De pedagogische stage valt dit jaar volledig in het tweede semester en is gegroepeerd in verschillende blokstages waarbij van de student een grote zelfstandigheid gevraagd wordt. De student doorloopt een blokstage van 4 weken gevolgd door een blokstage van 3 weken waarbij zowel voor de vakken van de major als voor de vakken van de minor stage gedaan wordt. (9u per week major en 5u per week minor) Daarna volgt een blokstage van 2 weken waarbij de student ervaring kan opdoen in het BuSO of in het Deeltijds Onderwijs.

Belangrijk tijdens deze stages is dat de student actief experimenteert met het onderwerp van zijn portfolio!  

Voor de major verdiept de student zich in de lesinhouden van de derde graad, aangevuld met de eerste en tweede graad. Op didactisch vlak toont hij dat hij interactieve werkvormen kan hanteren en gepast kan differentiëren in functie van de beginsituatie. Op relationeel/interactief vlak toont de student een omgang met leerlingen die aangepast is aan hun ontwikkelingsniveau. Specifiek voor de derde graad stimuleert de student de leerlingen op hun weg naar zelfstandigheid.

De student wordt tijdens de stage door een lector van de Plantijnhogeschool bezocht. In samenspraak met de mentoren wordt per stageblok een evaluatiedossier opgesteld. Deze dossiers zijn het uitgangspunt voor de eindevaluatie van de stage major.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO05 Stelt zicht assertief op.
  
• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO14 Werkt doelgericht.
  
• LO15 Kan emanciperend werken.
  
• LO16 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO18 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

- De student weet zich zowel op administratief, leerbevorderend, taakgebonden, interactief als persoonsgebonden vlak te profileren als een adequate leerkracht

- de student profileert zich als een volwaardig lid van een team

• het realiseren van een zelfstandige opdracht over meerdere weken voor de vakken van de major in de derde graad, aangevuld met de eerste en de tweede graad.
• uitdieping en toetsing aan de praktijk van het portfolio-onderwerp
  

• Basiscursussen uit de opleiding gelden als bronnenmateriaal.
• Behandelde leerinhouden van het derde opleidingsjaar.
• Leerplannen en eindtermen.
• Handboeken en leerlingenteksten.
• Vakliteratuur!
• Observatieopdrachten.
• Leerpunten aangereikt door mentoren en stagebegeleiders.
• Eigen reflecties.
• Theoretische achtergronden rond het portfolio-onderwerp.
  

De visie op de stage, de specifieke opdracht, de begeleiding en evaluatie van de stage zijn uitgebreid beschreven in het stagevademecum.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Beoordelingsprocedure en -criteria zie stagevademecum.
• De student wordt beoordeeld op de groei die hij doormaakte gedurdende de 2 blokstages. Als ondersteuning van deze evaluatie gelden de stagedossiers. De stagebegeleider heeft de student gevolgd en stelt in samenspraak met de mentoren een eindevaluatie op.
• Er mag geen onvoldoende gescoord worden op één van de volgende items: administratie, leerbevorderend, taakgebonden, interactief en persoonsgebonden gedrag.
• Breekpunten moeten verworven zijn.
• Voor opgegeven aandachtspunten heeft de student voldoende nieuwe vaardigheden verworven.
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Geen herkansing mogelijk.

geen deliberatie mogelijk

De cursus bereidt je voor op het lesgeven in de modevakken in de derde graad van het secundair onderwijs.

• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

• de student moet de leerplannen van de derde graad TSO lezen en kunnen toepassen tijdens de pedagogische stage .
• de studenten moeten kunnen uitleggen hoe je een geïntegreerde proef in het zesde jaar TSO en BSO organiseert.  
• de student moet een project kunnen plannen voor 1 trimester : leerinhoudelijk, vakoverschrijdend, methodisch, tijdsplanning
• de student moet een lesonderwerp gedifferentieerd kunnen uitwerken : vertragen, versnellen, verbreden

vakdidactiek mode 1 en 2

• leerplanstudie derde graad TSO-BSO
• plannen van project voor 1 trimester : leerinhoudelijk, vakoverschrijdend, methodisch , tijdsplanning
• de geïntegreerde proef
• stagebegeleiding
• gedifferentieerd werken
• nascholing, levenslang leren

• leerplannen van de derde graad
• presentaties op de Pschijf

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• De studenten  maken in groep een een trimesterplanning voor mode. Het resultaat wordt tijdens het examen mondeling toegelicht
  

• Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

• Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• De student komt voor 1 juli een opgave vragen aan de lector voor de tweede zittijd.
• De student maakt individueel een nieuwe trimesterplanning voor mode 
  

Voor dit eindwerk vertrekt de student vanuit een problematiek die hij/zij tijdens de stages van de afgelopen jaren gedetecteerd heeft en waar hij/zij onderzoek wil naar doen en verbetering wil in aanbrengen.  Deze problematiek wordt gelinkt aan het competentiemodel. De concrete leservaring en gedane zelfreflecties tijdens de stage van het derde jaar nemen hierbij een centrale plaats in. De student stelt op een creatieve wijze, na theoretische verdieping van het onderwerp via opzoekwerk van wetenschappelijke bronnen, een dossier samen waarbij de competentie-groeiontwikkeling mooi volgbaar wordt. Dit project zal tesamen met een didactische actie  van het uitgewerkt thema mondeling verdedigd worden voor een jury-deskundigen en voor de collega-studenten .

Ter ondersteuning van dit proces krijgen de studenten een lector-mentor toegewezen die gedurende vastgelegde bijeenkomsten tijdens het jaar de student begeleidt in zijn proces. Deze bijeenkomsten zijn verplicht en tellen mee voor de procesevaluatie van dit eindwerk. Tevens worden de studenten gedurende 2 maal één week tijdens het academiejaar vrijgeroosterd om de opdrachten rond hun eindwerk te kunnen vervolledigen.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO05 Stelt zicht assertief op.
  
• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO14 Werkt doelgericht.
  
• LO15 Kan emanciperend werken.
  
• LO16 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO18 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

1. De student is in staat degelijk opzoekwerk te realiseren omtrent het gekozen onderwerp

2. De student is in staat dit opzoekwerk om te zetten naar een concrete actie die tijdens de stages uitgevoerd en geëvalueerd kan worden.

3. De student is in staat een verslag te maken in correct Nederlands van het opzoekwerk en de uitgewerkte actie

4. De student is in staat zijn/haar bevindingen omtrent het onderzoeksonderwerp op een boeiende manier te presenteren voor externen en collega-studenten.

• Theorie portfolio.
• Verdieping van de specifieke opdracht naar de keuze van de competenties.
• Bronnenonderzoek.
• Wetenschappelijke bronnen citeren.
• Het maken van een verzorgde, schriftelijke neerslag met bijzondere aandacht voor spelling.
• Mondelinge presentatie.
  

• Boek: Meeus, W., Van Looy, L., Portfolio zonder blozen, Garant, Antwerpen, 2005.
• Basistekst-opdracht: 'portfolio in de lerarenopleiding'.

• Interactieve hoorcolleges.
• Bibliotheekbezoek.
• Individuele begeleidingsmomenten.
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• de portfolio wordt beoordeeld door de betrokken lectoren en een externe jury op het proces en het product van de uitgewerkte bundel en de mondelinge presentatie.
• studenten die een onvoldoende halen voor hun portfolio kunnen van de jury een aangepaste opdracht krijgen die uitgewerkt moet worden tegen de 2e zittijd.
• studenten die zich niet klaar voelen om hun portfolio reeds in 1e zittijd voor te stellen, kunnen deze voorstellen in 2e zittijd.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Wanneer de portfolio ontoereikend wordt geacht in de eerste examenperiode krijgt de student een concrete, specifieke opdracht om een onvoldoende uitgewerkt onderdeel van de portfolio opnieuw te behandelen.
• studenten die hun portfolio niet in 1e zittijd voorstelden, kunnen dit in 2e zittijd doen

Deze module biedt zowel een theoretische als praktische voorbereiding op de stage en de latere beroepspraktijk. Daarbij wordt gefocust op actieve kunsteducatie. We geven bijzondere aandacht aan het bepalen van een strategie, het verfijnen van doelstellingen en de inzet van een goede begeleidershouding.

De studenten leren om receptieve kunst toegankelijk te maken voor een jong publiek, onder andere door het geven van een actieve rondleiding.

De kunstkennis wordt verruimd. Dans en theater worden binnen hun historische en hedendaagse context geanalyseerd.

Tijdens de projectweek gaan we aan de slag op constructivistische wijze. De studenten analyseren hun sterktes en zwaktes met betrekking tot kunsteducatie, en bepalen een strategie om zich te verbeteren.

• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  

- De theorie leren toepassen op de praktijk: opgedane kennis van de voorbije jaren leren koppelen aan een concrete projecten.

- De methodiek van de actieve kunsteducatie kennen en kunnen toepassen

- Een actieve rondleiding in een museum kunnen uitwerken en geven, met aandacht voor de constructivistische visie

- Visie verkrijgen op programmatie voor specifieke leeftijdsgroepen, in het kader van de schoolcontext.

- Inzicht verkrijgen en een visie ontwikkelen op de omkadering van voorstellingen

-  Verdieping in één medium: zowel theoretisch als praktisch

- Open geest ontwikkelen om vrij te leren omspringen met verschillende contexten en kunstgerelateerde vragen.

- Kennis van de grote lijnen van de dansgeschiedenis en de theatergeschiedenis van Vlaanderen.

- Reflectie met betrekking tot kunst, en meer specifiek de podiumkunsten

- Actieve kunsteducatie: methodiek van Jan De Braekeleer

- Actieve rondleiding

- Creatie van korte kunsteducatieve opdrachten

- Brainstorm-technieken in functie van een artistiek schoolproject

- Dans en theater: geschiedenis en actualiteit

- Kennis over en praktische training in een zelfgekozen medium

- Programmatie voor een specifieke doelgroep met een koppeling naar de praktijk op school

- Artistieke verdieping, verbreding en reflectie aan de hand van de actualiteit

- Studiemateriaal lector

- Handboek Actieve Kunsteducatie van Jan De Braekeleer (Wisper)

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

70% permanente evaluatie: 20% actieve rondleiding, 30% taken, 20% projectweek

30% mondeling examen

Afwezigheid

- Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.

- Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

- Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

Taken

Indien een taak te laat wordt binnengebracht, dan krijgt de student een nul voor desbetreffende taak.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

- Taken in verband met dagelijks werk kunnen bijgewerkt of opnieuw gemaakt worden. Instructies daarover worden door de student zelf voor 1 juli opgevraagd.

- Alternatieve opdracht voor het creëren en geven van een actieve rondleiding. Instructies daarover worden door de student zelf voor 1 juli opgevraagd.
- permanente evaluatie 70%
- schriftelijk examen 30%

In deze stageperiode zal de student een artistiek schoolproject van het begin tot het einde realiseren: van de eerste formulering van een voorstel tot de uitvoering en evaluatie van de activiteit.

Samen met een medestudent wordt een artistiek traject van 3 dagen uitgewerkt en uitgevoerd.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  

• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO14 Werkt doelgericht.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  

- Leren uitdenken en organiseren van een artistiek schoolproject: van de prille opstart tot een goede afronding.

- Out of the box denken

- Leren motiveren van keuzes in het kader van een artistiek project in een specifieke schoolcontext.

- Leren uitwerken en begeleiden van korte kunsteducatieve opdrachten die bijdragen tot een langer kunstproject.

- Werken vanuit concrete doelstellingen doorheen een artistiek traject, rondom een helder thema

- Leren delegeren van taken aan medestudenten, met behoud van eigen verantwoordelijkheid en overzicht over het project.

- Ondersteunende rol leren opnemen tijdens sessies van medestudenten.

- Leren evalueren van een eigen artistiek schoolproject, in dialoog met de partners.

- Verslag leren maken van een artistiek project.

- Op punt stellen van een eigen schoolproject: inhoudelijk en praktisch invullen, motiveren en evalueren van het project.

- Koppelen van de theorie aan de praktijk: toepassen van de methodiek van de actieve kunsteducatie, met aandacht voor het constructivisme

- Medestudenten op constructieve wijze begeleiden bij de praktische en inhoudelijke realisatie van hun kunsteducatieve sessies

- Opstellen van een stageverslag waarin de belangrijkste beslissingen gemotiveerd worden, met als sluitstuk een evaluatie van het project.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Binnen dit cursusaanbod in het derde jaar gaan we inhoudelijk dieper in op het begeleiden van leerlingen met leer-, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen. We staan stil bij de specificiteit van leerlingen in het deeltijds en buitengewoon onderwijs en bij interculturele communicatie.

Het is de betrachting om een positief ingestelde attitude te ontwikkelen ten aanzien van de lerende, onafgezien van zijn kwaliteiten en beperkingen. Hiervoor is inzicht in problematieken noodzakelijk en dient samengewerkt te worden met collega's, ouders en externen.

De einddoelstelling zal erin bestaan om te komen tot een verantwoorde en ethische attitude van toekomstig leerkracht.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO05 Stelt zicht assertief op.
  
• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO15 Kan emanciperend werken.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO18 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

1. De student is oprecht en integer in z'n handelen en biedt voldoende standvastigheid in moeilijke situaties doordat hij/zij de vaardigheden tot oplossingsgericht werken kent.
2. De student leert empathisch te werken en heeft voldoende inzicht en reflectie op z'n persoonlijk handelen.
3. De student kan in team werken, met respect interacties aangaan waarbij tevens de interculturele communicatie verbetert
4. De  student is in staat om in overleg een positief leefklimaat te creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. Dit omvat inzicht in mogelijke stoornissen bij leerlingen.

5. De student is in staat om met ouders en verzorgers in dialoog te treden over opvoeding en onderwijs.
6.De student is in staat zich te documenteren overde eigen rechtspositie en die van de leerlingen.
7.De student is in staat om actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen te identificeren en kritisch te benaderen.

bereidheid tot zelfreflectie

bereidheid tot interactief participeren

• Basishouding/attitude van de leerkracht : normen en waarden die inspireren
• Communicatieprincipes/ gespreksvoering
• Oudercontact
• jongeren met leer-, ontwikkelings-, gedragsproblemen
• jongeren in het deeltijds onderwijs
• jongeren in het buitengewoon onderwijs
• Interculturele communicatie.

Cursus met aanvullende, ondersteunende wetenschappelijke teksten en videomateriaal

• Interactieve hoorcolleges.
• Praktijkvoorbeelden-toepassingen via videodocumentaires.
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Om je weg te vinden in het onderwijslandschap komen in het derde jaar verschillende topics over onderwijsorganisatie, onderwijsbeleid en de rechten en plichten van een leerkracht aan bod. Het hele pakket bereidt je op een directe en praktische manier voor op de onderwijspraktijk die buiten het eigenlijke lesgeven valt. De contactmomenten staan in het teken van een constant begeleiden en remediëren van de opdrachten en het verduidelijken van bepaalde inhouden.

• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  

• LO14 Werkt doelgericht.
  

1. De student kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren (bijhouden van leerlingengegevens, evaluatiegegevens, klasseraad,…).
2. De student kan de resultaten van onderwijsonderzoek beoordelen.
3. De student kan participeren aan samenwerkingsstructuren: Klasseraad, graadwerkgroepen, vakwerkgroepen.
4. De student kan zich documenteren over de eigen rechtszekerheid: plichten en rechten van de leraar, loopbaan en bezoldiging, verloven, ziekten en ongevallen, aansprakelijkheid.
5. De student kan reflecteren over het beroep van de leraar en de plaats in de samenleving: Geschiedenis van het algemeen secundair onderwijs en het technisch onderwijs, organisatie van het secundair onderwijs, organisatie van het BUSO.

6. De student neemt deel aan de training rond het thema leefsleutels

• De staatshervorming
• Het schoolpact
• Structuur van het onderwijs
• CLB
• Inrichtende macht
• leerplicht
• participatie
• De plichten van de leerkracht
• Verboden praktijken op school
• Verplichtingen t.g.v. netgebonden reglementen
• GOK
• Het schoolreglement
• De klasseraad
• Inspectie en begeleidingsdiensten
  

• Cursus pedagogische wetenschapen 3 LO.
• Tijdschrift Klasse.
• Onderwijs.vlaanderen.be.
• Publicaties Vlaamse Gemeenschap, departement onderwijs.
• Externe sprekers
  

• Hoorcolleges.
• Opdrachten en oefeningen.
• Individueel werk.
• Mogelijke deelname seminaries die betrekking hebben op inhoud cursus.
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Mondeling examen (50%). Open boek. 
• opdrachten (50%)
• Leefsleutels (geen afzonderlijk examens, evaluatie tijdens de deelname aan training).

Opmerking: de grote van de groep moet er voor de afname van het mondeling examen twee dagen worden voorzien in het examenrooster.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Aangezien onderwijs een uitzonderlijk breed werkterrein omvat, wordt van toekomstige leerkrachten verwacht dat zij actuele thema's die leven in de onderwijswereld kunnen detecteren en dat zij projecten en initiatieven hieromtrent positief-kritisch kunnen benaderen en kunnen integreren in hun eigen handelen en functioneren.

Hiertoe worden aan de studenten 6 seminaries aangeboden waarbij experts uit het werkveld hun project/ initiatief komen toelichten. De studenten krijgen telkens een verwerkingsopdracht.

Aangezien de thema's van de seminaries gebonden zijn aan de actualiteit, kan de inhoud elk jaar varieren.

Met deze seminaries willen wij bij de student een brede kijk en doordachte visie op onderwijs stimuleren. Tevens kaderen deze seminaries in de noodzakelijkheid van levenslang leren. Onderwijs is immers een zeer levendige sector die voortdurend onderhevig is aan veranderingen. 

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO05 Stelt zicht assertief op.
  
• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  

• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

de student kan zich informeren omtrent actuele thema's in onderwijs (horizonverruiming)

de student kan zich informeren omtrent projecten en initiatieven ivm knelpunten in onderwijs

de student kan de voorgestelde projecten en initiatieven positief-kritisch evalueren

de student kan gefundeerd deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's

de student is bereid om levenslang te leren

de student is bereid om de opgedane kennis en inzichten te integreren in het eigen functioneren

een open houding om knelpunten in onderwijs te (h)erkennen

een positief-kritische ingesteldheid om initiatieven en projecten te 'wikken en te wegen'

bereidheid om de opgedane kennis en inzichten te vertalen naar het eigen handelen en functioneren als leerkracht

bereidheid om een attitude te ontwikkelen van levenslang leren

seminaries:

- Specificiteit van het BuSO

- Specificiteit van het Deeltijds Onderwijs

- Spijbelen: wat houdt het in en wat kan er aan gedaan worden?

- Gelijke onderwijskansen: omgaan met kansarmoede (twee seminaries)

- Brede school

- persoonlijke verwerking: BuSO en het vernieuwd leerzorgkader; boekverwerkingsopdracht  'Laat ze niet schieten' Peter Adriaenssens

syllabus en cases verzorgd door de externe experts

nota's van de studenten

De studenten volgen workshops verzorgd door externe experts. Aanwezigheid is verplicht. Bij afwezigheid werkt de student een bijkomende opdracht uit.

Bij elke workshop hoort een verwerkingsopdracht. De uitwerking van deze opdrachten wordt voorgesteld bij het mondeling examen. Criteria bij de beoordeling van deze verwerkingsopdrachten: diepgang, samenhang en structuur, doordachtheid, kritische zin, behoorlijk taalgebruik.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

De studenten werken een seminariemap uit ahv de opdrachten die ze krijgen bij de verschillende workshops, lezingen. Zij presenteren deze kaft met hun reflecties op een mondeling examen.

Beoordelingscriteria cfr. supra.

Indien de uitwerking van de opdrachten en de mondelinge toelichting onvoldoende zijn, worden deze terug voorgesteld in tweede zit.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

De student heeft zijn seminariekaft met bijhorende opdrachten herwerkt en stelt deze opnieuw voor tijdens het mondeling examen.

Coachingsvaardigheden zijn heel belangrijk als leerkracht. Resultaatgericht en innovatief werken vraagt heel veel begeleiding van leerlingen en veel samenwerking. Daarvoor is het nodig dat je jouw leerlingen en collega’s kan coachen. Met coachen bedoelen we dan begeleiden en ondersteunen bij de uitvoering van taken, maar ook bij ontwikkeling en leren. Dit opleidingsonderdeel is sterk ervaringsgericht uitgebouwd.

Tijdens enkele inleidende workshops ontwikkel je eerst een kennisbasis met betrekking tot coachen. Daarbij wordt uitgegaan van cases die de lector aanbrengt, zowel in woorden (teksten, verhalen) als beelden (video). Maar ook van je eigen ervaringen en die van medestudenten. Besprekingen per twee en in groepjes wisselen af met praktijkgerichte oefeningen en momenten waarbij je samen met medestudenten en de lector de nieuwe inzichten structureert en voor jezelf verwerkt.  Dan kies je voor een coachingstraject dat je zelfstandig uitvoert. Het grootste deel van de studietijd gaat naar het voorbereiden en uitvoeren van dit coachingstraject in de praktijk. Je komt nog wel in groep samen voor ervaringsuitwisseling en intervisie.

In een coachingskaft hou je je leervorderingen bij.

Bij de evaluatie van het opleidingsonderdeel kan je vrij gebruik maken van je coachingskaft. Je geeft dan weer welke inzichten en competenties je ontwikkelde met betrekking tot resultaatgericht en waarderend coachen van anderen.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO05 Stelt zicht assertief op.
  
• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO15 Kan emanciperend werken.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

-    Sterkten in het coachen van zichzelf kennen.

-    Coachingscompetenties ontwikkelen om zelfontwikkeling en leren bij anderen uit te lokken en te ondersteunen.

-    Kunnen aangeven welke plaats coahingscompetenties hebben in het werkveld.

De eigen werkzaamheden in handen nemen en houden.

Oriënteren op; plannen van; bijsturen van; en reflecteren op de organisatie van de eigen activiteiten.

- Wat is coaching? (basisprincipes)

- Eigen sterkten als basis voor coachen.

- Basishoudingen: echtheid, inleven, waarderen en bekrachtigen, toelaten, goesting doen krijgen, ontspannen, aanvaarden,...

- Gespreksvaardigheden: actief luisteren, vragen en doorvragen, feedback geven en ontvangen, betrokken confronteren, afbakenen, uitdagen en inspireren.

- Structuur van een coachingsgesprek.

- Valkuilen bij coachen.

- Belemmeringen die bij een coachee in de weg kunnen staan voor een resultaatgerichte zelfsturing.

- Grenzen van coachen.

·           Motiverende startworkshop (2 uur): plenair, per twee en in groepjes: Uitleg visie (expertenmodel vs begeleidingsmodel); uitleg drie trajecten; keuze maken (top 2). 10 a 12 studenten per traject. (IHM)

·           2 thematische workshops rond basishoudingen en gespreksvaardigheden, structuur van een coachingsgesprek, … (telkens 4 uur):  met cases, zelfontdekkend leren, eenvoudige coachingsopdrachten, soms rollenspel, intervisie en groepsleren. (ROK).

·           1 inleidende workshop ter ondersteuning van het coachingstraject waarvoor je kiest (4 uur).
Rond studiekeuze- en beroepskeuzebegeleiding (VDU), rond vakgerichte studiebegeleiding, rond studievaardigheden en leren leren (IHM), rond huiswerkbegeleiding voor IQRA (IQRA zelf).

·           Uitvoeren van coachingsopdrachten. (30 u)

o     Leerbegeleiding van eerstejaarstudenten. Op basis van de LeMo-test krijgt elke student een aantal 1^e jaars studenten toegewezen. De student houdt zelf bij hoe hij zijn begeleidingsuren heeft ingevuld (30 begeleidingsuren). Begeleiding is een combinatie van groepsbegeleiding en individuele begeleiding.

o     Studiekeuze- en beroepskeuzebegeleiding in secundaire scholen.  De studenten worden ingezet om twee halve dagen te organiseren in het kader van keuzebegeleiding. De hele groep van studenten verzorgen gezamenlijk voor klassen in secundaire scholen twee halve dagen. (Hoekenwerk). (totaal: 8u begeleiding per student). Afhankelijk van de vraag van secundaire scholen kunnen onze studenten meerdere klassen twee halve dagen opvangen.

o     Huiswerkbegeleiding in lager of secundair onderwijs: in samenwerking met een externe organisatie (IQRA). (10 x 3u)

·           Verwerking in een coachingskaft:
- eigen samenvattingen van theoretische inzichten,
- voorbereiding van coachingsactiviteiten
- feedback van coachees (gecoachten)
- zelfreflectie en zelfevaluatie na de uitvoering

·           Tussentijdse intervisiebijeenkomsten  in groepjes (2x2 uur). Successen en leerpunten benoemen, realisaties uitwisselen en bekrachtigen; Voorbereiden van toekomstige acties en voorbereiden van de presentatie. 

o     IQRA: ROK

o     Keuzebegel.: VDU

o     Leerbegel.: IHM

• Presentatie in groep (buiten examenperiode). Halve dag: alle groepen samen. ROK, VDU & IHM
• Mondeling evaluatiegesprek (buiten examenperiode). Halve dag: ROK, VDU & IHM

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

  Algemene eisen:

Aanwezigheid is verplicht. Je kan niet slagen voor het opleidingsonderdeel coachen indien je afwezig bent voor de uitvoering van de coachingsopdracht (werkveld). Indien je afwezig bent voor één van de sessies die georganiseerd worden op de hogeschool (inleiding, workshops, intervisie- en slotbijeenkomst) dient een bijkomende opdracht uitgevoerd te worden.

a. Presentatie van het coachingstraject (20%)

      Evaluatiecriteria:

         - Degelijke schets van de uitgevoerde begeleiding en de concrete aanpak

         - Goede verantwoording van de aanpak vanuit de geschetste theorie

         - Waardevolle tips en aandachtspunten voor het toekomstig coachingstraject in de lerarenopleiding

         - Creativiteit van de presentatie.

         - Taakverdeling (Peer-assessment)

b. Uitwerking van de coachingskaft: (logboek + bijlages) (60%)

Evaluatiecriteria:

- Volledigheid

- Doorleefdheid

- Grondigheid

- Argumentatie

- Structuur

c.  Mondeling gesprek (20%)

Tijdens een mondeling gesprek licht je jouw uitgewerkte coachingskaft toe en toon je aan hoe de workshops en wat je las over coachen jou al dan niet inspireerden bij het ontwikkelen van je coachingscompetenties.

Evaluatiecriteria

-           Je kan doorleefd vertellen waar het om gaat bij coachen.

-           Je kan aangeven welke basishoudingen en gespreksvaardigheden zinvol zijn om anderen resultaatgericht en waarderend te coachen. En welke je zelf al bezit of ontwikkelde. Je verwijst daarbij naar de workshops

-           Je kan coachingscompetenties een plaats geven in het werkveld waartoe je opgeleid wordt.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Wanneer de student in eerste zit geen blijk gegeven heeft van voldoende beheersing van de coachingscompetenties kan dit niet in tweede zit ingehaald worden.

Wanneer in eerste zit de coachingsmap onvoldoende uitgewerkt is en de coachingscompetenties voldoende verworven zijn, kan de student zijn map terug voorstellen in tweede zit.

• LO01 Handelt integer en respectvol.
  
• LO03 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO06 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO08 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  
• LO16 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• LO17 Werkt leerlinggericht.
  
• LO19 Kan omgaan met diversiteit.
  

CREATIE ONTWERPEN

Conceptontwikkeling vanuit de visuele en tactiele eigenschappen van textiele materialen en artistieke presentatie van het ontwerpproces.

CREATIE ILLUSTRATOR

In dit pakket worden de inhouden van het vorige pakket verder uitgediept. De tekenvaardigheden worden uitgebreid. Naadsymblen tekenen. tekst invoeren op paden en in vormen. Tekstblokken invoeren en ontwerpen.

• LO04 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  
• LO12 Kan organiseren.
  

CREATIE ONTWERPEN

- Materiaalgevoel
- Vaardigheden conceptontwikkeling vanuit eigenschappen textiele materialen
- Vaardigheden creatief denken
- Presentatievaardigheden

CREATIE ILLUSTRATOR

-uitbreiden tekenen van naadsymbolen

-een referentiekaart van een kledingstuk ontwerpen

-een technische kaart van een kledingstuk ontwerpen

CREATIE ONTWERPEN

- Informeren, documenteren en experimenteren rond visuele, tactiele en vormgevende eigenschappen van textiele materialen
- Conceptontwikkeling vanuit specifieke eigenschappen textiele materialen
- Ontwerpen van collectie binnen opdracht
- Conceptstyling van collectie
- Presentatiemogelijkheden bestuderen en uitwerken
- Motiveren van concept binnen de opdracht

CREATIE ILLUSTRATOR

• Tekenen van naadsymbolen met tussenvoering
• tekenen van een referentiekaart : valk voor- en rugaanzicht met aanduiding vande naadsymbolen
• tekenen van een technische kaart van een kledingstuk : matentabel inbrengen, stalencollectie, ontwerpen en inbrengen .
• modebeschrijving van het kledingstuk toevoegen aan de technische kaart

CREATIE ONTWERPEN

Cursus lector
Boek Modetekenen  Auteur: Angel Fernandez – Gabriel Martin Roig

CREATIE ONTWERPEN

• Cursus VVKSO ontwerpen in illustrator
• Cursus lector
• Modebladen

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

CREATIE ONTWERPEN:

Opdrachten en Portfolio kan vervolledigd of hernomen worden. De student vraagt hiervoor tijdig instructies (voor 1 juli)

CREATIE ILLUSTRATOR:

B ij een tweede zittijd wordt het examens  Illustrator hernomen.
Er kan gevraagd worden opdrachten af te werken of te hernemen. De student vraagt voor 1 juli instructies.  

Realiseren van een klassieke vest ahv technische fiches en fabricatieschema.

confectiestage in binnen- en buitenland (14 dagen)

• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  

• LO07 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  

de student kan kwaliteitsnormen en toleranties bepalen voor eigen werk

de student kan de werkstukken op een correcte wijze snijden met een economische snijplan.

de student kan het werkstuk realiseren ahv technische fiches en fabricatieschema

de student kan voor een specifiek model het fabricatiedossier samenstellen

de student kan verschillende technieken ivm vest en mantel ahv technische fiches ontleden en realiseren

de student kan tijdens een presentatie een beeld geven van de huidige confectienijverheid nadat hij/zij heeft deelgenomen aan de studiereis in België/Tunesie of nadat hij/zijn 14 dagen heeft gewerkt in een confectiebedrijf.

credit voor realisatie 1 en 2

-realiseren van klassieke vest ahv technische fiches

-samenstellen van fabricatiedossier voor modische modellen

-ontleden en realiseren van technische fiches ivm mantel en vest

-totaalbeeld van de huidige confectienijverheid in binnen- en buitenland

• cursus technische fiches + uitbreiding
• cursus organisatie

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• permanente evaluatie : 40% (20% project)
• examen  : 60%
• realiseren van een techniek ivm vest of mantel ahv de technische fiches en geknipte delen
• Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

• Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

• de student moet aan het project deelnemen, anders kan hij niet slagen op dit opleidingsonderdeel.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• taken ivm dagelijk werk kunnen bijgewerkt worden
• permanente evaluatie 40%
• examen 60%
• realiseren van een techniek ivm vest of mantel ahv de technische fiches en geknipte delen
• 3u examentijd
  

Studie van mantel en vest

projectweek : de inhoud wordt bepaald in samenspraak met de studenten

realiseren van de modeltoile van de vest

• LO02 Is flexibel in denken en handelen.
  

• LO09 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• LO10 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• LO11 Creatief zijn.
  

• LO13 Bezit leerlinggerichte didactische-methodische competenties.
  

De student kan verschillende kragen tekenen ahv de cursus die voorkomen op een vest of mantel

De student kan verschillende mouwvormen tekenen die voorkomen in een vest of mantel

De student kan het patroon opstellen voor verschillende mantelsluitingen

De student kan het patroon opstellen voor verschillende mantelkappen

De student kan de basiskennis toepassen in een modelontleding van eigen ontwerp

credit voor vormgeving 1 en 2 

• studie kragen
• studie mouwen : rechte mouwinzet, raglan en kimono
• studie sluiting
• studie capuchon
• toepassingen  
• de projectweken (14dagen) worden in samenspraak met de studenten ingevuld

• cursus vest/mantel
• presentaties op de Pschijf

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• permanente evaluatie 40% (inclusief projectweek10%)
• examen60%

• Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

• Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• taken ivm permanente evaluatie kunnen bijgewerkt worden  40%
• examen 60%