleculen komen aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH05 Leert uit zijn fouten.
- CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- CH09 Blijft planmatig werken onder stress.
- CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
- CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH40 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal.
- CH41 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken op voor de uitvoering.
- CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
- CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
- CH57 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
- CH58 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
- CH59 Meldt spontaan mogelijke veiligheidsrisico's.
- CH60 Reageert gepast in een risicosituatie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- gaat op een veilige manier om met reagentia.
- voert een aromatische synthese op een correcte wijze uit.
- voert een radicalaire polymeersynthese en een polycondensatie op een correcte wijze uit
- werkt en houdt rekening met collega's tijdens het uitvoeren van de labexperimenten.
- voert op een technisch-wetenschappelijke wijze zelfstandig een organische synthese van aromaten uit.
- isoleert het eindproduct van zijn synthese isoleren en zuivert de molecule.
- beoordeelt op een kritische wijze de uitgevoerde experimenten en de daarbij behorende resultaten.
- rapporteert op overzichtelijke en volledige wijze rapporteren.
- maakt gebruik van de verschillende technieken (destillatie, herkristallisatie,kooktemperatuur, smelttemperatuur, FT-IR, Gaschromatografie, Dunnelaagchromatografie, brekingsindex, GC-Ms, DSC) die gebruikt worden als identificatie- en analysemethode.
- verwijdert op een veilige milieubewuste wijze het afval.
- zoekt aan de hand van boeken in de bibliotheek of via het internet een synthese of een zuiverheidscontrole op.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor: Organische chemie 1
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Organische chemie 2 of Organische chemie 2 (PO), Synthese en analyse.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Synthese oefeningen van aromaten
-
Synthese oefeningen op polyadditieen/of polycondensatie en additiepolymerisatie (eventueel copolymersiatie)
-
Polymerisatietechnieken
-
De veiligheidsaspecten betreffende het organische labo.
-
De basishandelingen vereist in een organisch laboratorium : omgaan met verschillende synthese-opstellingen verschillende destillatietypes, omkristallisatie, bepaling fysicochemische constanten (DSC, Buchi, brekingsindex), infrarood, nucleaire magnetische spectroscopie en massaspectra, rendementsberekeningen, veiligheidsvoorwaarden en milieurichtlijnen bij werken met organische producten in verband met afvalsortering en verwerking.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
100
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: afwezigheid
- niet uitvoeren van de opgelegde taken
- niet afgeven van de gevraagde opdrachten
- niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
De punten van de permanente evaluatie (werk, verslagen, toetsen) worden overgedragen.
-
Integratieve toets.
|
|
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Chemie - Van monster tot te meten oplossing |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Chemie | Code: | 4160200100 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 44 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Patrick Verbeke Karin Dhont |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Spectrometrische analysemethoden zijn gebaseerd op de absorptie of de emissie van straling door te bepalen componenten. UV-, zichtbaar en infrarood spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden besproken
Gravimetrische analysemethoden, zuur/base titraties, redoxtitraties en neerslagstitraties worden eveneens besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- CH03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- CH17 Verwittigt bij afwezigheid.
- CH18 Respecteert deadlines/afspraken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- CH34 Schat de mogelijkheden en beperkingen van de werkmethoden correct in.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- leest een blokschema van verschillende soorten spectrometers
- kent en gebruikt het verband tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen component
- schat de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende spectrometrische technieken in
- voert berekeningen uit i.v.m. concrete toepassingen met de besproken analysetechnieken
- Gravimetrie: kent de basisprincipes, homogene preciputatie, post-en coprecipitatie, problemen en oplossingen bij de vorming van zeer fijne neerslagen
- neerslagstitraties/argentometrie: berekent titratiecurven; kent de invloed van verdunning en grootte van Ks op de titratiecurve, de ligging van het EP en de grootte van de sprong
- Maakt het onderscheid tussen zeer sterke , sterke , zwakke en zeer zwakke zuren en basen , gebaseerd op de aciditeits - of basiciteitsconstanten
- Zuur/Base titraties : berekent titratiecurven voor een mono- , di- , en tribasisch zuur (of het zout ervan) ; schat de invloed van de verdunning op de ligging van het EP , de grootte van de sprong en de titratiecurve correct in ; schat de invloed van de grootte v/d zuurconstante op de titratiecurve , de ligging van het EP en de grootte van de sprong juist in; berekent de concentratie van de componenten van een mengsel van zouten , zuren en basen ahv de resultaten van een titratie ( vraagstukken) ; schetst titratiecurven (pH ifv vorderingsgraad , ml titrant , of geq titrant toegevoegd ).
- Redoxtitraties: berekent titratiecurven; schat de invloed van de verdunning en het aantal uitgewisselde electronen op de titratiecurve, de ligging van het EP en de grootte van de sprong correct in; berekent concentraties ahv resultaten uit een redoxtitratie (vraagstukken)
- houdt bij de berekeningen rekening met mogelijke zijreacties en kan zijreactiecoëfficiënten berekenen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Atoom tot reagerende moleculen, Chemische bindingen, Chemie in oplossingen, Labcluster chemie in oplossingen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, IR-spectrofotometrie, vlamfotometrie, AAS.
Gravimetrie, zuur/base titraties, redoxtitraties, neerslagstitraties.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Van monster tot te meten oplossing, Spectrometrsiche analystechnieken: theorie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratief examen.
Het totaalcijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten. Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Het totaalcijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten. Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit de facetten:
- spectrometrische analyse
- staalvoorbereiding en analyse
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
|
|
|
|