|
|
|
|
Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4180100052 | Medische microbiologie | 10 |
4180100055 | Moleculaire genetica | 7 |
4180100057 | Labcluster Instrumentele analyse 2 MLT | 4 |
4180100061 | Labcluster Klinische Biologie2 | 6 |
4180100064 | Statistiek | 3 |
4180400082 | Werkveldoriëntatie 2MLT | 8 |
4180100077 | Biochemie 2 | 7 |
4180100084 | Hematologie 2 | 4 |
4180100086 | Immunologie | 4 |
4180100089 | Instrumentele analyse 2 MLT | 7 |
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Medische microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100052 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 58 | Aantal studiepunten: | 10 | Totaal studietijd: | 260 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen kunnen een zowel een positieve als negatieve invloed hebben op onze samenleving. Het identificeren en classificeren van de potentiëel pathogene micro-organismen is van groot belang om het onderscheid te kunnen maken met de normale commensale flora.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL04 Gaat constructief om met kritiek.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
beschikt over een grondig inzicht in de classificatie van de potentieel pathogene micro-organismen voor de mens
·
kent de normale vindplaats van deze micro-organismen.
·
kent de principes van de isolatietechnieken van de pathogene micro-organismen uit een klinisch staal
·
beschikt over de kennis van de identificatie-eigenschappen van deze micro-organismen.
·
kent de manier van opzoeken (kwalitatief en/of kwantitatief) van antilichamen en antigenen
·
beschikt over de theoretische kennis van het uitvoeren van een antibiogram met de dilutie en de diffusietechniek
·
voert een antibiogram uit volgens de dilutie en de diffusiemethode en kan het uitgevoerde antibiogram interpreteren
·
kan de volgende serologische technieken uitvoeren: agglutinatie en IF (immunofluorescentie))
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Biologie
|
|
Andere begincompetenties
|
Basishandelingen en begrippen Microbiologie
|
LEERINHOUDEN
|
In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infectie(s) ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd
Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen.
Gevoeligheidsbepaling of antibiogram Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk) power-point presentatie
websites nota's bij de praktijksessies (P. Winnen) medische stalen lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
Extra leermiddel (niet verplicht): Medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen : deel 1 en 2 J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Moleculaire genetica |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100055 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 54 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus start met de structuur van de erfelijkheidscode. Verder wordt bekeken hoe deze code wordt omgezet in lichaamseigenschappen en welke regulatiemechanismen hier een rol spelen. Er wordt besproken hoe de code wordt doorgegeven bij de celdeling en hoe hiervoor het DNA wordt verdubbeld. Veranderingen in het erfelijk materiaal worden besproken, met hun mogelijke oorzaken en gevolgen. De principes van monogene overerving komen aan bod, met zowel autosomale als geslachtsgebonden overerving. Vervolgens hebben we het over multifactoriële overerving en complicerende processen bij de overerving. We bestuderen verschillende chromosomale afwijkingen, zowel numerieke als structurele. Overerving van gekoppelde genen met daarbij koppelingsanalyse zullen behandeld worden. Een kleine introductie tot de populatiegenetica is ook inbegrepen in deze cursus.
Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. In het gedeelte “Moleculaire diagnostiek” wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recentere ontwikkelingen als micro-arrays en gentherapie komen aan bod. Deze technieken worden toegepast op een aantal gevallen uit de praktijk.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
·
Kent de structuur en de bouwstenen van het erfelijk materiaal
·
Omschrijft de organisatie van het menselijk genoom
·
Kent de soorten RNA en hun functie
·
Kent de verschillen tussen RNA en DNA
·
Tekent de structuur van een eukaryoot gen en geeft schematisch alle onderdelen weer
·
Geeft de structuur van mRNA schematisch weer en benoemt alle onderdelen
·
Beschrijft het Dogma van Crick en het gebruik van de genetische code
·
Noemt en beschrijft de drie grote stappen in de weg van gen naar eiwit
·
Benoemt de verschillende stappen in het replicatie-, transcriptie- en translatieproces en legt deze uit
·
Benoemt de algemene opbouw van een transcriptiefactor en de mogelijke types
·
Beschrijft wat er gebeurt tijdens de posttranscriptionele modificatie
·
Beschrijft welke processen er plaatsvinden tijdens de posttranslationele modificatie
·
Benoemt de verschillende niveaus waarop eukaryote genexpessie wordt gereguleerd en geeft voorbeelden
·
Benoemt en bespreekt de drie mechanismen van de epigenetica
·
Benoemt de verschillende soorten wijzigingen in erfelijk materiaal en legt deze uit
·
Bespreekt de processen mitose en meiose
·
Kent de verschillende fasen van de celcyclus
·
Begrijpt de mechanismen voor geslachtsbepaling bij de bevruchting
·
Kent de basisbegrippen uit de genetica
·
Interpreteert een genetische stamboom
·
Past de principes van monogene overerving toe op gegeven voorbeelden
·
Kent de principes van geslachtsgebonden overerving
·
Kent de besproken afwijkingen bij geslachtsgebonden overerving
·
Kent de principes van multifactoriële overerving
·
Kent de complicerende processen van overerving
·
Kent de besproken chromosomale afwijkingen
·
Bespreekt de overerving van gekoppelde genen
·
Kent de methode en het gebruik van de lod score analyse
·
Heeft inzicht in de populatiegenetica
·
Berekent allelen- en genotypenfrequenties in gegeven voorbeelden
·
Benoemt en beschrijft de verschillende technieken die gebruikt worden in de moleculaire diagnostiek
·
Beschrijft het principe van de PCR reactie, de vereisten en de risico’s en de mogelijke detectiesystemen
·
Benoemt de verschillende componenten van een PCR reactie en berekent de hoeveelheden
·
Benoemt en beschrijft varianten en alternatieven voor PCR en hun toepassingen
·
Kiest de juiste PCR variant voor een gegeven toepassing
·
Benoemt en beschrijft kwantitatieve PCR procedures
·
Kiest het juiste enzym voor een moleculair diagnostische toepassing
·
Interpreteert DNA profielen
·
Interpreteert resultaten van een moleculaire diagnose (bijvoorbeeld electroforesepatronen)
·
Tekent resultaten van een moleculair diagnostische test voor een gegeven klinische afwijking of genetisch profiel
·
Maakt een onderscheid tussen een electroforesepatroon van een heterozygoot, homozygoot of gezond individu voor verschillende afwijkingen en technieken
·
Tekent schema’s van ALLE verschillende besproken technieken uit de moleculaire diagnostiek
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor: Biologie, Biochemie 1
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor: Biochemie 2
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Structuur van de erfelijkheidscode: uitzicht van het erfelijke materiaal. Het karyogram en de chromosoomformule. Opbouw en indeling van het humaan DNA.
Omzetting in lichaamseigenschappen: De weg van gen naar eiwit. De structuur van RNA, transcriptie en posttranscriptionele processing
De weg van gen naar eiwit, vervolg: translatie en posttranslationele modificatie
Regulatie van genexpressie
De celdeling: Hoe wordt de code wordt doorgegeven?
De celcyclus met replicatie, mitose en meiose.
Herverdeling van het erfelijke materiaal. De voortplantingscellen. Overerving van het geslacht.
Mutaties: veranderingen in het erfelijke materiaal
Principes van monogene overerving: basisbegrippen, omzetting van genotype naar fenotype, het rooster van
Autosomale overerving: autosomaal recessieve overerving, autosomaal dominante overerving, incomplete dominante en codominante overerving. Geslachtsgebonden overerving
Multifactoriële overerving en complicerende processen: locusheterogeniteit en pleiotropie, penetrantie en expressiviteit, mozaïeken, genetische anticipatie en epigenetische invloeden
Chromosomale afwijkingen: polyploïdie, mono- en trisomieën, geslachtsaneuploïdieën, structurele chromosoomafwijkingen
Overerving van gekoppelde genen
Analysemethoden voor nucleïnezuren: cytogenetica, koppelingsstudies, hybridisaties, sequentiebepaling, RFLP, FISH, DNA-chips
Amplificatie van erfelijk materiaal: de PCR reactie
PCR-varianten
Kwantitatieve PCR
Detectie en identificatie van micro-organismen
Moleculaire detectie van erfelijke ziekten: diagnose van enkelvoudige genafwijkingen
Moleculaire oncologie
Gendiagnostiek in de immuunpathologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Bundeling powerpoint slides met notities (Auteur: Karen Pittois)
-
Bundel oefeningen per hoofdstuk
-
Boek ‘Onze Genen – handboek menselijke erfelijkheid’. 3de ed. 2011. P. Craeynest en P. Cokelaere. Acco uitgeverij. ISBN 978-90-334-8556-5
Niet verplichte literatuur, aanwezig in de bib:
·
Essential Medical Genetics. 6th ed. 2011.
E. S. Tobias
,
M. Connor
,
M. Ferguson Smith
. 2011. Wiley-Blackwell. ISBN 978-1-4443-9481-8
-
Medical Genetics at a Glance.
2nd ed. D.J. Pritchard, B.R. Korf.
Blackwell Publishing. ISBN 978 1 4051 4846 7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Schriftelijk examen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
schriftelijk examen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Labcluster Instrumentele analyse 2 MLT |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100057 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 40 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Verschillende spectrometrische en chromatografische analysetechnieken worden toegepast. UV- en zichtbaar licht spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden gebruikt. Gas- en vloeistofchromatografie worden uitgevoerd. Dit jaar komt de IF (immuno-fixatie)- en LDH -elektroforese aan bod, als aanvulling op de basis serum proteïne - elektroforese, 1BL. Er wordt veel aandacht besteed aan het belang van de verschillende meetvoorwaarden en het gebruik van externe en interne standaarden. Kennis van enkele statistische berekeningen is vereist: DL, statistische AF en b.i. De bepalingen gebeuren op waterstalen, serumstalen en geneesmiddelen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL04 Gaat constructief om met kritiek.
- BL05 Leert uit zijn fouten.
- BL06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
- BL07 Blijft onder druk planmatig werken.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL27 Benoemt de kern van het probleem.
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL54 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. bereidt nauwkeurig oplossingen en verdunningen, 2. voert metingen uit met de meest voorkomende spectrometrische analysemethoden, 3. voert chromatografische scheidingen ( GC, HPLC) uit; kan de mogelijkheden en beperkingen van een chromatografische bepaling inschatten, 4. rekent meetwaarden om naar concentraties in het oorspronkelijke staal verwerkt meetgegevens, en de resultaten van een analyse in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor: Instrumentele analyse 1, Labcluster Chemie 1, Labcluster Instrumentele analyse 1
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor: Instrumentele Analyse 2 MLT
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Er worden analyses uitgevoerd op eenvoudige monsters. De studenten leren de toestellen gebruiken en krijgen meer inzicht in de toepasbaarheid en het belang van de spectrometrische en chromatografische analysemethoden. Waar mogelijk worden de toestellen eerst manueel gebruikt en daarna met computersturing. Verwerven van de nodige vaardigheden bij het uitvoeren van IF- en/of LDH –elektroforese.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Practicumnota's: proefopgaven. Theorie nota's statistiek 1 en 2 BL. Theorie nota's instrumentele analyse 1 en 2 BL .
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
100
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Labwerk : werken in groepjes van max 3 personen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 60% | totaal cijfer examen | 40% |
-
Permanente evaluatie tijdens het practicum (20%)
1.
permanente evaluatie van lab-opdrachten,
2.
korte toetsen over parate kennis en vraagstukken,.
3.
controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht,
4.
controle op het correct gebruik van het labschrift.
-
Verslagen (20%)
-
Schriftelijke toets (60%)
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
1.
afwezigheid,
2.
niet uitvoeren van de opgelegde taken,
3.
niet afgeven van de gevraagde opdrachten,
4.
niet verwerven van de vooropgestelde competenties.
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 60% | totaal cijfer examen | 40% |
- Enkel het schriftelijk examen (60%).
- De overige verworven punten 1° examenperiode blijven behouden (40%).
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Labcluster Klinische Biologie2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100061 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 64 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voor het facet 'Hematologie' Routinetesten van primaire en secundaire hemostase. Differentiële telling van de witte bloedcellen en beoordeling van de rode bloedcellen en bloedplaatjes. De Coombs-reactie en zwangerschapsproblematiek.. De bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen met verschillende bepalingstechnieken
Voor het facet 'Microbiologie' In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd komt aan bod in theorie en praktijk. Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen zullen in een werkvelddag in praktijk worden omgezet.. Gevoeligheidsbepaling of antibiogram wordt tevens uitgevoerd in het labo. Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL04 Gaat constructief om met kritiek.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL36 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken.
- BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
- BL58 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- voert labotesten van de Primaire Hemostase uit
- voert labotesten van Secundaire Hemostase uit
- voert differentiële telling uit van de witte bloedcellen in al zijn aspecten en pathologische ziektebeelden.
- kent de belangrijkste referentiewaarden m.b.t. witte bloedcellen.
- kent het principe van de Coombs-reactie en voert deze uit in het labo..
- kent de pre-analytische condities
- voert de bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen met verschillende bepalingstechnieken uit
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor: Biologie, Hematologie 1, Labcluster Klinische biologie 1, Labcluster biologie
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 2, Medische microbiologie
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Voor het facet 'Hematologie' Routinetesten van primaire en secundaire hemostase. Differentiële telling van de witte bloedcellen en beoordeling van de rode bloedcellen en bloedplaatjes. De Coombs-reactie en zwangerschapsproblematiek.. De bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen met verschillende bepalingstechnieken
Voor het facet 'Microbiologie' In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd komt aan bod in theorie en praktijk. Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen zullen in een werkvelddag in praktijk worden omgezet.. Gevoeligheidsbepaling of antibiogram wordt tevens uitgevoerd in het labo. Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus hematologie R.Flies en P.Winnen Internet CD-Rom Atlas hematologie Microscopen Labnota's
Cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk)
power-point presentatie op CD-rom
Medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen : deel 1 en 2J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4 websites nota's bij de praktijksessies (P. Winnen) medische stalen
lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
100
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 40% | totaal cijfer examen | 60% |
- Permanente evaluatie tijdens het practicum (30%)
1. permanente evaluatie van lab-opdrachten, 2. korte toetsen over parate kennis en vraagstukken, 3. controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht, 4. controle op het correct gebruik van het labschrift.
- Verslagen (30%)
- Schriftelijke toets (40%)
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: 1. afwezigheid 2. niet uitvoeren van de opgelegde taken 3. niet afgeven van de gevraagde opdrachten 4. niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 40% | totaal cijfer examen | 60% |
- Enkel het schriftelijk examen (40%).
- De overige verworven punten 1° examenperiode blijven behouden (60%).
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
weging van de facetten:
- hematologie 35%
- microbiologie 65%
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Statistiek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100064 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 44 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Veerle Van Vlaslaer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties .
In deze cursus (vervolg van de cursus meetvariatie) gaan we dieper in op de analyse van de mogelijke oorzaken van variatie. Met hypothesetesten leer je om op basis van een beperkt aantal metingen onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden. Met variantieanalyses en andere technieken uit het statisitsch proefopzetten ga je gericht een aantal experimenten uitvoeren om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren.
We bekijken statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen.
De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
- BL33 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
verzamelt gericht gegevens: stelt een statistisch proefschema op in functie van de onderzoeksvragen, voert de bijhorende gegevensanalyes uit en interpreteert het resultaat.
-
voert volgende statistische toetsen volledig (berekenen en interpreteren) uit: t-testen op populatiegemiddelden (1 steekproef, 2 steekproeven), X²-en F-test op populatievarianties, goodness-of-fit testen ( X²-test en Kolmogorov-Smirnov), z-test op proporties, X²-onafhankelijkheidstest
-
doet een kritische analyse van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek): werkt evidence based.
-
past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens gerangschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds
-
beschrijft de toestand van een groep (ziek-gezond) met gepaste frequentiematen: berekent prevalentie- en incidentiecijfers; interpreteert deze frequentiematen
-
kent verschillende types epidemiologische studies, berekent en interpreteert de bijhorende associatiematen OR, RR, AR, PAR
-
gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken met Se, Sp, voorspellingswaarden, ROC-curve, kappa-waarde
-
interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek.
-
gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken: lodscore.
-
gebruikt kansrekenen bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen: regel van Bayes en stambomen.
-
berekent de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factor) en interpreteert het resultaat
-
berekent lineariteitstesten en interpreteert de resultaat.
-
begrijpt de onderliggende verschillen tussen verschillende lineaire regressietechnieken.
-
berekent factoriële proefschema’s en interpeteert de resultaten.
-
voert robuustheidstesten uit en interpeteert de resultaten.
-
voert de statistische gegevensanalyse uit zowel manueel als met Excel
-
leest en interpreteert de output van statistische software
-
zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels)
-
kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteert de rapportering.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Meten is weten
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus meetvariatie); p-waarde, type I en type I I fouten
-
hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling): t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
-
de statistiek van properties (z-test); chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat en Kolmogorov-Smirnoc als goodness-of-fit test;
-
link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LOD
-
Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
-
Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).
-
methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
-
Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
-
lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte; Passing-Bablock en Deming
-
variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
-
variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23- proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
-
interne kwaliteitscontrole: controlekaarten met leesregels
-
externe kwaliteitscontrole: grafische technieken
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Hoofdstukken 7 tem 15, 18&19 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
Formuleboekje statistiek (deel 1BL en deel 2&3BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
rekenmachine
-
wetenschappelijke artikels (thematische EDU-map statistiek)
-
www.westgard.com
aanvullend in de bib:
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
-
de nadruk ligt op begrijpen en i nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
-
zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
-
andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do
or lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
integratieve toets (4cu)
-
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
-
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
-
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
-
in lesweek 5 wordt tijdens de les (2cu) een toets over de hoofdstukken 10-11-12 (hypothesetesten) georganiseerd.
De toets wordt slechts één keer georganiseerd. Er geldt dat studenten die afwezig zijn extra vragen krijgen (binnen dezelfde examentijd) op het examen in de examenreeks. De toets is deel van het examen van de eerste examenperiode: dit betekent dat de behaalde punten (los van geslaagd of niet geslaagd) bij het examen meegeteld worden. De student kiest wanneer (toets of examen) hij/zij de vragen over hypothesetesten beantwoordt.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
integratieve toets (4cu) over de volledige leerstof
-
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
-
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
-
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Werkveldoriëntatie 2MLT |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400082 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 8 | Totaal studietijd: | 208 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Brigitte Van de Velde Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Project 3:
Deel 1: Validatie van commerciële kits voor de bepaling van waarbij de klinisch relevante enzymen en iso-enzymen. Statistische verwerking van de bekomen meetresultaten: de studenten schatten in wanneer welke hypothesetesten moeten uitgevoerd worden. De verwerking van de bekomen informatie resulteert in een beknopt verslag en een presentatie voor de hele groep studenten. Deel 2: Een beknopte zoekopdracht brengt de studenten in contact met het toekomst werkveld, de Belgische en Europese beroepsvereniging, en de eindwerken MLT van de voorbije 5 jaar. De verwerking van de bekomen informatie resulteert in een poster.
Project 4:
Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële en virale infectie: preventie, epidemiologie, …
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- BL09 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor de wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën.
- BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
- BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
- BL19 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren.
- BL20 Houdt rekening met inbreng van collega's.
- BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
- BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
- BL24 Zorgt voor een goede werksfeer.
- BL25 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen.
- BL26 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL33 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL38 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal.
- BL39 Brengt structuur in ideeën.
- BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
- BL41 Bereidt taken systematisch voor.
- BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
- BL43 Vangt onverwachte wendingen op.
- BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
- BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
- BL50 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit.
- BL51 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken.
- BL55 Meldt spontaan mogelijke veiligheidsrisico's.
- BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
- BL63 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Denkt vakoverschrijdend. De domeinen microbiologie,klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod.
- Toekomstgericht: kennismaking eindwerken MLT, werkveld, beroepsverenigingen.
- Eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren
- Het belang van de pre-analytische en analytische fase inschatten
- Bacteriële en virale verwekkers van meningitis opsporen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 1 en moet je ook inschrijven r Biochemie 2, Statistiek, Instr.analyse 2MLT, Labcluster instr. analyse 2MLT, labcluster biologie 2
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
Project 3:
Statistiek en enzymatische bepalingen: gebruik van commerciële kits. Zoekopdracht.
Project 4:
De bacteriële en virale verwekker van deze hersenvliesontsteking wordt in het laboratorium opgespoord en geïdentificeerd.
Taak Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële en virale infectie: preventie, epidemiologie, … Belangrijk is dat je een goede inschatting maakt van de activiteiten in een klinische labo dat zich met het onderzoek van deze analysen zal bezighouden. Dit wil zeggen dat een aantal typische labo -aspecten en –activiteiten goed omschreven moeten worden gaande van de staalafname tot het opsturen van het resultaat aan de arts.
Proces
Teneinde een goed beeld te hebben van meningitis is het nuttig een correcte definitie van bacteriële en virale meningitis op te stellen en verder toe te lichten welk het klinische beeld ervan is. • Welke onderzoeken worden uitgevoerd ? • Met welke technieken worden deze parameters bepaald? Zijn er soms verschillende technieken? • Kan je bepaalde analysen of onderzoeken in het practicum betrekken? • Hoe zit het met de pre -analytische fase, analytische fase? • Belangrijk zijn de referentiewaarden van de verschillende parameters.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projectinfo e-campus edu map. Eindwerken MLT bib. Cursusinfo statistiek, klinische biochemie en instrumentele analyse I en II.
Cursus microbiologie theorie en practicum Referenties: worden verstrekt tijdens de projectweken
RT-PCR
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
85
|
%
|
Verdere toelichting:
Opzoekwerk in groep. Lab per groep.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
We evalueren een project op twee niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs.
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore . individuele score. w1 Waarin: w1 = 100%
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria: 1. afwezigheid 2. niet uitvoeren van de opgelegde taken 3. niet afgeven van de gevraagde opdrachten 4. niet verwerven van de vooropgestelde competenties
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Vervangopdracht.
|
|
INFORMATIE OVER DE FACETTEN |
POP
Project 3
Project 4
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Biochemie 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100077 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 66 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Goele Caethoven Roald Santens |
beschrijving nog niet beschikbaar
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100084 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 34 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Reinoud Flies |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks beoogt de laboratoriumtechnische en klinische aspecten van de bloedgroepenproblematiek in de volle breedte van het gebied - d.w.z. het serologisch onderzoek, bloedgroep, antigenen en antilichamen en de toepassingen in de bloedtransfusie - op diepgaande wijze aan de orde te stellen. Daarnaast komt de hemostase aan bod.
Hemostase is het proces dat enerzijds zorgt voor het stelpen van bloedingen en anderszijds de circulatie van het bloed in het bloedvatenstelsel toelaat.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
- BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kent de eigenschappen van de witte bloedcellen in al zijn aspecten en enkele patologische processen.
-
De student kent de belangrijkste referentiewaarden m.b.t. witte bloedcellen.
-
ABO-en Rhesussysteem kennen, te weten structuur, antigenen, antistoffen en verschillende bepalingstechnieken plus bepaalde erfelijkheidsaspecten.
-
Zwangerschapsproblematiek m.b.t. ABO-en Rhesussysteem.
-
De student kent het principe van de Coombs-reactie.
- De student kent de pre-analytische condities
- Kent de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse
-
Kent de rol en de eigenschappen van de bloedplaatjes binnen de stolling.
-
Kent de verschillende stollingstesten die afwijkingen kunnen aantonen in verschillende stollingsprocessen
-
Kent de invloed van anticoagulantia op de stolling
- Kent de nodige pre-analytische aspecten van stolling, evenals referentiewaarden van de belangrijkste stollingsparameters.
- Voert de verschillende stollingstesten uit en interpreteren ze.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Biologie, Hematologie 1, Labcluster biologie, Labcluster Klinische biologie 1
|
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van celmorfologie
Grondige kennis van basisbiochemie (eiwitten, enzymen en suikers)
Grondige kennis anatomie (bloedvatenstelsel)
|
LEERINHOUDEN
|
-
Granulocyten (neutrofiel -eosinofiel -basofiel)
-
Lymfocyten
- Monocyten
- Rol bloedvat in hemostase
-
Bloedplaatjes (trombopoiese-morfologie- functie binnen de hemostase)
-
Primaire Hemostase ( werking + labotesten)
-
Secundaire Hemostase ( Werking - inhibitoren - labotesten)
-
Fibrinolyse (Werking - labotesten)
- Anticoagulantia voor medisch gebruik (heparines + orale anticoagulantia)
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Actuele Websites Boeken (zie bibliotheek) - Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Mondeling examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Mondeling examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100086 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 30 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Karen Pittois Marina Crols |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Immunologie:
Inleiding tot het immuunverweer. Welke cellen en moleculen spelen een rol? Indeling in het (1) niet-specifiek verweer met de verschillende barrières en de ontstekingsreactie en (2) het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Toelichting bij het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Veel aandacht wordt besteed aan de productie van monoklonale antilichamen en hun toepassingen.
Extra opdracht voor MLT: ELISA
Microscopische anatomie:
Het maken van histologische preparaten verloopt in een aantal fasen. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. De basis van de microscopische anatomie wordt kort besproken aan de hand van een aantal histologische preparaten
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
- BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
- BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
- BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
- BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
- BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Facet Immunologie · situeert het verweer · benoemt en beschrijft de verschillende barrières uit het specifiek verweer · benoemt moleculen en cellen uit het niet-specifiek verweer en beschrijft de werking · benoemt en verklaart de kenmerken van een ontstekingsreactie · benoemt de belangrijkste gelijkenissen en verschillen tussen het specifiek en het niet-specifiek verweer · benoemt de verschillende organen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie · benoemt de cellen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie · benoemt de verschillende soorten antigenen, hun eigenschappen en klassificatie · benoemt en beschrijft de klinisch relevante antigenen (ABO, Rhesus en HLA) · beschrijft de structuur, soorten en werking van antilichamen · benoemt de gevolgen van antigeen/antilichaam binding · geeft het productieproces van monoklonale antilichamen schematisch weer · benoemt de mogelijke toepassingen van monoklonale antilichamen · geeft een indeling van de verschillende immuuntesten en licht deze toe met voorbeelden · benoemt een gegeven immuuntest, klassificeert deze en benoemt de eigenschappen · benoemt de verschillen tussen de humorale en cellulaire respons · beschrijft de werking van het specifiek verweer tegen infectieuze deeltjes (bacteriën, virussen, parasieten, gisten en schimmels) Facet microscopische anatomie:
- Kent de problematiek van de staalafname en voert de analyses uit.
- Voert de handelingen uit die aan de diagnose voorafgaan.
- Herkent een aantal in de lessen besproken en bekeken weefsels.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor: Biologie, Biochemie 1
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor: Biochemie 2
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Facet Immunologie
Inleiding tot het verweer: plaats van het verweer. Verschillen tussen specifiek en niet-specifiek verweer. Het niet-specifiek verweer: barrières, cellen, eiwitten en werking Het specifiek verweer: Moleculen: antigenen, het MHC-complex, receptoren, immuunglobulinen Cellen en organen Werking: verweer tegen infectieuze deeltjes, ontsnappingsmechanismen Monoklonale antilichamen: productie en toepassingen
Extra opdracht voor MLT: ELISA
Facet microscopische anatomie
Men bestudeert het proces van bioptafname tot het microscopische preparaat. De basis van de histologie wordt besproken aan de hand van enkele weefsels en organen. Met het microtoom worden coupes gemaakt. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd. Een extern labo wordt bezocht om het theoretisch bestudeerde proces van biopt tot coupe aan de praktijk te toetsen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Facet immunologie:
-
Bundeling powerpoint slides met notities (Auteur: Karen Pittois)
-
Oefeningen per hoofdstuk beschikbaar op de P-schijf
-
Boek « Immunology » Lippincott’s Illustrated Reviews. Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe.
Wolters Kluwer. ISBN 0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2
Niet verplichte literatuur, aanwezig in de bib:
-
“How the immune system Works” 3th ed. 2008.
L. Sompayrac. Blackwell Publishing. 978 1 4051 6221 0
-
"Understanding Immunology" P. Wood. 2011. Pearson Eduction Limited.
ISBN 0273730681/978-0273730682
Facet microscopische anatomie:
theorie- en praktijknota's (P. Winnen- M.Crols)
PPT van theorieles (M.Crols)
Platenatlas histologie: Di Fiore's atlas of histology V.P. Eroschenko 8ste editie ISBN 0-683-02818-9 Williams & Wilkins
Histologische preparaten
Microscopen
Microtoom
Niet verplichte literatuur, naslagwerk:
"Functionele histologie" L.C. Juncqueira en J. Carneiro. elfde druk. Elsevier gezondheidszorg. ISBN 978 90 352 28627
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
100
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Facet microscopische anatomie:
- De lessen zijn verplichte activiteiten.
-
Werkvelddag:
- de werkvelddag is een verplichte activiteit.
- indeling
- van biopt tot coupe (ook voor OO proefdierkunde) dit is een activiteit die zal doorgaan in een labo van de UA
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk examen + permanente evaluatie
Extra opdracht voor MLT: ELISA 5% van de punten.
Berekening van het cijfer voor dit opleidingsonderdeel: - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
·
afwezigheid
·
niet uitvoeren van de opgelegde taken
·
niet afgeven van de gevraagde opdrachten
·
niet verwerven van de vooropgestelde competenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een verplichte activiteit haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk examen. De punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Instrumentele analyse 2 MLT |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180100089 | Academiejaar: | 2012-2013 | Type: | kern, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 58 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | | Lector(en) | Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden. Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
- BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
- BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
- BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
- BL34 Evalueert resultaten kritisch.
- BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Leest en begrijpt een blokschema van de verschillende apparaten,
- Herkent verschilpunten tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied,
- Legt bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal,
- Heeft een overzicht van de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Chemie 1, Instrumentele analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1) Uitbreiding van ‘Instrumentele analyse ‘ van 1BL:
- Emissiemetingen: fluorimetrie, nefelometrie en AES,
- Potentiometrie: soorten elektroden en statische potentiometrie,
- Elektroforese: IEF en IFE,
- Chromatografie: GC en HPLC,
- Bepalingsmethoden: interne standaard en standaardadditie methode.
2) Automatisatie in een medisch lab.
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus (T en P) van Reyniers Kathy
ppt van Chris Vanhentenrijk (automatisatie)
e-campus map Instrumentele analyse met ppt en extra oefeningen Bb platform bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
90
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
10
|
%
|
Verdere toelichting:
Groepsleren:
1) Bedrijfsbezoeken
2) Opdrachten: beoordeling van ppt en/of poster en/of een extra vraag INT
Evaluatie: totaal (10%)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 90% | totaal cijfer examen | 10% |
Groepsleren evaluatie (10%)
Schriftelijk integratief examen met kennis -, inzicht- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen (90%).
Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte werkveldsessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 90% |
Enkel het integratief examen (90%) kan hernomen worden.
Schriftelijk examen met kennis -, inzicht- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte werkveldsessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
|
| |
|
|
|
|