ECTS-database Plantijn Hogeschool
Toegepaste wetenschappen en onderwijs - Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1
  
cataloognrbenamingstudiepunten
4150100036Project 24
4150100044Voedingsmiddelenleer7
4150100047Voedingswetenschappen 15
4150100048Methoden en onderzoek 15
4150100049Biomedische wetenschappen 13
4150100052Kooklab 14
4150100055Microbiologie van de voeding4
4150100057Voedingswetenschappen 24
4150100119Biochemie 23
4150100121Chemie6
4150100122Communicatie en anamnese7
4150100123Fysicochemie van het koken4
4150100126Project 14
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Project 2
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
Code:4150100036
Academiejaar:2012-2013
Type:kern,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
Contacturen:0
Aantal studiepunten:4
Totaal studietijd:104
Examencontract:niet mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:
Lector(en)Koen Vanherle
Geert Bruggeman

 

KORTE OMSCHRIJVING

Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Dit project behandelt de ontwikkeling van een kant en klaar- maaltijd voor een industriële opdrachtgever. De nadruk ligt op kwaliteitborging door beheersing van het bereidings- en bewaringsproces.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD01 Stelt het eigen handelen in vraag.
  • VD02 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
  • VD03 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
  • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
  • VD05 Vraagt en geeft feedback.
  • VD06 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
  • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
  • VD08 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
  • VD09 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
  • VD10 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
  • VD11 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
  • VD13 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
  • VD14 Moedigt anderen aan om door te zetten.
  • VD15 Streeft naar verbetering.
  • VD16 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
  • VD17 Gaat door bij tegenslagen.
  • VD19 Stelt de cliënt centraal.
  • VD23 Toont betrokkenheid.
  • VD25 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
  • VD26 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
  • VD27 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
  • VD28 Betrekt anderen bij besluitvorming.
  • VD29 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
  • VD30 Laat het groepsbelang primeren boven eigen belang.
  • VD31 Bespreekt problemen open met collega's.
  • VD32 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
  • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
  • VD34 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
  • VD35 Luistert actief.
  • VD36 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD37 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
  • VD38 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
  • VD39 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
  • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
  • VD41 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
  • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
  • VD44 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
  • VD45 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
  • VD46 Toont zich resultaatgericht.
  • VD47 Neemt zelfstandig beslissingen.
  • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
  • VD49 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
  • VD50 Maakt een duidelijk tijdsschema.
  • VD51 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
  • VD52 Pakt problemen praktisch aan.
  • VD53 Pakt problemen creatief aan.
  • VD54 Volgt op en stuurt bij.
  • VD55 Respecteert timing en afspraken.
  • VD56 Verwerkt gegevens correct.
  • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
  • VD58 Levert onder druk correcte resultaten.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD61 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
  • VD62 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
  • VD63 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
  • VD65 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
  • VD68 Functioneert in interprofessionele teams.
  • VD70 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
  • VD71 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

  • VD372 Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit.

Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: 

De projectgroep… 
-  legt creativiteit aan de dag te om de probleemstelling aan te pakken.
- regelmatige rapportering  via verslagen,documenten, ... 
- werkt een receptuur uit en schrijft SMART, rekening houdend met procesparameters.
- aanwezigheid correcte ingrediëntenlijst, productiefiche/receptenfiche, bereidingswijzen, conserveringstechnieken
 - correcte microbiologische parameters inschatten
- rapporteert bevindingen van het team
-  identificeert microbiologische parameters in functie van houdbaarheid van voedsel, legt deze vast en motiveert deze
- schat microbiologische risico’s bij bewaring correct in
- legt bewaringstechnieken vast en motiveert deze.
- beschrijft gemotiveerd en correct de inschatting van de houdbaarheid
- maakt een gemotiveerde keuze van bereidingstechniek en/of bewaringstechniek.
 - stelt geschikte regeneratiemethoden en een regeneratiefiche (werkvoorschrift restaurant) op
 - maakt een voldoende correcte organoleptische evaluatie van de bereide kant en klare maaltijd
 - maakt gemotiveerde keuze van een convenience-vorm
 - geeft grondige beschrijving van de procesparameters
 - ontwerpt een wettelijk correct productetiket met bijhorende voedingswaardedeclaratie (correcte berekeningen)
  - beschrijft de monitoring voldoende
 - presenteert aan de hand van een Powerpointpresentatie (criteria presentatie: zie ppt-assessment)

 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Chemie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding'
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Kooklab 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, ICT- vaardigheden.'


Andere begincompetenties

Zie lijst begincompetenties opleiding VD.


LEERINHOUDEN

Inhoud onder voorbehoud van aanpassing in functie van casus.

  • Een productiefiche (receptenfiche) SMART opstellen.
  • Een grondige beschrijving geven van de argumenten en beslissingen ivm kwaliteitsbehoud (incl. procesparameters en kookschade).
  • Een regeneratiefiche (werkvoorschrift restaurant) SMART opstellen.
  • Een productetiket met bijhorende voedingswaardedeclaratie opstellen.
  • Een beschrijving geven van de argumenten en beslissingen ivm inschatting van de houdbaarheid.
  • Een beschrijving en bespreking geven van de monitoring.
  • Een Powerpoint voorstelling samenstellen.
  • Het resultaat van het werk presenteren.

STUDIEMATERIAAL
  • Opgave en informatie rond casus
  • Het algemene cgo-boek (methodiek aanpak project)
  • Periodeboek 2 (handleiding project).
  • Alle studiemateriaal uit periode 2.
  • Informatiemateriaal in de bib.
  • Informatiemateriaal via internet.
  • e-campus

WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 0

%
practicum en oefeningen:

  0

%

vormen van groepsleren:

  100

%
Verdere toelichting:
De concrete opgave wordt bij aanvang van het project aan de studenten bezorgd.

  • Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo - boek) onder begeleiding van een tutor en de VUP's.
  • door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
  • Andere begeleidingsmomenten: projectgroep dient een aantal keer contact op te nemen met de VUP's via e-mail of e-campus.
  • De projectgroep kan bijkomend contact opnemen met de tutor via e-mail.
  • Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor) klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten.
  • Presentatie 

  • EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

     We evalueren een project op drie niveaus.
     
    1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.

    2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren.
    Studenten die de peerassessment niet of niet tijdig, invullen, krijgen automatisch een factor voor individuele score = 0,6

    3)    KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets. De projecttoets test de kennis en vaardigheden verworven tijdens de projectweken. 
     
    De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
    eindscore     =     groepsscore ´ individuele score ´ w1   +    kennisscore ´ w2
    waarin:
    w1 = 75%
    w2 = 25% 
     
    Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 2’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)

    Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”) toegekend worden volgens onderstaande criteria:
    •afwezigheid
    •niet uitvoeren van de opgelegde taken
    •niet afgeven van de gevraagde opdrachten
    •niet verwerven van de vooropgestelde competenties


    Bij gewettigde afwezigheid op een projectactiviteit contacteert de student de tutor. Bij meermaalse afwezigheid op projectactiviteiten moet de student de opleidingscoördinator contacteren. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.

    De werkstudent voert een groepsopdracht uit tijdens de lesweken. Hij sluit het project af met een mondelinge verdediging.

    tijd voor examinering
    uren

    2 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    Tweede zittijd:
    In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden voor 75% van het totaal.
    ·     

    Berekening en afspraken: zie 1e zittijd

     
    INFORMATIE OVER DE FACETTEN
     
    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
    Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingsmiddelenleer
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
    Code:4150100044
    Academiejaar:2012-2013
    Type:kern,
    Niveau:uitdiepend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
    Contacturen:46
    Aantal studiepunten:7
    Totaal studietijd:182
    Examencontract:mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:
    Lector(en)Marina Hertogen
    Kim Geys
    Koen Vanherle

     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Alle voedingsmiddelen hebben een natuurlijke oorsprong welke in de voedingsindustrie be- en verwerkt worden tot een bepaald eindproduct, conform alle wettelijke eisen van de warenwetgeving. De voortschrijdende moderne technologieën leiden tot een steeds verbeterde beschikbaarheid, bereiding, verpakking en bewaring van ons voedsel. In deze lessenreeks worden de belangrijkste productgroepen van de voedingsdriehoek besproken m.b.t. productie, samenstelling, bewerkings- en verwerkingsprocessen, kwaliteitsbehoud, bewaring en bederf.

    In voedingsmiddelenleer wordt ook veel aandacht besteed aan “merkenkennis”: grondige kennis van beide laat toe om aan de hand van het voedingswaarde-etiket van de meeste voedingsmiddelen die in westerse huishoudens gebruikt worden, een voedingsadvies (of is het aankoopadvies) te formuleren naar de consument toe.

    Het geheel van alle reglementen inzake voedingsmiddelen en bepaalde andere producten maakt de warenwetgeving uit. Deze reglementen omvatten een aanzienlijk aantal teksten, waar men in eerste instantie moeilijk wegwijs uit raakt.Vanuit de “Warenwetgeving” worden de reglementaire bepalingen omtrent levensmiddelen door de student opgezocht en geïnterpreteerd. 

    Het blijkt onmogelijk te zijn om voor een bepaald voedingsmiddel “het” reglement dat alle wettelijke aspecten omvat terug te vinden. Men heeft immers meestal te maken met een complex geheel van elkaar aanvullende reglementen.




    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • VD06 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    Beroepsspecifieke competenties
    • VD61 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
    • VD62 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
    • VD65 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
    • VD70 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    72. Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit. 

    • kent het begrip “basisvoedingsmiddel”
    • kent de meest gangbare soorten, samenstelling en voedingswaarde, productie en distributie, kwaliteitsvermindering en bederf, bewaaradviezen van de meest courante voedingswaren (zie leerinhoud en cursus)
    • kent de typische kenmerken van specifieke voedingsmiddelen (zie leerinhoud en cursus)
    • kent het belang van de warenwetgeving voor deze producten en de belangrijkste aspecten van de warentwetgeving
    • analyseert en beoordeeld in overleg met “Merkenkennis” voor de meest courante voedingswaren de voedingswaarde-etiketten
    • zoekt vanuit de cursus “Warenwetgeving” de reglementaire bepalingen op inzake levensmiddelen en past dit toe op de besproken voedingsmiddelen
    • legt het verband tussen voedingstechnologische handelingen en nutritionele eigenschappen van een voedingsmiddel
    • zoekt zelfstandig relevante informatie op en beoordeelt deze o.b.v. voedingsgerelateerde informatiebronnen
    • verwerkt de relevante informatie m.b.t. de leerinhoud o.b.v. opgegeven voedingsgerelateerde informatiebronnen ((semi-)wetenschappelijke publicaties en handboeken) 
    • benadert doelstellingen en uitgangspunten van criteria om voedingsmiddelen in te delen wetenschappelijk
    • benoemt de criteria van de verschillende groepen in ‘De actieve voedingsdriehoek’
    • deelt voedingsmiddelen in volgens de groepen van de actieve voedingsdriehoek, en dit telkens als kies bij voorkeur, kies als middenweg, restgroep
    • beoordeelt voedingsmiddelen van de verschillende merken op basis van deze criteria, en vergelijkt deze merken onderling
    • somt producten op van de verschillende groepen van de actieve voedingsmiddelendriehoek (en merken) uit de voorkeurs-, middenweg en restgroep
    • geeft voedingsmiddelen die in de restgroep vallen toch een beoordeling volgens 'betere keuze' en 'slechte keuze'
    • stelt een didactische voedingsmiddelenmap samen volgens bovenstaande criteria
    • analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van het etiket bv. met betrekking tot toegevoegde suikers
    • analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van elders opgedane kennis, bv. uit andere vakken, warenhuisoefening,...
    • gebruikt de 'didactische voedingswinkel' op school voor opzoekwerk gedurende de volledige opleiding 


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, Chemie'
    'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding.'


    Andere begincompetenties
    Zie lijst begincompetenties opleiding VD
    LEERINHOUDEN
    Inleiding: ontstaan van voedselinspectie naar warenwetgeving
    De warenwetgeving: beschrijving van de warenwetgeving in het Belgisch recht.
    De nationale regelgeving – wetgevende en uitvoerende macht in België – Uitvoeringsbesluiten, KB en MB 
    Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV): oprichting – opdrachten - bevoegdheden
    Federale Overheidsdienst Volksgezondheid 
    Regionale wetgeving (gemeenschappen en gewesten) 
    Europese regelgeving: wetgevingsproces (Raad van de EU, Europese Commissie, Europees Parlement – Verdrag van Lissabon) – Europese maatregelen (Verordeningen, Richtlijnen, Besluiten en Aanbevelingen)
    Witboek Voedselveiligheid van de Europese Commissie
    Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA): voorgeschiedenis en huidige structuurCodex Alimentarius

    Demonstratie van de warenwetgeving op het educatief netwerk
    Gebruik van de warenwetgeving (uitgeverij Die Keure):
    o de digitale warenwetgeving raadplegen op het intranet
    o inhoud en mogelijkheden van de digitale versie van de warenwetgeving
    o praktisch werken met de digitale versie van de warenwetgeving (zoeken op boekdeel, trefwoord, datum en full-text-search); teksten overbrengen naar een tekstverwerker
    Demonstratie a.d.h.v. KB 28/10/76 betreffende consumptie-ijs, mengsels en basispreparaten voor consumptie-ijs  een wettekst opzoeken, leren lezen (essentie)  en begrijpelijk samenvatten

    Zelfstandige opdracht: 
    1) Opgegeven opdrachten (zie cursus) verwerken in verband met:
    - basisreglementen en horizontale reglementen: basiswet 1977, hygiëne, autocontrole en traceerbaarheid, meldingsplicht, etikettering en allergenen, reclame, voedingslabels, verpakkingsmateriaal, additieven en contaminanten…
    - verticale reglementen: telkens (alle aspecten van) de wetgeving opzoeken die bij het onderwerp van de les “Voedingsmiddelenleer” horen  bv. terminologie, samenstelling,... volgens warenwet).
    Principes – overzicht en inhoud van de warenwetgeving
    Basiswet van 24 januari 1977
    Soorten reglementen: basisreglementen, horizontale reglementen en verticale reglementen (met voorbeelden)


    Voedingsmiddelenleer- warenkennis – voedingsmiddelentechnologie - voedingsleer
    Evolutie van consumptie en productie van voedingsmiddelen doorheen de eeuwen en jaren
    Levensmiddelenverwerkendeindustrie en conserveringsnijverheid (bewerken en verwerken)
    Keukenzout en zoutbronnen in de voeding

    Oliën en vetten, bak- en braadproducten, smeerbare vetproducten
    Winning (persen, extractie, uitsmelten), raffinage (ontslijmen, ontzuren, bleken, desodorisatie, bestendigen) en bewerking (hydrogenatie, fractioneren, gerichte en ongerichte omestering, kleuren) van plantaardige en dierlijke oliën en vetten
    Olijfolie
    Productie van margarine en minarines met gewenste sensorische en nutritionele eigenschappen 
    Samenstelling en voedingswaarde; toevoegingen
    Soorten, gebruik en toepassingen; frituurolie (rookpunt)
    Kwaliteitsvermindering, bederf (oxidatie i.f.v. tijd, hydrolyse, polymerisatie) en bewaring
    Technologische en organoleptische functies van vet
    Vetvervangers (Olestra)

    Melk en melkproducten
    De zuivelketen (melkveebedrijf, melktransport, melkinrichting, verpakking of zuivelindustrie, distributie)
    Bewerkingen op melk (standaardiseren, homogeniseren)
    Warmtebehandeling van melk (pasteurisatie/sterilisatie UHT) en implicaties voor bederf en bewaring
    Samenstelling en voedingswaarde van melk – microscopische structuur van melk als colloïdale oplossing (caseïne-micellen en vetglobulen) – schuimvorming in slagroom, roomijs
    Controle op melk (instanties en wettelijke bepalingen)
    Kaas

    Melk en melkproducten: Gefermenteerde melkproducten (yoghurt) – boter
    Yoghurtbereiding: standyoghurt en roeryoghurt – soorten yoghurt en gefermenteerde melkproducten– functional foods in de zuivelsector – afwijkingen – bewaring
    De boterbereiding (enten, karnen, wassen, kneden,…) 
    Samenstelling en voedingswaarde van boter– microscopische structuur van boter
    Soorten boter (o.a. winter- en zomerboter)
    Controle op boter
    Bewaring en bederf

    Suiker, suikervervangers en honing
    Functies van “een suiker”, toepassingen van fructose, glucose en sacharose in de levensmiddelindustrie
    Productie van sacharose uit suikerbiet (in les en verder zelf te onderzoeken door student via www.tiensesuiker.com ) 
    Bietsuiker vs. Rietsuiker –soorten suikers (o.a. kristalsuiker, bloemsuiker, parelsuiker, basterdsuiker, kandijsuiker, vanillesuiker,…) – bewaaradvies
    Zetmeelsuikers en invertsuiker: productie en toepassingen
    Honing: samenstelling en voedingswaarde –bewaren van honing - soorten honing en hun kenmerken en toepassingen - 
    Zoetstoffen: inleiding: wat is “light” - intensieve en extensieve (suikeralcoholen: sorbitol, maltitol, xylitol) zoetstoffen met hun kenmerken, voedingswaarde en toepassingen; nieuwe zoetstoffen, zoetprofiel

    De aardappel – eieren
    Begrip “basisvoedingsmiddel” - De aardappel: teelt en oogst. Samenstelling en voedingswaarde. Invloed van bereidingswijze. Kwaliteitskenmerken en ras aardappel. Indeling volgens gebruik, rooitijd en kookgedrag. Factoren die het kooktype bepalen. Kwaliteitsvermindering, bederf en optimale bewaaromstandigheden.
    Het ei: Bouw, samenstelling en voedingswaarde van een ei – Productie en productiesystemen – Indeling naar kwaliteit en gewichtsklasse. Kwaliteitsvermindering en -afwijkingen tijdens het verouderingsproces van een ei – bewaring.

    Graan en graanproducten 
    Tarwe: bouw en samenstelling van de tarwekorrel. Tarwe in voedingsmiddelen. Meel en bloem. Deeg en zijn kenmerken.
    Rijst: het eerste en oudste graangewas. Teelt en oogst. Bewerkingen (polijsten en parboiling). Samenstelling en voedingswaarde.
    Andere graansoorten (rogge, maïs, haver, gerst, …): samenstelling en toepassingen.
    De meelproductie. Samenstelling van meel. Verouderen en bleken van meel. Het kneden van meel tot deeg – gistingsproces en toevoegingen. Bakken, structuur en bewaring van brood.
    Afgeleide graanproducten (griesmeel, zemelen, zetmeel,…) en voedingsmiddelen

    Vlees en vleeswaren, vleesvervangers
    Soorten vlees. De Belg als vleeseter. Productie van vlees: het varkensslachthuis/het runderslachthuis. Vleesversnijdingen (zie www.VLAM.be).
    Categorieën van vlees. Indeling van vleeswaren (+voorbeelden). Opbouw, samenstelling (indeling naar vetgehalte) en voedingswaarde van vlees. Handelskwaliteit (+ bepalende factoren) van vlees. Rigor Mortis en PSE/DFD–vlees (invloed van pH). Groeibevorderaars en antibiotica in vlees. Kwaliteitsvermindering en bederf (kleur/myoglobine en malsheid). Verpakking (o.a. Modified Atmosphere Packaging en andere toepassingen hiervan), bewaring en houdbaarheid. Vlees en voedselveiligheid. Kwaliteitslabels van varkens-, runds en kalfsvlees.
    Vegetarische voedingsmiddelen: Soorten en samenstelling, smaaktest, nutritionele waarde.
    Noten
    Peulvruchten
    Gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren
    Gevogelte: soorten, samenstelling en voedingswaarde.  Versheid van gevogelte. Bederf en bewaring.
    Vis: soorten, vangst. Conservering van vis (roken, drogen, zouten, inblikken, marineren). Versheid van vis. Bederf (uitwendig en inwendig-rigor-mortis), houdbaarheid en bewaring. Schaal- en schelpdieren: soorten en hun typische kenmerken.

    MERKENKENNIS:

    Criteria die men als basis gebruikt om voedingsmiddelen te beoordelen
    Uitleg en start uitvoering opdracht  samenstelling didactische voedingsmiddelenmap volgens criteria van de actieve voedingsdriehoek
    Uitleg over de warenhuisoefening (POP)
    Oefeningen: En%; g vezels/100 kcal, % vet op droge stof
    Analyseren van voedingsmiddelen volgens de criteria van de voedingsdriehoek. Het gaat nu meer om het analyseren van merken naargelang de nutritionele kwaliteit.
    warenwetgeving bepaling:
    - Smeervetten
    - Gefermenteerde melkproducten

    De restgroep: de nieuwe criteria
    Criteria bepalen voor betere sauzen, betere koeken en betere restgroep
    Remediëringsles  voedingsmiddenleer: aandachtspunten bij de opdrachten, fouten, extra oefeningen, warenhuisoefening, voedingsmiddelenmap






    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus ‘Voedingsmiddelentechnologie’ – auteur: K. Vanherle -Plantijn Hogeschool .
    • “De Warenwetgeving, Verzameling van alle reglementen betreffende voedingsmiddelen en andere consumptieproducten”. G. Temmerman, Deel 1A en 1B, Die Keure, Brugge (beschikbaar in de bibliotheek en digitaal op educatief netwerk).
    • Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009), 2009
    • Vakliteratuur: (in bibliotheek te raadplegen) .
      • VMT (vb. Nieuwe zoetstoffen, Flanders’ FOOD, innoveren via verpakken,…).
      • Nutrinews (digitaal archief op www.nice-info.be).
      • Test-Aankoop (vb. toegevoegde suikers) en Test-Gezondheid (vb. ‘Light-producten’, belang van koudeketen).
      • Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek.
      • Health and Food,...
    • Bijlagen uit deze vakliteratuur: deze behoren tot de leerstof
    • Populistische literatuur gericht naar consumenten (o.a. Delhaize-magazine De Leeuw, productfolders (Columbus, Axanabrood,…)).
    • Voedingsbrochures (o.a. 42 vragen over melk, Veilig Voedsel...) van FAVV, OIVO, VLAM,... .
    • Voedingsgerelateerde websites (zie leerinhouden).
    • “Het hoe en waarom van koken”, A. Coenders; Het Spectrum / Aula (ISBN 9027432813)
    • "Voedingsingrediënten: een stand van zaken", A. Vandamme, K. Strubben; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966979): aankoop door studenten, ook in functie van andere opleidingsonderdelen
    • "Voeding en gezondheid: en overzicht van functionele componenten in levensmiddelen en van de relatie voeding en gezondheid", J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966006)
    • Plantijn Kennislijn en Plantijn Richtlijn
    • e-campus-map: documenten, vragen aan andere studenten, reageren op stellingen, 

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     70

    %
    practicum en oefeningen:

      10

    %

    vormen van groepsleren:

      20

    %
    Verdere toelichting:

    • Hoorcolleges: uiteenzetting, toepassingen en situering in het opleidingsonderdeel door lector.
    • Werkcolleges met tussentijdse bespreking projectgroepopdracht.
    • Groepsopdrachten: omvangrijkere opdracht omtrent smeervetten en kaas. Concrete uitwerking door de studenten onderling tijdens zelfstudie-uren. Opvolging en begeleiding op vraag van de studenten (kan ook via digitale leeromgeving) en tijdens voorziene werkcolleges
    • Voor  bepaalde onderdelen wordt er gebruik gemaakt van sociale media (Facebook): deze opdrachten zijn verplicht en de afspraken hieromtrent worden bij start van de lessenreeks aan de student bezorgd
    •  Voor  bepaalde onderdelen wordt er gebruik gemaakt van een webcast

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    • alle werkcolleges (merkenkennis) zijn verplicht met evaluatie van opdrachten
    • de opdrachten via Facebook en et webseminar zijn verplicht: alle afspraken hieromtrent worden bij aanvang van de lessenreeks aan de studenten overhandigd
    • Puntenverdeling: 90% op INT, 10% op opdrachten waaronder de didactische voedingsmiddelenmap en de opdrachten vanuit merkenkennis en vanuit voedingsmiddelenleer 

    • De inhoud van alle opdrachten is leerstof voor de INT.
    • schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen (voedingsmiddelenleer peilt eerder naar kennis en inzicht; merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing).
    • De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden maken integraal deel uit van deze toets.
    • De toets bestaat o.a. uit open vragen (bespreek…) en gesloten vragen (matchvragen, waar/onwaar, som voorbeelden op…). De student moet vanuit technologisch inzicht (grondstoffen, bewerking en verwerking, samenstelling,…) en kennis van de warenwetgeving in staat zijn om de nutritionele kwaliteit van voedingsmiddelen en bepaalde merken te voorspellen en beoordelen.
      • Afwezigheden:
    • Bij gewettigde afwezigheid  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
      Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

      De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.



    tijd voor examinering
    uren

    4 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.

    Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie eerste zittijd

     
    INFORMATIE OVER DE FACETTEN
    Volledig integratief. Merkenkennis zijn werkcolleges en zelstandig uit te voeren opdrachten.
     
    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
    Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingswetenschappen 1
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
    Code:4150100047
    Academiejaar:2012-2013
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
    Contacturen:54
    Aantal studiepunten:5
    Totaal studietijd:130
    Examencontract:mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:
    Lector(en)Marjan Van Cleemput
    Carla Janssens

     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Chemie en voedsel hebben meer met elkaar gemeen dan je zou kunnen vermoeden. Voedsel is immers volledig opgebouwd uit moleculen! De fysiologische (lichamelijk), sensorische (smaak, structuur) en technologische (verwerken, koken, bewaren) functie van voedingsstoffen is nauw verwant met hun chemische kenmerken. De studie van de verbindingen die deel uitmaken van de voeding ressorteert onder de bio-organische chemie, oftewel biochemie. Dit facet hangt dan ook zeer nauw samen met het facet ‘Voedingsleer’.

    Dit facet start met een grondige studie van de macro- en micronutriënten (iIndeling, voedingswaarde, fysiologische functies, nutritionele behoeften en aanbevolen hoeveelheden) Vanuit ‘Methoden en onderzoek’ leren de studenten om voldoende kritisch om te gaan met begrippen als ‘behoefte’ en ‘aanbevolen hoeveelheid’.

    Vervolgens wordt de link gelegd tussen de chemische energie in voedingsstoffen en de energiebehoefte van een individu. A.d.h.v. eenvoudige casussen wordt de dagelijkse energiebehoefte van een persoon berekend en vertaald naar hoeveelheden energieleverende voedingsstoffen conform de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad, .


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
    • VD05 Vraagt en geeft feedback.
    • VD15 Streeft naar verbetering.
    • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    • VD41 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
    • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
    • VD56 Verwerkt gegevens correct.
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      BIOCHEMIE

      • kent de chemische structuur, opbouw, eigenschappen en bindingsvormen van de relevante biomoleculen (koolhydraten, lipiden, eiwitten, nucleïnezuren)

      • beschrijft de basisreacties van deze biomoleculen die van belang zijn in de voeding en biologische processen: hydrolyse en condensatie, oxidatie en reductie, verzeping, denaturatie, Maillardreactie

      • herkent de belangrijkste functionele groepen in de koolstofchemie a.d.h.v. de naam en structuur van moleculen

      • vormt zich een beeld van de mogelijke oriëntaties van biomoleculen in de ruimte (stereochemie)

      • beschrijft de chemische eigenschappen van water

      • beschrijft het gedrag van biomoleculen in een waterige omgeving

      • kan het belang van biomoleculen situeren in de voedingsleer

      • schat het belang van chemische kennis in de moderne voedingsleer en voedingstechnologie in

      • kent steroïdale structuur en steroïde verbindingen

      VOEDINGSLEER

      • kent de voedingsstoffen: koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitamines, mineralen en spoorelementen

      • kent de specifieke voedingseigenschappen van deze voedingsstoffen o.a. fysiologische functies

      • kent de bronnen van de verschillende voedingsstoffen in de Westerse voeding

      • kent de energieverdeling van de macronutriënten die energie leveren volgens de aanbevelingen v/d HGR

      • kent de begrippen basaal metabolisme, rust metabolisme, thermogenese, BMI, activiteitsenergie

      • casus: voert gepersonaliseerde berekeningen v/d energiebehoefte uit via James & Shofield of Harris & Benedickt


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      geen

      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
        • Chemie in een waterige omgeving

        • Belangrijke functionele groepen in de organische chemie

        • Stereochemie

        • Nucleïnezuren

        • Koolhydraten

        • Lipiden

        • Eiwitten

        • Mineralen en spoorelementen

        • Vitamines

        • Water

        • Chemische energie in de voeding

        • Berekeningen van de dagelijkse energiebehoeften

       


      STUDIEMATERIAAL

      Noodzakelijke leermiddelen

      • Cursus Biochemie 1 – Plantijn Hogeschool - M. Van Cleemput – 2012-2013

      • Cursus 'Voedingsleer' - auteur: Carla Janssens - Plantijn Hogeschool – 2012-2013

      • Belgische Voedingsmiddelentabel, 5de editie NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.

      • Brochure: Voedingsaanbevelingen voor België, HGR nr. 8309, herziening 2009

      • Brochure: Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, Hoge Gezondheidsraad, revisie januari 2005

      Extra leermiddelen:

    • Bouwdoos moleculen

      • Hand-outs van de slides horend bij de lessen zijn steeds te raadplegen via de elektronische leeromgeving.

      • Receptenleer - Technieken en Processen (J.G. van Eeden, A.S. Visser, T.F. Visser, A. Van de Zedde) ISBN 90 5574 148 5

      Voor wie meer wil weten, zijn volgende boeken aanraders:

      • Ampe, C; Devreese, B. (2009) Algemene biochemie. Functionele bouwstenen van het leven. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9789033474200

      • Engbersen, J.F.J, De Groot, AE. (2001) Inleiding in de bio-organische chemie, 9de druk, Wageningen, Wageningen academic publishers. ISBN- 9789074134958

      • Nagels, L. (2005) Algemene chemie. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9033459744

      • Ruiter, A. (2002) Inleiding tot de levensmiddelenchemie. 1ste druk, Amsterdam, Elsevier gezondheidszorg. ISBN 9789035225138

      • Viaene, L. (2006) Algemene chemie. 1ste druk, Leuven, Lannoo. ISBN 9020966812

      • Koolman, J.; Röhm, K-H. (2009) Sesam atlas van de biochemie. 2de geheel herziene druk, Utrecht, ThiemeMeulenhoff. ISBN 9789055746439

      • Literatuur voorhanden in bib


      • WERKVORMEN
        Soort werkvorm    
        hoor- en werkcolleges:

         100

        %
        practicum en oefeningen:

          0

        %

        vormen van groepsleren:

          0

        %
        Verdere toelichting:
        zie ECTS-deelfiches

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Integratief examen100%

        Integratieve toets 

        • Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen waarbij de student bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken en deze te linken aan moderne voedingsleer.

        • Correct oplossen van een eenvoudige casus over de berekening van de dagelijkse energiebehoefte en verdeling van de macronutriënten die energie leveren volgens de aanbevelingen v/d HGR.


        • integratieve toetsen: de probleemstellingen zijn zo veel mogelijk vakoverschrijdend. De student moet bij het oplossen van deze examenvragen vanuit de verschillende vakdisciplines vaardigheden inzetten. Deze vakoverschrijdende vragen kunnen aangevuld worden met vakspecifieke vragen (indien bepaalde aspecten van de leerstof niet in het integratief deel aan bod komen).
      • De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.

      • tijd voor examinering
        uren

        4 

        Tweede examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Integratief examen100%

        idem

         
        INFORMATIE OVER DE FACETTEN
         
        Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
        Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Methoden en onderzoek 1
          
        O.O. heeft componenten:Neen
        Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
        Code:4150100048
        Academiejaar:2012-2013
        Type:kernondersteunend,
        Niveau:inleidend
        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
        Contacturen:34
        Aantal studiepunten:5
        Totaal studietijd:130
        Examencontract:niet mogelijk
        Deliberatie:mogelijk
        Vrijstelling:mogelijk
        Onderwijstaal:
        Lector(en)Ingrid Van den Bossche
        Koen Vanherle
        Roald Santens

         

        KORTE OMSCHRIJVING
        Een voedingsdeskundige en/of diëtist verzamelt gegevens (meetresultaten, resultaten van een anamnese of van een vragenlijst, resultaten van wetenschappelijke onderzoek) en klasseert gegevens (bvb. wanneer krijgt iemand de diagnose ‘obesitas’). Beschrijvende statistiek is het instrument dat hierbij gebruikt wordt.
        Er is een sterke verwevenheid met ‘maten en gewichten’: de in dit lab verzamelde gegevens worden statistisch verwerkt, geanalyseerd en geïnterpreteerd.

        Een vraag waarmee een voedingsdeskundige en diëtist regelmatig geconfronteerd wordt is “hoeveel is ‘hoeveel’?”. Dit is zowel bij een voedingsanamnese (hoeveel groente eet u?) als in de keuken (een mespuntje boter toevoegen staat voor exact hoeveel bereidingsvet om een voedingswaarde-etiket van dit recept op te stellen?).
        Tijdens deze praktijksessies zoeken we met eenvoudige experimenten en oefeningen (massa- en volumebepalingen) naar de invulling van dit begrip met aandacht voor correct gebruik van eenheden, leren inschatten van hoeveelheden, leren inschatten van mogelijke fouten.
        De cursus statistiek is een belangrijk hulpmiddel bij de berekeningen en de verslaggeving van de experimenten.


        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
        • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
        • VD16 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • VD37 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
        • VD38 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
        • VD39 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
        • VD43 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
        • VD44 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
        • VD46 Toont zich resultaatgericht.
        • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
        • VD56 Verwerkt gegevens correct.
        • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
        Beroepsspecifieke competenties

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • verwerkt gegevens (frequentietabel) en geeft de resultaten grafisch weer
          • berekent en interpeteert parametervrije kengetallen
          • leest informatie op groeicurves af
          • berekent en interpeteert parametrische kengetallen
          • berekent en interpreteert kengetallen bij herhaalde en gegroepeerde metingen
          • berekent en interpreteer ‘biologische variatie’ (intra- en inter-individueel)
          • werkt met normale (x-waarde) en standaardnormale verdeling (z-en p-waarden)
          • classificeert toevalsveranderlijken (normaalwaarden)
          • begrijpt de statististiek achter aanbevolen hoeveelheden
          • stelt een significante verandering van een viologische variabele vast
          • gebruikt de verdeling van een steekproefgemiddelde indien nodig
          • stelt op basis van een steekproef een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde op
          • herkent deze statistische begrippen in de wetenschappelijke vakliteratuur, begrijpt en interpreteert deze
          • gebruikt correcte eenheden gebruiken voor maten en gewichten
          • rekent met deze eenheden
          • schat de mogelijke fouten bij een opgegeven portiegrootte in
          • ziet het nut van de handleiding ‘maten en gewichten’ en gebruikt deze vanaf nu spontaan en correct bij andere toepassingen
          • verwerkt meetresultaten manueel én statistisch met excel
          • stelt een kort verslag van een experiment op
          • kent een eerste reeks van elementaire maten en gewichten uit het hoofd.
          • de student kent volgende specifieke begrippen

            • ivm massa: bepaling (balansen), eenheden
            • ivm ‘maten en gewichten’: basismaten, eetbaar deel, slinkfactor, verschijningsvorm, verpakking (bruto, netto en g e )
            • ivm volume: de bepaling, eenheden, verschil met massa
            • ivm dichtheid: de definitie, eenheid, de bepaling (hydrostatische weging)
            • ivm portiegrootte: bepaling normale portie en de problematiek van het inschatten van deze grootte bij een voedingsanamnese en de mogelijke fouten (intra- en inter-individuele afwijkingen)

            • weet hoe de energie-inhoud van eten bepaald wordt (bomcalorimeter)
            • weet wat latente warmte is
            • weet hoe een vetgehaltebepaling door onderdompeling gebeurt
            • past de fysische verschijnselen diffusie en osmose toe op de cel (zie pakket biologie en anatomie)
            • bepaalt het lichaamsgewicht met een digitale balans, lichaamslengte en kniehoogte met een meetlat, elleboogbreedte met een schuifmaat en leest een huidplooimeter correct af
            • gebruikt correcte eenheden voor energie-inhouden van voedingsmiddelen (kcal en kJ)
            • voert eenvoudige berekeningen uit i.v.m. energieverbruik bij opwarmen, invriezen, verdampen
            • maakt een wetenschappelijke grafiek volgens de gangbare regels
            • bepaalt het aantal beduidende cijfers van een getal
            • zet eenheden om (kg, g, mg en kJ en kcal)

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          geen

          Andere begincompetenties

          zie lijst begincompetenties opleiding VD:

          wetenschappelijke interesse

          voorkennis wiskunde

          passieve kennis Engels


          LEERINHOUDEN

          Beschrijvende statistiek:

          • Beschrijven van een reeks resultaten (steekproef) met frequentietabel en grafieken.
          • Parametervrije kengetallen (Me, kwartielen, percentielen, IQR, normaalwaarden, groeikaarten).
          • Parametrische kengetallen (gemiddelde, SD en VC%); herhaalde metingen (juistheid en precisie); gegroepeerde metingen (spreiding intra en inter); biologische variatie.
          • Normale verdeling: z-waarden en p-waarden; classificaties van biologische parameters; aantonen van een significante verandering van een biologische parameter; aanbevolen hoeveelheden; verdeling van een steekproefgemiddelde (centrale limietstelling); t-verdeling Student; betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde; interpretatiefouten bij referentiewaarden (cutoff).
          Maten en gewichten:
          -“Kwaliteit en veiligheid” in het departement en in het labo 
          -opstellen van een eenvoudig voedingswaarde-etiket met voedingsmiddelentabel Nubel
          ogebruik van Nubel, “maten en gewichten” en Plantijn richtlijn

          -elementaire maten en gewichten: zie lijst in cursus en Kennislijn 
          -basisinhoudsmaten (experimentele controle van begrippen uit ‘maten en gewichten’): massa, volume en massadichtheid
          -subjectieve maten (snuifje zout)
          -maatbekers
          -grootheden (massa, volume, dichtheid…) en eenheden – oefeningen op omrekenen grootheden (volume naar massa) en eenheden (kg naar mg e.d.)

          Antropometrische metingen 
          -Meetprotocol en data-collectie
          o klassikaal inzamelen (nodig voor les in informaticalokaal later)
          -Lengte (meetlat), gewicht ( Seca), kniehoogte, huidplooi
          -Oefeningen op aflezen:
          oPersonenbalans, meetlat, schuifpasser en huidplooimeter 

          Oefeningen mbv verpakkingen en etiketten:
          oDefinities in brochure “maten en gewichten”
          oomrekenen naar verschijningsvorm
          oHet e-teken
          oPlantijn Richtlijn: afrondingsregels en beduidende cijfers 
          oOmzetten kcal  J  -   Calorimetrie – energie 

          Functies-algemeen: grafische voorstelling, coördinaten, rechthoekige driehoek; functies van de eerste graad (rechte)

          Digitaal verwerken van metingen praktijksessie 3, maken van grafieken met Excel
          kengetallen berekenen (formules Excel)
          intra/intervariatie bij metingen
          lijndiagram, spreidingsdiagram (G i.f.v. L), taartdiagram

          Experimentele bepaling (Plan van Aanpak) van
          -Gewicht per stuk netto (verschillende grootte groenten + opzoeken brochure)
          -Eetbaar deel 
          -Slinkfactor

          controle van begrippen uit ‘maten en gewichten’
          Zie ook Plantijn Richtlijn: 5. Richtlijnen bij ‘maten en gewichten’
          Extra oefeningen op eetbaar deel en slinkfactor + berekenen voedingswaarde 

          Gevorderde nutritionele berekeningen (nu met alle kennis vanuit maten en gewichten)

          -Inschatten portiegrootte : vaste en vloeibare voedingsmiddelen
          -Kleine – normale –grote portiegrootte
           inschattingsfouten bij portiegrootte : intra/inter-variatie
          In groepjes van ca. 6 studenten:
          Manuele berekeningen

          Hulpmiddelen om portiegrootte laten in te schatten: eigen onderzoek 
          -lezen van een artikel omtrent dit onderwerp
          -zelf ontwikkelen van een hulpmiddel om portiegrootte in te schatten
          -onderzoeksopzet uitwerken
          -gebruik van een fotoboek: CIRIHA 
          -testen van zelf ontwikkeld hulpmiddel om portiegrootte in te schatten
          Nabespreking en  evaluatie
          -Artikel en verwerking inschattingsfouten PR10
          -Herhalingsoefeningen
          -Gecombineerde oefeningen (vb. voedingswaardeberekening met eetbaal deel, slinkfactor,…)



          STUDIEMATERIAAL

          • Cursus ‘methoden en onderzoek’- beschrijvende statistiek – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool.
          • Nota’s ‘maten en gewichten’ – auteurs: Koen Vanherle, Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool.
          • Formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ - auteur: Veerle Van vlaslaer - Plantijn Hogeschool.
          • Belgische voedingsmiddelentabel Nubel (ISBN 9789074362009) - editie 2009.
          • Wetenschappelijke artikels.
          • Een rekenmachine.
          • ‘Maten en gewichten’ – handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België - 2005
          • portiegrootteboek valetudoconsulting (zelf aan te kopen door student)
          • Receptenleer – van Eden e.al. (ISBN 9055741485) – pagina 4-6 – 2001
          • lijst met elementaire maten en gewichten (Plantijn) – kolom 1
          • artikel uit journal of human nutrition and dietetics
          • een door de student mee te brengen digitale keukenweegschaal (aflezing tot 1g)  
          • Als naslagwerk in de bib: ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) in de bib (hoofdstukken 1 tem 11) - 2000.


          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           40

          %
          practicum en oefeningen:

            60

          %

          vormen van groepsleren:

            

          %
          Verdere toelichting:



          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%

          Puntenverdeling:

          Permanente evaluatie:
          • 15% : permanente evaluatie labo "meten, maten en gewichten"  o.b.v. voorbereiding&meebrengen materiaal (1/3), attitude/inzet/correcte uitvoering experimenten tijdens lab & uitvoeren taken joblijst (1/3) en het eigen onderzoek (voorbereiding, opzet en uitvoering van eigen experiment) met groepsartikel (met discussie en kritische reflectie - toepassen Plantijn Richtlijn) uit de laatste les (1/3: groepspunt)
          Integratieve toets - met formuleboekje ‘methoden en onderzoek’.
          • 35%: vragen INT vanuit "meten, maten en gewichten" -  (begrip van de oefeningen en uitgevoerde experimenten met bijhorende gegevensanalyse, interpretatie van de resultaten); het ‘kunnen gebruiken’ van Nubel en ‘maten en gewichten’ wordt in andere opleidingsonderdelen getoetst 

          • 50%: vragen INT vanuit "beschrijvende statistiek"
          • Samenstelling vragen: mix van kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van de berekeningen)  interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden en dit integratief met maten en gewichten, voedingsleer en dus problemen, gegevens uit de vakliteratuur).
          • Het gebruik van een rekentoestel is bij deze toets toegelaten.

          Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
          afwezigheid
          niet uitvoeren van de opgelegde taken
          niet afgeven van de gevraagde opdrachten
          niet verwerven van de vooropgestelde competenties

          Werkstudenten :
          - De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.
          - De puntenverdeling voor werkstudenten is: 5% labo (eigen onderzoek met groepsartikel); 40% vragen INT vanuit "meten, maten en gewichten" ; 55% vragen INT vanuit "beschrijvende statistiek"

          Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
          Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.


          tijd voor examinering
          uren

          4 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%

          de integratieve toets wordt hernomen, de jaarpunten blijven behouden
           
          INFORMATIE OVER DE FACETTEN
           
          Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
          Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Biomedische wetenschappen 1
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
          Code:4150100049
          Academiejaar:2012-2013
          Type:kernondersteunend,
          Niveau:inleidend
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
          Contacturen:22
          Aantal studiepunten:3
          Totaal studietijd:78
          Examencontract:mogelijk
          Deliberatie:mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:
          Lector(en)Els Van Eyken

           

          KORTE OMSCHRIJVING
          De cel is de basis van elk organisme. De kennis van de samenstelling en de werking van de cel zijn noodzakelijk voor het begrijpen van de opbouw van de weefsels, organen en stelsels van het hele organisme. Om te functioneren heeft het organisme bouwstenen nodig, de biomoleculen. Deze worden gehaald uit het voedsel. De mechanische en chemische verwerking van het voedsel in het spijsverteringstelsel zorgen dat grote polymeren worden afgebroken tot kleinere bouwstenen (monomeren). Alleen zo kunnen ze worden opgenomen in het lichaam.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • VD06 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
          Beroepsspecifieke competenties

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              kent de bouw, functie, en onderlinge samenhang van diverse organellen in eukaryote cellen
              beschrijft het verloop van de celcyclus
              beschrijft de verschillende stadia van de celcyclus
              geeft het belang aan van enzymen in een levend organisme
              legt de ligging, bouw en functie van de verschillende spijsverteringsorganen uit
              legt de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten uit
              legt het homeostatisch verband met andere stelsels uit

            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN
            • Beschrijven van de verschillende celorganellen, hun bouw en functie.
            • De groei en differentiatie van cel tot weefsel.
            • De opbouw tot orgaanstelsel : het spijsverteringsstelsel.
            • Wat is een enzym?
            • De inwerking van enzymen  in het spijsverteringsstelsel op de voedinscomponenten.
            • Hoe gebeurt de vertering en resoptie in het spijsverteringsstelsel?

            STUDIEMATERIAAL
            • Cursus 'biologie en anatomie' - auteur: Patricia Winnen en Els Van Eyken -Plantijnhogeschool.
            • Boek 'Anatomie en Fysiologie een inleiding,' 5de editie , Martini en Bartholomew, ISBN 9789043013895
            • Anatomische modellen.
            • CD-rom interActive Physiology E.Marrieb bibliotheek 00001890312.
            • Zakwoordenboek der geneeskunde -auteur : Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 - meest recente editie.

            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             100

            %
            practicum en oefeningen:

              0

            %

            vormen van groepsleren:

              0

            %
            Verdere toelichting:

            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • Integratieve toets: schriftelijk examen met kennisvragen (open vragen, invuloefeningen, multiple choice)
            • De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.

            tijd voor examinering
            uren

            2 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            De integratieve toets kan worden hernomen

             
            INFORMATIE OVER DE FACETTEN
             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
            Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Kooklab 1
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
            Code:4150100052
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kernondersteunend,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
            Contacturen:44
            Aantal studiepunten:4
            Totaal studietijd:104
            Examencontract:niet mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Marina Hertogen
            Ingrid Aerts
            Sandra Aernouts
            Kim Geys

             

            KORTE OMSCHRIJVING
            In het voltijds modelpakket 1  (volledig academiejaar) zorgen we via voedselbereiding in de keuken dat je de verschillende basisbereidingen, bereidingstechnieken en basisingrediënten beheerst.
            Bij het samenstellen van de maaltijden worden de criteria van de actieve voedingsdriehoek praktisch aangeleerd. Bereidingen worden organoleptisch beoordeeld.
            Tevens worden maten en gewichten ingeoefend, prijsberekeningen en maken bestelbon aangeleerd en risico-analyse + temperatuurmetingen van voedsel uitgevoerd.


            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • VD01 Stelt het eigen handelen in vraag.
            • VD02 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
            • VD03 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
            • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
            • VD05 Vraagt en geeft feedback.
            • VD06 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
            • VD09 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
            • VD11 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
            • VD14 Moedigt anderen aan om door te zetten.
            • VD15 Streeft naar verbetering.
            • VD18 Biedt spontaan hulp aan.
            • VD30 Laat het groepsbelang primeren boven eigen belang.
            • VD31 Bespreekt problemen open met collega's.
            • VD32 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
            • VD34 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • VD46 Toont zich resultaatgericht.
            • VD47 Neemt zelfstandig beslissingen.
            • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
            • VD50 Maakt een duidelijk tijdsschema.
            • VD51 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
            • VD52 Pakt problemen praktisch aan.
            • VD55 Respecteert timing en afspraken.
            • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
            • VD58 Levert onder druk correcte resultaten.
            • VD59 Werkt veilig.
            Beroepsspecifieke competenties
            • VD70 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

            1. Beheerst de basiskooktechnieken en kookt lekker, gezond en creatief
            2. Leert organiseren, raporteren, evalueren en teamgericht werken
            3. Formuleert de invloeden van de bereidingen op de grondstoffen en de scheikundige processen
            4. Maakt kostprijsberekeningen voert bestellingen uit
            5. Beheerst voedingskundige en hygiënische principes in de keuken, beheerst de verschillende bereidingsmethoden en apparatuur in de moderne keuken
            6. De student beheerst maten en gewichten, temperatuurmetingen, voert risico-analyse uit en beheerst risico's in de keuken

            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid.
            Andere: zie lijst begincompetenties opleiding VD.

            LEERINHOUDEN
            • Bereidingstechnieken zoals koken, stoven, blancheren, fruiten, paneren, stomen, e.d.
            • Basisbereidingen van soepen, sausen, groenten, aardappelgerechten, deegwaren, rijst, vlees, vis, voorgerechten, nagerechten, brood en gebak, kruiden, e.d.
            • Werkingsmechanismen van de kookfornuizen, ovens, microgolfovens, steamer, mixer, e.d.
            • Materialenkennis, t emperatuurmetingen, hygiëne in de keuken.
            • Semesteropdracht 'Gezond en organoleptisch handelen': een menu samenstellen voor 1 persoon en vastleggen in 6 foto's (visvoorgerecht, wokgerecht en nagerecht met kneeddeeg), bestelbon voor 10 persoenen en kostprijsberekening voor 1 persoon. Oefening prijsbewust handelen en bestelbon maken.
            • Maten en gewichten: oefenen van de meest courante maten, porties en gewichten.
            • Risicoanalyse rond: handen wassen, gebruik snelkookpan, snijden van groenten/fruit, gebruik microgolfoven, gebruik van frituurketel, flamberen, gebruik van de oven.
            • Organoleptisch oordelen en handelen.
            • Deze technieken liggen aan de basis van kooklabo 2  vanaf periode 3 .

            STUDIEMATERIAAL
            • Cursus: Kooklabo 1 - auteurs: Aerts Ingrid, Aernouts Sandra, Geys Kim en Hertogen Marina - Plantijn Hogeschool - 2012 - 2013.
            • Receptuur van de volledige maaltijd met opdrachten.
            • Boek: “Receptenleer”, J.G. van Eden, e.a., HB uitgevers, ISBN 978 90 5574 617 0, 2009.
            • Kookboek: “Kook Ook “, Het Nederlands Zuivelbureau, ISBN 97 8906 611 9864, 2008.
            • Belgische Voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.
            • Eigen kookboeken, tijdschriften.
            • Niet verplicht maar ter aanbeveling: “Ons Kookboek”, KAV, ISBN 90 804844 2 3, 1999.
            • Een elektronische weegschaal tot op 1 gram nauwkeurig.
            • Schrift voor maten en gewichten en prijsberekingen.

            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             0

            %
            practicum en oefeningen:

              100

            %

            vormen van groepsleren:

              0

            %
            Verdere toelichting:
            • Verplichte praktijksessies met verplichte voorbereiding (schriftelijk organisatieplan).
            • Theorie verwerven via opdrachten voor elke kookles. Voorbereidingen worden voor de aanvang van de les afgegeven. Bij laattijdig afgeven van de opdrachten worden de helft van de punten afgetrokken. 
            • Reflectie en rapporteren over: organisatie en samenwerking, werktempo, uitgevoerde technieken, gezond volgens de actieve voedingsdriehoek, hygiënisch, organoleptisch, ergonomisch, milieubewust en veilig handelen.
            • Elkaar leren coachen, per les zijn er 2 coachen die zorgen voor het goede verloop van de kookles, de orde en uitvoeren van gemeenschappelijke taken in de keuken. Dit is een voorbereiding op de latere leidinggevende functies van een diëtist bij voedselbereiding.

            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:

              ·         afwezigheid

              ·         niet uitvoeren van de opgelegde taken

              ·         niet afgeven van de gevraagde opdrachten

              ·         niet verwerven van de vooropgestelde competenties

              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Inhalen kan alleen bij een praktijksessie met dezelfde inhoud als de gemiste sessie.
              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

            • Permanente evaluatie van de kookles (35%), proces (werkmethode, materiaal, hygiëne, ergonomie, tempo, enz.), product (uitzicht, smaak, temperatuur, creativiteit, enz.). Organisatieplan + zelfevaluatie                     
            • Maken van de opdrachten (15%), opzoeken van de kennisvragen, aandacht voor de schriftelijke taalbeheersing.
            • Praktijkexamen (25%), organisatieplan opstellen en evaluatie van de examenles, uitvoeren van de gevraagde kookopdracht volgens evaluatiecriteria van de permanente evaluatie van de kooklessen.
            • Schriftelijk examen(25%), kennisvragen, toepassingsvragen, correctheid van de antwoorden, volledigheid van de argumentatie, logische opbouw van de argumentatie, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden.

            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • Praktijkexamen wordt hernomen met dezelfde evaluatiecriteria (50%).
            • Theoretische examen wordt hernomen met dezelfde evaluatiecriteria (50%).
            • Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling tijdens het academiejaar.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel en wordt niet toegelaten tot het examen in 2-de zit.
             
            INFORMATIE OVER DE FACETTEN
             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
            Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Microbiologie van de voeding
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
            Code:4150100055
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:uitdiepend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
            Contacturen:56
            Aantal studiepunten:4
            Totaal studietijd:104
            Examencontract:niet mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Roald Santens
            Els Van Eyken
            Marina Crols

             

            KORTE OMSCHRIJVING

            Micro-organismen spelen een grote rol in ons voedsel. Niet alleen zorgen zij voor het ontstaan van nieuwe voedselproducten, maar zij zijn ook van groot belang voor de voedselbewaring, het voedselbederf en voedselvergiftigingen


            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • VD01 Stelt het eigen handelen in vraag.
            • VD02 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
            • VD03 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
            • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
            • VD05 Vraagt en geeft feedback.
            • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
            • VD08 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
            • VD09 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
            • VD10 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
            • VD11 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
            • VD14 Moedigt anderen aan om door te zetten.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • VD39 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
            • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
            • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
            • VD43 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
            • VD46 Toont zich resultaatgericht.
            • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
            • VD55 Respecteert timing en afspraken.
            • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
            • VD59 Werkt veilig.
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              1. Beheerst de basis van de microbiologie.
              2. Onderscheidt voedseleigen  micro-organismen van de pathogene micro-organismen.
              3. Kent het ziekteproces van de voedingsgerelateerde micro-orgnismen.
              4. Kent het nut van micro-organismen in de voeding
              5. Weet het belang van monstername.
              6. Schat het besmettingsgevaar van voedsel in.
              7. Kent het belang van de micro-organismen tijdens de conservering van voedingsmiddelen
              8. Kent  het verband tussen  hygiënisch werken en de micro-organismen.
              9. Voert microbiologische basishandelingen correct uit.
              10. Werkt aseptisch

              .




              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
              geen

              Andere begincompetenties

              LEERINHOUDEN
            • algemene inleiding tot de microbiologie waaronder de groei en factoren die de groei beïnvloeden 
            • monstername en transport
            • microbiologie in het laboratorium en moderne microbiologische technieken
            • besmetting van voedingsmiddelen 
            • voedselintoxicatie en voedselinfectie
            • belangrijke groepen van micro-organismen en hun belang voor de voedingsmiddelen
            • gefermenteerde producten 
            • intrinsieke en extrinsieke parameters van voedsel die de groei van micro-organismen beïnvloeden
            • voedselbewaring, voedselbederf  
            • aseptische uitvoering van algemene microbiologische technieken en testen op microbiologische hygiëne van de werkplek, microbiologische testen, waaronder snelle detectiemethoden,van een aantal voedingsmiddelen.
            • onderzoek van gisten en schimmels
            • onderzoek van protozoa en helminthen

            • STUDIEMATERIAAL
            • Cursus: microbiologie van de voeding - auteur: Crols Marina- Plantijn Hogeschool.
            • Boek: levensmiddelenhygiëne drs G.J.A Ridderbos
            • Cursus: microbiologie van de voeding - labo - auteur: Crols Marina- Plantijn Hogeschool.
            • Instrumenten, toestellen en materiaal in het microbiologisch laboratorium.

            • WERKVORMEN
              Soort werkvorm    
              hoor- en werkcolleges:

               57

              %
              practicum en oefeningen:

                43

              %

              vormen van groepsleren:

                0

              %
              Verdere toelichting:
            •  hoorcolleges. 
            •  praktijksessies. Aanwezigheid verplicht voor de praktijksessies.
            •  Instructies eigen aan een microbiologisch laboratorium volgen

            • EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%



              Schriftelijke integratieve toets INT2-3 (80% van de punten).

              Permanente evaluatie van de praktijksessies (20%) o.b.v. attitude /uitvoeren taken joblijst/inzet (1/3); aseptisch werken tijdens het labo (1/3); resultaten van de experimenten/verslagen (1/3).

              De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.

              Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
              afwezigheid
              niet uitvoeren van de opgelegde taken
              niet afgeven van de gevraagde opdrachten
              niet verwerven van de vooropgestelde competenties
               
              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.



                
               


              tijd voor examinering
              uren

              4 

              Tweede examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.

               
              INFORMATIE OVER DE FACETTEN
               
              Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
              Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingswetenschappen 2
                
              O.O. heeft componenten:Neen
              Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
              Code:4150100057
              Academiejaar:2012-2013
              Type:kern,
              Niveau:uitdiepend
              Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
              Contacturen:34
              Aantal studiepunten:4
              Totaal studietijd:104
              Examencontract:mogelijk
              Deliberatie:mogelijk
              Vrijstelling:mogelijk
              Onderwijstaal:
              Lector(en)Ingrid Aerts

               

              KORTE OMSCHRIJVING

              Op een professionele manier bezig zijn met voeding en het belang kennen van een gezonde en evenwichtige voeding voor het bevorderen van de gezondheid. Tijdens deze lessen worden de aanbevelingen van de voedingsstoffen van de HGR toegepast op de maaltijden van een volwassen en gezond individu tussen de 18 en de 59 jaar. Zowel kwantitatief als kwalitatief worden de verschillende maaltijden en het maaltijdenpatroon opgebouwd, beoordeeld, geïnterpreteerd en aangepast. Theoretisch kennis is één zaak, dit ook kunnen vertalen naar een haalbare, smakelijke en evenwichtige voeding is een andere praktische vaardigheid. In deze vaardigheid gaan we oefenen om op een wetenschappelijke manier modellen en maaltijden te analyseren die voor een groot publiek van toepassing kunnen zijn.
              In België heet dit model ‘De actieve voedingsdriehoek’, in de ons omringende landen heeft dit andere benamingen. De actieve voedingsdriehoek wordt in al zijn 'wetenschappelijke' facetten bekeken.


              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
              • VD10 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
              • VD19 Stelt de cliënt centraal.
              • VD21 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
              • VD22 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
              • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
              • VD34 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
              • VD36 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • VD37 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
              • VD38 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
              • VD39 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
              • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
              • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
              • VD43 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
              • VD44 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
              • VD45 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
              • VD46 Toont zich resultaatgericht.
              • VD47 Neemt zelfstandig beslissingen.
              • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
              • VD52 Pakt problemen praktisch aan.
              • VD53 Pakt problemen creatief aan.
              • VD55 Respecteert timing en afspraken.
              • VD56 Verwerkt gegevens correct.
              • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
              • VD58 Levert onder druk correcte resultaten.
              Beroepsspecifieke competenties
              • VD64 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
              • VD65 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
              • VD70 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
            • past de meest recente richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad in verband met de voedingsaanbevelingen in België toe
            • stelt op basis van deze richtlijnen een gezonde maaltijd samen
            • ontdekt de voedingsfouten in een dagschema aan de hand van een vergelijking met de aanbevelingen van de HGR en aan de hand van de aanbevelingen en de criteria van de actieve voedingsdriehoek
            • zoekt een alternatief voor voedingsfouten
            • maakt een kritische vergelijking tussen de Belgische en de Nederlandse voedingsaanbevelingen
            • vertaalt de Belgische voedingsaanbevelingen in voedingsvoorlichtingsmodellen
            • benoemt de verschillende voedingsvoorlichtingsmodellen
            • analyseert ‘De actieve voedingsdriehoek’ wetenschappelijk
            • gebruikt ‘De actieve voedingsdriehoek’ als basis voor een gezonde maaltijd (leeftijd van 18 – 59 jaar)
            • gebruikt ‘De actieve voedingsdriehoek’ als middel om de nodige energie en voedingsstoffen in te nemen en de preventie van chronische ziekte te bevorderen;
            • schrijft een eenvoudig voedingsadvies uit in corect Nederlands
            • vertaalt de aanbevelingen van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen

            • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
              Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Voedingswetenschappen 1

              Andere begincompetenties

              zie lijst begincompetenties opleiding voeding- en dieet

              voedingswetenschappen 1 dient vooraf gevolgd te zijn


              LEERINHOUDEN
              Medisch wetenschappelijke kennis en algemene voedingsinzichten worden in toegepaste voedingsleer geïntegreerd tot specifieke voedingsaanbevelingen. De Hoge Gezondheidsraad heeft in samenwerking met de Nationale Raad van de Voeding, voedingsaanbevelingen voor België uitgeschreven.
              Via oefeningen worden recepten en menu’s opgesteld en aangepast aan de grondbeginselen van een gezonde voeding voor een gezonde persoon van 18-59 jaar. Volgende hoofdstukken komen hierbij aan bod:
              • Het maaltijdenpatroon: de definitie en de energieverdeling tussen de verschillende maaltijden.
              • Het ontbijt: Het belang en de samenstelling van een volwaardig ontbijt.
              • De tweede broodmaaltijd: Het belang en de samenstelling van de tweede broodmaaltijd.
              • De warme maaltijd: Het belang en de samenstelling van de warme maaltijd.
              • De tussendoortjes: het belang en de samenstelling van de tussendoortjes.
              • Vergelijking Belgische en Nederlandse voedingsnormen.
              • geschiedenis van de verschillende voedingsvoorlichtingsmodellen
              • de actieve voedingsdriehoek wetenschappelijk bekeken
              • de actieve voedingsdriehoek volgens de voedingsmiddelengroepen
              • de actieve voedingsdriehoek als aanbreng van voedingsstoffen
              • de actieve voedingsdriehoek en de praktische aanbevelingen van de HGR
              • de actieve voedingsdriehoek en het lacto-ovovegetarisme
              • een eenvoudig voedingsadvies uitschrijven
              • internationale voedingsvoorlichtingsmodellen 


              STUDIEMATERIAAL
              • cursus Voedingswetenschappen 2 – auteur Ingrid Aerts - Plantijn Hogeschool
              • tijdschriften in de bibliotheek
              • handboek 'De actieve voedingsdriehoek' , Erika Vanhauwaert, uitgeverij acco, ISBN 978-90-334-8639-5
              • handboek 'Bewust kiezen, kopen en klaarmaken' , Neven Loes, Vanhauwaert Erika, Morren Krista, uitgeverij acco,  ISBN 978-90-334-8636-4
              • artikels in de map voedingswetenschappen 2 in de educatieve mappen op de e-campus
              • plantijn kennislijn
              • Belgische Voedingsmiddelentabel, 5de editie NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.
              • Brochure: Voedingsaanbevelingen voor België, Hoge gezondheidsraad, HGR nr. 8309, herziening 2009
              • Brochure: Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, Hoge Gezondheidsraad, revisie januari 2005
              • eigen kookboeken en die van de bibliotheek

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm    
              hoor- en werkcolleges:

               100

              %
              practicum en oefeningen:

                

              %

              vormen van groepsleren:

                

              %
              Verdere toelichting:
            • verplichte werkcolleges met oefeningen.
            • aan de hand van een integratieve opdracht wordt de theorie onmiddellijk in de praktijk omgezet.
            • klassikale oefeningen worden thuis verder afgewerkt.
            • klassikale remediëring van en afspraken inzake de integratieve opdracht

            • EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              • Integratieve toets  (100% van de punten van voedingswetenschappen): criteria:
                • gevolgde methodiek
                • toepassen van de juiste formules
                • omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen
                • correctheid van de antwoorden en berekeningen
                • volledigheid van de argumentatie
                • logische opbouw van de argumentatie
                • duidelijke, heldere formulering van de antwoorden 
              • Alle werkcolleges zijn verplicht.

              Werkstudenten VD:
              • De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.

              tijd voor examinering
              uren

              4 

              Tweede examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

            • Integratieve toets (100% van de punten van voedingswetenschappen): criteria:
              • gevolgde methodiek
              • toepassen van de juiste formules
              • omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen
              • correctheid van de antwoorden en berekeningen
              • volledigheid van de argumentatie
              • logische opbouw van de argumentatie
              • duidelijke, heldere formulering van de antwoorden 
              • Werkstudenten VD: De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.
               
              INFORMATIE OVER DE FACETTEN
               
              Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
              Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Biochemie 2
                
              O.O. heeft componenten:Neen
              Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
              Code:4150100119
              Academiejaar:2012-2013
              Type:kernondersteunend,
              Niveau:uitdiepend
              Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
              Contacturen:32
              Aantal studiepunten:3
              Totaal studietijd:78
              Examencontract:mogelijk
              Deliberatie:mogelijk
              Vrijstelling:mogelijk
              Onderwijstaal:
              Lector(en)Marjan Van Cleemput

               

              KORTE OMSCHRIJVING

              De cursus "Biochemie 2" bouwt verder op de cursus "Biochemie 1", welke een inleiding gaf tot de chemie van biomoleculen. In Biochemie 2 worden de koolhydraten en lipiden verder uitgediept. Eiwitten worden behandeld in het kader van hun functie als enzymen. Verder wordt aandacht besteed aan vitaminen en mineralen, als essentieel voor de goede werking voor enzymatische processen. Geleidelijk wordt weggegaan van de zuivere chemie, en wordt deze méér in het perspectief van de "fysiologie van de mens" geplaatst. Daarom wordt eerst toegespitst op de de cel en intercellulaire communicatiemechanismen (hormonaal, neuronaal). De stofwisseling van de cel wordt beknopt behandeld, en er wordt reeds een overzicht gegeven van het intermediair metabolisme. We sluiten de cursus af met een deeltje anatomie en fysiologie, meerbepaald de bespreking van het endocrien stelsel en het zenuwstelsel. Zo wordt de aansluiting gelegd met de cursus Biomedische wetenschappen 2 (2VD).


              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • VD04 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
              • VD05 Vraagt en geeft feedback.
              • VD15 Streeft naar verbetering.
              • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
              • VD41 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
              • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
              Beroepsspecifieke competenties

                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                • Vermeerdert zijn/haar kennis van de bio-organische chemie als basis voor de humane biochemie.
                • Herkent verschillende functionele groepen in biomoleculen.
                • Kent de belangrijkste bouwstenen van biomoleculen..
                • Plaatst een gegeven lipidestructuur in de juiste groep (fosfolipiden, sfingolipiden, prostaglandinen, glyceriden, steroïden, ...).
                • Verklaart de plaats en functie van verschillende lipidegroepen in het menselijke lichaam.
                • Somt de samenstellende delen van een lipoproteïne op, en beschrijft telkens de rol van dit bestanddeel.
                • Maakt onderscheid tussen de verschillende klassen lipoproteïnen op basis van grootte, densiteit en samenstelling.
                • Beschrijft vlot het transport van lipiden in het  lichaam, zowel van exogene als endogene oorsprong.
                • Herkent de structuur van koolhydraatafgeleiden en plaatst ze in de juiste groep (aminosuiker, gereduceerd/geoxideerd suiker, desoxysuiker, glycoside).
                • Verklaart de plaats en functie van verschillende koolhydraatafgeleiden in het menselijk lichaam.
                • Benoemt de opbouwende delen van een biomembraan en beschrijft van elk onderdeel de functie.
                • Beschrijft de structuur en werking van enzymen.
                • Deelt een gegeven enzym correct in naar zijn hoofdklasse.  
                • Begrijpt de basisbeginselen van enzymkinetiek.
                • Verklaart het begrip "cofactor": de soorten, hun werkingmechanisme, een voorbeeld.
                • Kent de factoren die een invloed hebben op enzymactiviteit en past dit toe a.d.h.v. een gegeven voorbeeld.
                • Beschrijft de meest voortkomende inhibitietypen.
                • Maakt een vergelijking tussen competitieve en niet-competitieve inhibitie.
                • Beschrijft de methoden hoe een lichaam enzymactiviteit reguleert en kan dit illustreren met een voorbeeld.
                • Maakt onderscheid tussen passief en actief membraantransport en kan dit illustreren met een voorbeeld of toepassen op een gegeven voorbeeld.
                • Kent de natuurlijke doorlaatbaarheid van membranen voor de belangrijkste biomoleculen.
                • Somt de verschillende soorten membraantransporters op en beschrijft hun werking.
                • Geeft de intercellulaire communicatiemechanismen in het menselijk lichaam en kan telkens illustreren met een voorbeeld.
                • Beschrijft het communicatiemechanisme via hormonen.
                • Deelt hormonen in op basis van hun chemische structuur.
                • Beschrijft de mogelijke werkingsmechanismen van hormonen.
                • Beschrijft het communicatiemechanisme via neurotransmissie.
                • Deelt neurotransmitters in op basis van hun chemische structuur.
                • Beschrijft de signaaloverdracht door neuronen.
                • Beschrijft het voorkomen en de werking van enkele lokale mediatoren.
                • Maakt onderscheid tussen de verschillende groepen eicosanoïden naar functie en oorsprong.
                • Kent de basis van het humaan metabolisme: anabolisme en katabolisme, metabool intermediair, ATP als universele  energiedrager, reducerende equivalenten in een cel (NAD(P)H, FADH2).
                • Kent de namen en de functies van de metabolische "pathways" van het intermediair metabolisme.
                • Beschrijft de algemene werking van een hormoon en somt de functies van het hormoonstelsel op.
                • Beschrijft de ligging en bouw van de endocriene klieren en hun geproduceerde hormonen.
                • Beschrijft de invloed van een hormoon op zijn doelwitorgaan.
                • Verklaart de pathologie van de endocriene klieren in relatie tot een over- of onderproductie van een hormoon.
                • Verklaart hoe hormonen op elkaar inwerken om gecoördineerde reacties teweeg te brengen.
                • Beschrijft op welke wijze het hormoonstelsel op stress reageert.
                • Kan de verschillende indelingen van het zenuwstelsel opsommen en hun algemene functies noemen.
                • Maakt onderscheid tussen neuronen en neuroglia op basis van structuur en functie.
                • Beschrijft de prikkelgeleiding langs een neuron, en de impulsoverdracht bij een synaps.
                • Benoemt de drie hersenvliezen waardoor het centrale zenuwstelsel is omgeven.
                • Beschrijft de functie van grijze en witte stof in hersenen en ruggenmerg.
                • Benoemt de belangrijkste delen van de hersenen en beschrijft telkens hun plaats en functie.
                • Beschrijft de stappen van een reflexboog.
                • Vergelijkt sensorische en motorische prikkelgeleiding.
                • Vergelijkt de onderdelen en functies van het sympathische en parasympathische zenuwstelsel.

                VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Chemie'
                'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1.'


                Andere begincompetenties

                LEERINHOUDEN
                1. Functionele groepen in de bio-organische chemie: herhaling & uitbreiding
                  • structuur van de meest voorkomende functionele groepen en moleculen
                  • basis naamvorming van deze functionele groepen
                  • concrete voorbeeden van deze functionele groepen in biosystemen
                  • cyclische verbindingen (alicyclisch, aromatisch, geconjungeerd, heterocyclisch)
                  • fosfaten en fosfaatesters
                2. Biomoleculen: herhaling & uitbreiding: 
                  1. Vetten:
                    • Fosfolipiden
                    • Sfingolipiden
                    • Glycolipiden
                    • Lipoproteïnen
                    • Prostaglandinen
                  2. Koolhydraten:
                    • Geoxideerde en gereduceerde suikerderivaten
                    • Desoxysuikers
                    • Aminosuikers
                    • Glycosiden
                    • Proteïde
                3. Enzymen:
                  • Werking en kinetiek:
                    • Werking van enzymen: algemeen
                    • Eigenschappen
                    • Classificatie
                    • Structuur
                    • Cofactoren
                    • Actief centrum
                    • Specificiteit
                    • Factoren die enzymactiviteit kunnen beïnvloeden
                  • Regulering en inhibitie:
                    • Enzyminhibitie:
                      • Competitief
                      • Niet-competitief
                    • Regulatie
                      • Compartimentalisatie
                      • Terugkoppelingsinhibitie
                      • Covalente modificatie
                      • Allostere controle
                  • Cofactoren en vitaminen:
                    • structuur van de belangrijkste vitaminen
                    • eigenschappen:
                      • oplosbaarheid
                      • enzymfunctie
                4. Intercellulaire communicatie
                  • Interactie tussen cellen en hun omgeving: membranen
                  • Intercellulaire communicatiemechanismen
                  • Signaalstoffen bij intercellulaire communicatie
                  1. Hormonale communicatie
                    • Wat zijn hormonen?
                    • Werkingsmechanisme
                    • Chemische groepen hormonen
                    • Regeling
                  2. Neuronale communicatie
                    • Rustpotentiaal
                    • Actiepotentiaal
                    • Zenuwimpuls
                    • Impulsoverdracht
                5. De stofwisseling van de cel
                  • Stofwisseling & Energiehuishouding
                  • Anabolisme & Katabolisme
                  • Regeling door enzymen, co-factoren, biomoleculen
                  • Structuur en functie van ATP als energiedrager
                  • Reducerende equivalenten in een cel (NADH, FADH2, …)
                6. De intermediaire stofwisseling
                  • Stofwisseling van koolhydraten
                  • Stofwisseling van vetten
                  • Stofwisseling van eiwitten
                  • Centrale intermediairen
                  • Fluxbepalende stappen
                  • Regulatie van het metabolisme
                  • ETK en Krebs (beperkt)
                7. Hormonale communicatie: het endocrien stelsel
                  • Endocriene organen
                  • Bespreking afzonderlijke hormonen
                8. Neuronale communicatie: het zenuwstelsel


                STUDIEMATERIAAL


                Noodzakelijke leermiddelen

                • Cursus Biochemie 2, Plantijn Hogeschool, Marjan Van Cleemput, 2012-2013.
                • Anatomie en fysiologie, een inleiding. Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew. Pearson education, 5de editie, ISBN 9789043024327.

                Extra leermiddelen

                • Hand-outs van de slides horend bij de lessen zijn steeds te raadplegen via de elektronische leeromgeving.
                • Anatomische modellen zijn te vinden in de bibliotheek.
                • Verschillende educatieve CD-roms over anatomie en fysiologie van de mens zijn te vinden in de bibliotheek.
                • Coëlho Zakwoordenboek van de geneeskunde, A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten (2012). 30ste editie, Elsevier Gezondheidszorg. ISBN 9789035233218.

                Indien je meer wil weten, zijn volgende boeken een aanrader:

                • Ampe, C; Devreese, B. (2009) Algemene biochemie. Functionele bouwstenen van het leven. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9789033474200 
                • Engbersen, J.F.J, De Groot, AE. (2001) Inleiding in de bio-organische chemie, 9de druk,  Wageningen, Wageningen academic publishers. ISBN- 9789074134958
                • Koolman, J.; Röhm, K-H. (2009) Sesam atlas van de biochemie. 2de geheel herziene druk, Utrecht, ThiemeMeulenhoff. ISBN 9789055746439 
                • Literatuur voorhanden in bib       

                WERKVORMEN
                Soort werkvorm    
                hoor- en werkcolleges:

                 100

                %
                practicum en oefeningen:

                  

                %

                vormen van groepsleren:

                  

                %
                Verdere toelichting:
                 


                EVALUATIE

                Eerste examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                Integratieve toets na periode 2:

                Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel invulvragen, meerkeuze, aanduiden op tekeningen, als open vragen.
                Studenten die afwezig zijn op een toets volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER.

                Berekening van de ‘cijfers’ voor dit opleidingsonderdeel:
                Het uiteindelijke cijfer op 20 wordt afgerond op een geheel getal volgens de algemeen geldende afrondingsregels.
                 

                De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.


                tijd voor examinering
                uren

                4 

                Tweede examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                De integratieve toets wordt herhaald.

                Zie eerste examenperiode.

                 
                INFORMATIE OVER DE FACETTEN
                 
                Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
                Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Chemie
                  
                O.O. heeft componenten:Neen
                Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
                Code:4150100121
                Academiejaar:2012-2013
                Type:kernondersteunend,
                Niveau:inleidend
                Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
                Contacturen:34
                Aantal studiepunten:6
                Totaal studietijd:156
                Examencontract:mogelijk
                Deliberatie:mogelijk
                Vrijstelling:mogelijk
                Onderwijstaal:
                Lector(en)Martine Vanacker
                Karin Dhont

                 

                KORTE OMSCHRIJVING
                Het opleidingsonderdeel 'chemie' dient ter ondersteuning van andere opleidingsonderdelen van de opleiding 'voedings- en dieetkunde'. De basis van de algemene en anorganische scheikunde wordt aangeboden.

                COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                Algemene competenties

                • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
                Algemene beroepsgerichte competenties
                • VD37 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
                • VD38 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
                • VD56 Verwerkt gegevens correct.
                Beroepsspecifieke competenties

                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                  De student:

                  1. voert een Job Safety analyse uit

                  2. klasseert de anorganische verbindingen volgens stofklasse

                  3. onderscheidt ionaire en covalente bindingen; polaire en apolaire moleculen

                  4. schrijft reactievergelijkingen; maakt stoechiometrische berekeningen en werkt met concentratietermen

                  5. beheerst het begrip dynamischevenwicht ;berekent  evenwichtsconstanten    en    evenwichtsconcentraties; voorspelt de evenwichtsligging; past het principe van Le Chatelier toe

                  6. onderscheidt zuren en basen en maakt een indeling naar sterkte van de zuren en basen door gebruik te maken van de ionisatieconstanten

                  7. kent het begrip pH en berekent de pH van oplossingen

                  8. bepaalt de pH door gebruik te maken van een gecombineerde glaselectrode

                   


                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                  Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.

                  Andere begincompetenties

                  LEERINHOUDEN

                  1. periodiek systeem: atoommassa; atoomnummer; elektronegatieve waarde; pKa; metalen en niet-metalen

                  2. anorganische stofklassen

                  3.chemisch evenwicht; stoechiometrie

                  4. concentratietermen; verdunningsvraagstukken

                  5. procentuele samenstelling

                  6. zuur/base reacties; pH berekening; meten van pH

                  7. Job Safety Analyse


                  STUDIEMATERIAAL

                  cursus 'Chemie' - auteur K. Dhont - Plantijn Hogeschool

                  oefeningen op Ecampus


                  WERKVORMEN
                  Soort werkvorm    
                  hoor- en werkcolleges:

                   100

                  %
                  practicum en oefeningen:

                    

                  %

                  vormen van groepsleren:

                    

                  %
                  Verdere toelichting:
                  zie ECTS-deelfiches

                  EVALUATIE

                  Eerste examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%
                  totaal cijfer examen100%

                  • Schriftelijk examen waarbij verwacht wordt de geziene theorie te kunnen toepassen zoals ingeoefend tijdens de werkcolleges.
                  • de probleemstellingen zijn zo veel mogelijk vakoverschrijdend.  De student moet bij het oplossen van deze examenvragen vanuit de verschillende vakdisciplines vaardigheden inzetten.  Deze vakoverschrijdende vragen kunnen aangevuld worden met vakspecifieke vragen (indien bepaalde aspecten van de leerstof niet in het integratief deel aan bod komen).



                  tijd voor examinering
                  uren

                  4 

                  Tweede examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%
                  totaal cijfer examen100%

                   
                  INFORMATIE OVER DE FACETTEN
                   
                  Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
                  Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Communicatie en anamnese
                    
                  O.O. heeft componenten:Neen
                  Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
                  Code:4150100122
                  Academiejaar:2012-2013
                  Type:kern,
                  Niveau:inleidend
                  Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
                  Contacturen:50
                  Aantal studiepunten:7
                  Totaal studietijd:182
                  Examencontract:niet mogelijk
                  Deliberatie:mogelijk
                  Vrijstelling:mogelijk
                  Onderwijstaal:
                  Lector(en)Sofie Van Laer
                  Heidi Gotink
                  Inge De Ridder
                  Myriam Verbeke
                  Marina Hertogen
                  Kim Geys
                  Lieve Snoeckx
                  Ingrid Aerts
                  Sandra Aernouts

                   

                  KORTE OMSCHRIJVING
                  facet zorggerichte communicatieve vaardigheden:
                  Beroepsmatig met mensen omgaan vraagt een grote zorgvuldigheid van de voedingsdeskundige/diëtist. Het is mede afhankelijk van jouw gedrag of de ander geholpen wordt of niet. De communicatieve vaardigheden die je dagelijks nodig hebt in de omgang met anderen vormen de basis voor beroepssituaties.
                  Als voedingsdeskundige/diëtist dien je een vertrouwensrelatie met je cliënt/patiënt aan te gaan, hem in zijn situatie goed kunnen begrijpen, hem helpen zichzelf in zijn situatie goed kunnen begrijpen, samen zoeken naar oplossingen en de beste daaruit kiezen.

                  facet communicatie:
                  Communicatieve vaardigheden hoort tot het luik 'Communicatie en anamnese' en behelst schriftelijke communicatie, vergaderen en presenteren.


                  facet: “skillslab 1”
                  Met het ‘skillslab’ creëren we een werkomgeving waarin je (realistische) werksituaties inoefent aan de hand van casuïstiek (rollenspel). Met opeenvolgende cycli van
                  Ø        zelfstudie (voorbereidende opdrachten)
                  Ø        oefening begeleid door lectoren
                  Ø        reflectie van studenten en lectoren
                  Ø        opnemen van leerpunten
                  bouw je geleidelijk aan je beroepsskills op.
                  Een voedingsanamnese is één van de uitgangspunten van diëtisch handelen en een middel om de effecten van een therapie aan te tonen. Via een voedingsondervraging komt de diëtist veel te weten over de voedingsgewoonte en de samenstelling van de voeding van een cliënt/patiënt. De manier waarop de diëtist de vragen stelt zal voor een stuk de antwoorden bepalen. We starten in skillslab 1  met het aanleren en inoefenen van achtereenvolgens 24- uurrecall, het eetdagboek, de voedselfrequentielijst en de dietary history. Voor elke methodiek leer je een anamneseformulier opstellen.

                  facet POP:
                  Het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan) is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches) en bereikt hij/zij de gewenste gedragsindicatoren van de kerncompetenties van de opleiding. 
                  De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.
                  Het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
                  Voor de POP gesprekken van de student zal het POP als uitgangspunt gebruikt worden

                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                  Algemene competenties

                  • VD01 Stelt het eigen handelen in vraag.
                  • VD02 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
                  • VD03 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
                  • VD05 Vraagt en geeft feedback.
                  • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
                  • VD08 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
                  • VD09 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
                  • VD10 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
                  • VD11 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
                  • VD19 Stelt de cliënt centraal.
                  • VD21 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
                  • VD23 Toont betrokkenheid.
                  • VD24 Motiveert de cliënt.
                  • VD33 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
                  • VD34 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
                  • VD35 Luistert actief.
                  • VD36 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
                  Algemene beroepsgerichte competenties
                  • VD40 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
                  • VD41 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
                  • VD42 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
                  • VD43 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
                  • VD44 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
                  • VD45 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
                  • VD48 Bereidt taken systematisch voor.
                  • VD52 Pakt problemen praktisch aan.
                  • VD54 Volgt op en stuurt bij.
                  • VD55 Respecteert timing en afspraken.
                  • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
                  Beroepsspecifieke competenties
                  • VD62 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
                  • VD63 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
                  • VD64 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
                  • VD65 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.

                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                  facet zorggerichte communicatie:
                  • ziet de noodzaak van zelfreflectie
                  • herkent het verschil tussen waarnemen en interpreteren bij zichzelf en in omgang met anderen
                  • geeft aandacht aan non- verbaal gedrag bij zichzelf en bij anderen
                  • neemt een actieve luisterhouding aan in contact met anderen
                  • gebruikt de verschillende soorten vragen (open/gesloten, E-in, E-uit)
                  • vat het verhaal van anderen correct samen
                  • concretiseert onduidelijkheden en verwarringen in gesprekken en maakt zo het verhaal doorzichtig en meer werkbaar
                  facet communicatie:
                  • past de componenten van de geschreven taal correct toe (spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw);
                  • vat een geschreven of gesproken tekst correct samen met aandacht voor het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken;
                  • schrijft een goede tekst met aandacht voor spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw, structuur en stijl;
                  • schrijft een correcte brief/e-mail volgens de gangbare normen;
                  • woont een vergadering bij in de verschillende vergaderrollen;
                  • rapporteert, notuleert, maakt een vergaderverslag;
                  • bereidt een mondelinge presentatie voor en presenteert.
                  • hanteert een interviewmethodiek
                  • schrijft ervaringen neer
                  • beoordeelt trainingsmomenten met oefen- en observatielijsten van jezelf en medestudenten
                  • herkent en past volgende communicatieve vaardigheden in verband met exploreren en reageren toe in gesprekken met anderen: ”geven en doorvragen van meningen, omgaan met gevoelens, geven en ontvangen van feedback, assertief reageren”
                  • past de geziene communicatieve vaardigheden toe in een interviewmethodiek

                  facet: “skillslab 1”
                   
                  De student:
                  • legt een interviewtechniek uit en past deze toe
                  • ontwerpt eigen anamneseformulieren voor de volgende technieken: 24 uurs recall, dietary history, voedingsdagboek
                  • zet een voedingsanamnese om in porties en berekent deze met voedingsmiddelentabellen
                  • gebruikt hulpmiddelen om porties in te schatten
                  • evalueert een voedingsanamnese na berekening volgens de aanbevelingen van de HGR
                  • schrijft ervaringen neer
                  • beoordeelt trainingsmomenten met oefen- en observatielijsten van de student zelf en de medestudenten
                  • reflecteert zichzelf
                  • past  zijn anamneseregistratieformulieren aan na reflectie
                  facet POP1:
                  • reflecteert over het eigen leerproces en stuurt op basis van deze reflecties bij
                  • reflecteert over het eigen handelen
                  • denkt in termen van leerdoelen en competenties
                  • legt een ruime basis voor reflecties in het latere werkveld

                   

                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                  geen

                  Andere begincompetenties
                  zie lijst "begincompetenties VD"

                  facet communicatie:
                  Algemeen Nederlands + basiskennis van grammaticale terminologie


                  LEERINHOUDEN
                  facet zorggerichte communicatie:
                • Belang van juiste waarneming en factoren die het  proces van waarnemen en interpreteren beïnvloeden.
                • Aandachtspunten om waarnemingsfouten en interpretatiefouten te voorkomen.
                • Belang, functies en aspecten van non-verbaal gedrag bij jezelf en bij anderen.
                • Belang en principes van actief luisteren.
                • Luistergedrag en luisterhoudingen.
                • Belang en functies van doorvragen.
                • Soorten vragen: open en gesloten, E-in en E-uit vragen.
                • Belang en functies van samenvatten en concretiseren.
                • Aandachtspunten en fouten bij samenvatten.
                • Wat en hoe concretiseren, fouten bij concretiseren?
                • Geven en doorvragen van meningen: verwoorden van je eigen mening, opbouw en presentatie van je formulering, doorvragen naar meningen, veelgemaakte fouten.
                • Omgaan met gevoelens: belang van het uiten van je gevoelens, aspecten aan het weergeven van je gevoelens, doorvragen naar gevoelens, veel gemaakte fouten.
                • Geven en ontvangen van "feedback": belang van feedback, regels voor het geven van feedback, regels voor het ontvangen van feedback.
                • Assertief reageren: belang van assertiviteit, situaties waarin assertief reageren moelijk kan zijn, oorzaken van niet-assertief gedrag.
                • Gunstige gesprekscondities creëren (veilige ruimte).
                  facet communicatie:
                  • 1: Inleiding communicatie.
                  • 2: Correct schrijven op het niveau van letter, woord, zin, tekst.
                  • 3: Samenvatten.
                  • 4: Rapporteren - notuleren (verslag)- corresponderen.
                  • 5: Vergaderen.
                  • 6: Presenteren.

                  facet: “skillslab 1”
                   
                  De voedingsanamnese.
                  • Zelfstudiepakket rond de anamnesemethodieken.
                  • Afnemen van een 24-uur recall, dietary history, bijhouden eetdagboek en  omzetten in porties, maten en gewichten.
                  • Manueel berekenen van een 24-uur recall en een eetdagboek met NUBEL
                  • Evalueren van de berekende voedingsanamnese: vergelijk maken met de aanbevelingen van de HGR
                  • Practicum rond afname 24-uur recall, inoefenen communicatieve vaardigheden en gebruik van hulpmiddelen.
                  • Skillslab rond afname dietary history inoefenen communicatieve vaardigheden en gebruik van hulpmiddelen.
                  • Klassikale evaluatie van opdrachten en skillslab.
                  facet POP
                  • Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches).  
                  • De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld.
                  • In de opleiding VD is het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
                  • Het POP is het uitgangspunt voor de POP gesprekken met de POP coach van de student.

                • STUDIEMATERIAAL
                  facet zorggerichte communicatie:
                  • Cursus 'Communicatieve vaardigheden' - auteur: Lea Aertsen, Sandra Aernouts, Ingrid Aerts, Marina Hertogen, Lieve Snoeckx, Kim Geys - Plantijn Hogeschool. 2012-2013.
                  • Elementaire sociale vaardigheden: skillslab-reeks voor verzorgende vaardigheden, Transferpunt vaardigheidsonderwijs: Kluwer - 2000.
                  • Plantijn kennislijn 2012 - 2013

                  facet communicatie:
                  Syllabus, eigen notities en aanvullingen, oefeningen op e-campus


                  facet: “skillslab 1”
                   
                  • Cursus: Skillslab1 - auteur Aerts Ingrid- Plantijn Hogeschool 
                  • Informatorium voor Voeding en Diëtetiek, De Voedingsanamnese, de Vries J.H.M. & co, augustus 2007
                  • Belgische voedingsmiddelentabel,5de editie  NUBEL, ISBN 978907436209, 2009.
                  • Plantijn kennislijn
                  • Skillslab-serie voor diëtetiek: voedingsanamnese, video en studiehandleiding, Lemma, 2006.
                  • Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen , editie 2005
                  • Portiegrootteboek, valetudo consulting
                  facet POP:
                  • Het algemene cgo-boek (opleiding VD).
                  • Map met invulbladen.
                  • Digitale invulformulieren.


                  WERKVORMEN
                  Soort werkvorm    
                  hoor- en werkcolleges:

                   16

                  %
                  practicum en oefeningen:

                    84

                  %

                  vormen van groepsleren:

                    

                  %
                  Verdere toelichting:
                  facet POP1
                  • Verplichte aanwezigheid op introductieles POP en POP gesprekken
                  • Invullen van de map met de reflectieformulieren is een zelfstandig werk met feedback vanuit de verschillende onderwijseenheden en van de POP coach.
                  • Inhoud van het POP is beschreven in het algemene cgo-boek.
                  • De reflecties (volgens spiraalmodel) worden gestuurd door voorgedrukte invulbladen: : reflecties naar studiekeuze, studieplanning, ontvangen feedback, ontwikkeling en verwerving van competenties, studieresultaten (werkveldoriëntatie en werkvelduitdiepingvanaf 2VD)
                  • De student vult de opgegeven reflectieformulieren in.
                  • De student vult wekelijks een formulier ‘studietijdmeting’ in.
                  • De student heeft tijdens het lopende academiejaar minstens drie gesprekken met de POP coach (deze kan het POP altijd opvragen)
                  • POP1 loopt zodra de student ingeschreven is in de opleiding VD.
                  • De student bewijst in POP1 minstens 30u werkveldervaring (uren hangen samen met 1stp binnen het opleidingsonderdeel) – bewijsvoering aan de hand van reflectiedocumenten over bepaalde opdrachten.
                  • POP1 loopt tot de student een credit verwerft op ‘communicatie en anamnese’.

                  EVALUATIE

                  Eerste examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%


                  voor elk facet:

                  Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
                  • afwezigheid
                  • niet uitvoeren van de opgelegde taken
                  • niet afgeven van de gevraagde opdrachten
                  • niet verwerven van de vooropgestelde competenties
                  Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. De praktijksessie kan enkel ingehaald worden bij een andere praktijkgroep met dezelfde lesinhoud.
                  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

                  facet zorggerichte communicatie:
                • Permanente evaluatie
                   • Voorbereiding van de oefeningen: 15% (werkschrift)
                   • Actieve inbreng tijdens de lessen en peerassessment 60% 
                   • Verwerking van de oefeningen en zelfreflectie van het geheel: 15% (werkschrift)
                   • Aanwezigheid tijdens de lessen: 10%
                   • Werkschrift en zelfreflectie worden tijdens de laatste les opgevraagd en beoordeeld.
                  facet communicatie:
                  Permanente evaluatie: Aanwezigheid is verplicht wegens de interactieve oefeningen.
                  Taalvaardigheidstest over spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw en een eigen tekst schrijven (samenvatting en/of brief en/of verslag). 
                  Deze taalvaardigheidstest wordt niet afgelegd tijdens de examenperiode, maar tijdens de contacturen (permanente evaluatie).
                  Evaluatie tijdens de projectweken van vergaderen en presenteren door de tutor(en) en VUP.
                  Opvolging
                  details zie periodeboek (opvolging/monitoraat tijdens 2de bachelorjaar: projectweken, skillslab, POP)
                • facet 'skillslab 1'
                  Evaluatie opdrachten  50%.

                  • Volgens de criteria: logische opbouw en volledigheid van de afname van de anamnese; correctheid van de omzetting in porties en berekeningen; kritische reflectie.

                  Evaluatie skillslab  50%.

                  • Volgens de criteria: geven van een gestructureerde 24-uur recall met aandacht voor doorvragen, correct gebruik van hulpmiddelen, correct omzetten in porties, voedingsstoffen omzetten in voedingsmiddelen, geven van eenvoudig voedingsadvies,  taalbeheersing (mondeling, schriftelijk), spontaan en correct gebruik van diversie communicatieve vaardigheden.

                  facet POP:'

                  • IT-studenten: De studenten volgen POP2 als ze geslaagd zijn voor POP1. Zij doen de opdrachten die verbonden zijn aan de opleidingsonderdelen die ze dat academiejaar opnemen. Een overzicht hiervan staat in het CGOboek.
                  • Bijkomende criteria (POP gesprekken): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken.

                  tijd voor examinering
                  uren

                   

                  Tweede examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%

                  elk facet:
                  De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen


                   
                  INFORMATIE OVER DE FACETTEN
                  evaluatie:
                  zorggerichte communicatie: 25%
                  skillslab: 50%
                  communicatie: 15%
                  POP 1: 10%
                   
                  Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
                  Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Fysicochemie van het koken
                    
                  O.O. heeft componenten:Neen
                  Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
                  Code:4150100123
                  Academiejaar:2012-2013
                  Type:kernondersteunend,
                  Niveau:inleidend
                  Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
                  Contacturen:26
                  Aantal studiepunten:4
                  Totaal studietijd:104
                  Examencontract:mogelijk
                  Deliberatie:mogelijk
                  Vrijstelling:mogelijk
                  Onderwijstaal:
                  Lector(en)Koen Vanherle

                   

                  KORTE OMSCHRIJVING
                  O.O. heeft componenten: Neen
                  Afstudeerrichting//Leertraject: Voedings- en dieetkunde
                  Code: 4150100054
                  Academiejaar: 2011-2012
                  Type: kernondersteunend,
                  Niveau: inleidend
                  Periode binnen het modeltraject: Modelpakket 1 - Periode 2
                  Contacturen: 22
                  Aantal studiepunten: 3
                  Totaal studietijd: 78
                  Examencontract: mogelijk
                  Deliberatie: mogelijk
                  Vrijstelling: mogelijk
                  Onderwijstaal: Nederlands,
                  Lector(en) Koen Vanherle



                  KORTE OMSCHRIJVING
                  Zowel chemische als fysische verschijnselen worden bestudeerd in de fysicochemie en treden zeer vaak gecombineerd op in voedings-technologische handelingen. De lessenreeks “fysicochemie van het koken” balanceert tussen enerzijds de beschrijvend-verklarende wetenschappelijke vakken in je opleiding, maar wil anderzijds een duidelijke brug vormen naar concrete praktijksituaties zoals toepassingen in receptuur. Vanuit die optiek is deze cursus dan ook veeleer kwalitatief (verklarend) dan kwantitatief (geen berekeningen) van aard, en bijgevolg erg complementair met het vak “voedsel- en keukentechnologie” en andere opleidingsonderdelen.

                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                  Algemene competenties

                  • VD07 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
                  Algemene beroepsgerichte competenties
                  • VD43 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
                  Beroepsspecifieke competenties
                  • VD70 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.

                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                  • kent de opbouw van voedingsmiddelen en diens beïnvloedende fysico-chemische factoren
                  • kent de indeling van aroma's en hun kenmerken
                  • kent rheologische begrippen en past dit toe; begrip viscositeit
                  • kent de fysicochemische factoren die organoleptiek positief en negatief beïnvloeden
                  • kent de fysico-chemische achtergrond van verschillende bereidingsmethoden, conserveringstechnieken en bederf
                  • kent de werking van additieven en technische hulpstoffen (vb. detergenten) en kan deze toepassen in receptuur
                  • bespreekt technieken van warmteoverdracht en processen tijdens verwarming
                  • bespreekt koel- en vriestechnieken
                  • kent het begrip kerntemperatuur, de bepaling hiervan en zijn implicaties
                  • heeft inzicht in nieuwe kookmethoden (moleculair koken)
                  • kent de typische fysicochemische kenmerken voor enkele specifieke voedingsmiddelen
                  • interpreteert formulies en grafieken uit de fysicochemie correct en past dit toeop voedsel(-bereidingen)
                  • leidt experimenteel fysicochemische kenmerken van voedsel af (vb. thermische kenmerken van olie/water, warmtetransport, verdikkingsmiddelen, bruiningsreactie,...) en linkt deze met de theoretische principes 

                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                  geen

                  Andere begincompetenties

                  Zie lijst begincompetenties opleiding VD


                  LEERINHOUDEN
                  Opbouw van voedsel en diens fysicochemische kenmerken: de voedselmatrix.  
                  Technologische functies van vetten en suikers.
                  Voedselvoorbereiding: homogeniseren, vormverkleining, comprimeren, drageren  en extrusie
                  Voedselvoorbereiding: huishoudelijk en industrieel. 
                  Material Safety Data Sheet. Risico-analyse volgens Kinney.

                  Begrippen i.v.m. organoleptiek en fysicochemische factoren die organoleptiek beïnvloeden: smaak, geur, textuur, structuur, smelt- en stolgedrag, hardheid, rheologie, viscositeit... 
                  Multisensoriële smaakperceptie
                  Aroma: indeling chemische klassen en kenmerken, partitiecoëfficient
                  Climacterisch fruit en niet-climacterisch fruit. 

                  Voedsel als visco-elastische materie: Rheologische wetmatigheden – elasticiteit en viscositeit. 
                  Toepassingen op de lineaire functie: de wet van Hooke , Newtoniaanse en niet-Newtoniaanse fluïda. Thixotropie en rheopectie. 

                  De exponentiële en logaritmische functie – Linealiseren - Toepassing: verband viscositeit en temperatuur – andere factoren die viscositeit beïnvloeden 

                  Oppervlaktespanning. Capillariteit, poreusiteit, sedimentatie, centrifugatie. Psychorheologie. Rheometrie. Specifieke toepassingen op voedingsmiddelen. 

                  Warmte en temperatuur van voedsel. Belangrijke temperaturen bij voedselbereiding.
                  Warmte en kinetische energie. Temperatuur: gaar- en omgevingstemperatuur. Kerntemperatuur (zie ook kooklabo 1) en implicaties.  Oppervlaktetemperatuur.  Temperatuursschalen. Glastransitietemperatuur: en gevolg bij diepvriezen.  Thermal processing.

                  Fysicochemische processen tijdens  voedselbereiding en de factoren die een invloed hebben hierop: chemisch (reacties, vnl. bruinkleuring) : Maillard (zie ook kooklabo 1) en caramelisatie.
                  Biochemische: PME, pectinase  en andere enzymen betrokken in zacht worden van groenten en fruit. Factoren die deze reacties beïnvloeden.

                  Fysicochemische processen tijdens  voedselbereiding en de factoren die een invloed hebben hierop: chemisch : reacties, vnl. bruinkleuring – Maillard en karamelisatie; enzymatisch

                  Fysisch (aggregatietoestanden, fase-overgang vb. smelten/stollen en verdampen/condenseren, oplossen, structuur en textuur, uitwisseling van exogeen en endogeen vet/water, mechanische veranderingen).
                  Dampspanningscurve, max. dampspanning (zie ook kooklabo 1: flamberen), koken onder druk, kookpuntsverhoging, condenseren, sublimeren, smelten en stollen, toestandsdiagram, kookvertraging, opbouw van een koelkast.

                  Verwarmingsprocessen: warmtebalans (thermodynamica). Thermische kenmerken en warmtetransport in voedsel: warmte-uitwisseling, warmtetransportmiddelen, verband P en T, thermische expansie. 

                  Warmtecapaciteit. Soortelijke warmte. 
                  Warmtetransfer en warmtepenetratie in voedsel: geleiding, convectie en straling en toepassingen. 
                  Kooktechnieken en –materiaal. Keuze van materiaal (keramiek, metalen). Anti-aanbakmateriaal. Reiniging van keukenmateriaal (Sinner).

                  Kookmethoden: algemene overwegingen. De fysico-chemische achtergrond achter de verschillende ‘droge’ en 'vochtige' kookmethoden (gas, elektriciteit, inductie, microgolfoven, warme-lucht-oven, IR-grill, barbeque, hoge-drukpan (zie ook kooklabo 1), extractie, vacuüm (zie ook kooklabo 1) (zie ook kooklabo 1), koken in een stoomkoker, bakken in vet en frituren) en bewaartechnieken (vriesdrogen, peffen, pasteuriseren, steriliseren, doorstralen, koelen en invriezen) .

                  Conservering en fysicochemisch bederf van voedselbereidingen: versheid en bederf, bewerking en conservering. Technieken uit de conserveringsnijverheid (drogen, vacuümtechnieken, warmtebehandelingen, roken, PEF, irradiatie,…) (zie ook kooklabo 1).
                  Koelschade en vrieskoude. Koelschade en vriesschade. Undercooling.

                  Invloed van verpakking, stockage en omgevingsfactoren (temperatuur, relatieve vochtigheid, licht, lucht, trilling) en fysicochemische factoren die organoleptiek beïnvloeden (vochtabsorptie en uitdroging, MAP en gasuitwisseling, invloed van vacuümverpakking,...)
                  Koeltechnieken en vriestechnieken (proces- en invriessnelheid, ontdooien en dooisnelheid, drip, vriesbrand, enkele vriestechnieken o.a. snelkoeling, IQF) . 

                  Bijlagen: 
                  - Nieuwere kookmethoden - Moleculaire gastronomie/koken: terminologie, technieken, grootkeuken vs. huishoudelijk, technieken, voor/-nadelen...- ('food-pairing') 
                  - Typische fysicochemische kenmerken voor enkele specifieke voedingsmiddelen: microscopisch structuur van melk (caseïnemicellen en moleculaire interacties), deeg- en beslagbereidingen (visco-elastische kenmerken van het deeg en organoleptiek van gebakken deeg; vnl. tarwe: cake, brood, soufflé), sauzen (smelt-/stolgedrag, viscositeit),.

                  Practicum:
                  Kerntemperatuur
                  Verwarmingsprocessen op water en olie
                  onderzoek van gaarprocessen: zintuiglijke observaties (kleur) en fysische metingen (kleurintensiteit, absorptie van water/vetten - temperatuurbepaling) . Praktische toepassing van enkele additieven: experimentele bepaling van optimale dosis in receptuur. 
                  Werking van additieven (verdikkingsmiddelen, stabilisatoren,...) in voedselbereidingen. Gebruik en werking van emulsies, gels, verdikkingsmiddelen en stabilisatoren in voedingsmiddelen. Toepassing in receptuur (onderscheid: industriële toepassingen en huishoudelijke toepassingen).
                  Werking van andere technische hulpstoffen (o.a. detergenten) 
                  Experimentele bepaling van kenmerken ivm temperatuur, warmte, warmtetransport. Factoren die de bruinkleuring beïnvloeden. Factoren die viscositeit beïnvloeden.


                  STUDIEMATERIAAL
                • Cursus 'fysicochemie van het koken' - auteur: Koen Vanherle. Plantijn Hogeschool.
                • Formularium 'fysicochemie van het koken'
                • 'Receptenleer - Technieken en Processen' -J.G. van Eeden, A.S. Visser, T.F. Visser, A. Van de Zedde-HB-uitgevers, 2001 - ISBN 90 5574 148 5 (in eigen bezit van studenten)
                • 'Over eten & koken. Wetenschap en cultuur in de keuken'- Harold McGee - Nieuw Amsterdam Uitgevers, zesde druk 2008 - ISBN 978-90-468-0067-6 (ook exemplaar in bib)
                • 'The Science of Cooking', P. Barham - Springer-Verlag - ISBN 3-540-67466-7)
                • 'Voedingsingrediënten: een stand van zaken', A. Vandamme, K. Strubben; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966979): (in eigen bezit van studenten, ook in functie van andere opleidingsonderdelen)
                • 'Moleculair koken: Op zoek naar de perfectie', H. Blumenthal - Good Cook Publishing (ISBN 978-90-7319-149-5)
                • “Het hoe en waarom van koken”, A. Coenders; Het Spectrum / Aula (ISBN 9027432813)
                • 'Fundamentals of Physics' 4th Edition, Halliday, Resnick, Walker. John Wiley & Sons Inc. (ISBN 0-471-57578-x)
                • 'Physics Matters', N. England - Hodder and Stoughton, ISBN 0-340-42943-7
                • 'Inleiding tot de levensmiddelenchemie', dr. A. Ruiter, Elsevier Gezondheidszorg (ISBN 90-352-2513-9)
                • Symposium van Flanders Food, o.a. omtrent "Kleur" (2008) en "Smaak" (2009 & 2010)
                • NUBEL (Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel VZW – ISBN 9074362052).
                • Vakliteratuur: (in bijlagen of in bibliotheek te raadplegen): VMT, Nutrinews (digitaal archief op www.nice-info.be), Test-Aankoop...
                • Populistische literatuur gericht naar consumenten (folders,...)
                • Voedingsgerelateerde websites (zie leerinhouden).
                • Bijlagen uit deze vakliteratuur: deze behoren tot de leerstof
                • e-campus-map fysicochemie 

                • WERKVORMEN
                  Soort werkvorm    
                  hoor- en werkcolleges:

                   95

                  %
                  practicum en oefeningen:

                    5

                  %

                  vormen van groepsleren:

                    

                  %
                  Verdere toelichting:

                  EVALUATIE

                  Eerste examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%

                • Integratieve toets  met zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen
                  open en gesloten vragen , multiple-choice vragen, oefeningen
                • Op het examen mag het formularium fysicochemie gebruikt worden

                  Afwezigheden:
                  Bij gewettigde afwezigheid voor het werkcollege of praktijksessie haalt de student 0 op dit gedeelte (= 0 op de vraag over de praktijksessie op het examen) voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief 

                • De werkstudent heeft als extra faciliteit recht op mondelinge toelichting. De student dient vier weken voor de examenperiode aan te geven bij de opleidingscoördinator of hij van deze faciliteit wenst gebruik te maken.

                • tijd voor examinering
                  uren

                   

                  Tweede examenperiode
                  CategorieWeging van categorieën
                  Integratief examen100%

                  De integratieve toets wordt hernomen.

                  Berekening en afspraken: zie 1ste examenperiode

                   
                  INFORMATIE OVER DE FACETTEN
                   
                  Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
                  Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Project 1
                    
                  O.O. heeft componenten:Neen
                  Afstudeerrichting//Leertraject:Voedings- en dieetkunde
                  Code:4150100126
                  Academiejaar:2012-2013
                  Type:kernondersteunend,
                  Niveau:inleidend
                  Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
                  Contacturen:12
                  Aantal studiepunten:4
                  Totaal studietijd:104
                  Examencontract:niet mogelijk
                  Deliberatie:mogelijk
                  Vrijstelling:mogelijk
                  Onderwijstaal:
                  Lector(en)Geert Bruggeman
                  Kim Geys
                  Ingrid Aerts
                  Marina Hertogen
                  Marleen Adam
                  Sandra Aernouts
                  Koen Vanherle
                  Sofie Van Laer
                  Carla Janssens

                   

                  KORTE OMSCHRIJVING

                  Een casus waarbij o.a. nutritionele berekeningen gemaakt moeten worden. Alle groepen krijgen dezelfde casus. Het dagmenu verschilt per projectgroep. De concrete opdracht verschijnt op e-campus voor aanvang project.

                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                  Algemene competenties

                  • VD01 Stelt het eigen handelen in vraag.
                  • VD02 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
                  • VD03 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
                  • VD08 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
                  • VD09 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
                  • VD12 Doet voorstellen voor verandering.
                  • VD14 Moedigt anderen aan om door te zetten.
                  • VD16 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
                  • VD30 Laat het groepsbelang primeren boven eigen belang.
                  • VD35 Luistert actief.
                  Algemene beroepsgerichte competenties
                  • VD37 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
                  • VD44 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
                  • VD49 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
                  • VD50 Maakt een duidelijk tijdsschema.
                  • VD51 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
                  • VD57 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
                  Beroepsspecifieke competenties

                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                    Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden:

                    De projectgroep…
                    - levert een volledige projectmap in, zoals beschreven in de project–opdracht
                    - correcte uitwerking van teksten, verslagen, grafieken, … met Word en Excel
                    - gemotiveerd verslag van alle uitgevoerde berekeningen
                    - correcte ingrediëntenlijst, receptenfiche en foto van de zelf bereide warme maaltijd
                    - correct voedingswaarde etiket van eigen gerecht (per 100g en per portie)
                    - vergelijking voedingswaarde etiket eigen gerecht en kant en klare maaltijd (per 100g en per portie)
                    - correcte organoleptische evaluatie van beide warme maaltijden (statistische vergelijking van de individueel ingevulde fiches)
                    - aanbeveling voor de casus van de beste keuze maaltijdpatroon
                    - overzichtelijke indeling en volledigheid van de projectmap
                    - uitvoering en resultaat van de kookopdracht

                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                    Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Methoden en onderzoek 1, Biomedische wetenschappen 1

                    Andere begincompetenties

                    LEERINHOUDEN
                  • Berekenen energiebehoeften van een casus.
                  • Berekenen voedingswaarde etiket van een dagmenu.
                  • Bereiden van een opgegeven gerecht (receptuur, ingrediëntenlijst opstellen).
                  • Organoleptisch onderzoek.
                  • Voedingsaanbevelingen HGR .
                  • Introductie tot de Plantijn Hogeschool, de opleiding VD en de cgo (periodeboek, POP, intranet en e-campus) binnen deze opleiding.
                  • Kennismakingsactiviteiten.
                  • Introductie 'werken in projectgroep' en 'methodiek aanpak project': Kick-off

                  • STUDIEMATERIAAL
                  • Het algemene cgo-boek van de opleiding VD.
                  • periodeboek 1
                  • POP
                  • Hand-outs van presentaties.
                  • Alle studiemateriaal uit periode 1.
                  • Informatiemateriaal in de bib.
                  • Informatiemateriaal via internet.
                  • e-campus

                  • WERKVORMEN
                    Soort werkvorm    
                    hoor- en werkcolleges:

                     

                    %
                    practicum en oefeningen:

                      

                    %

                    vormen van groepsleren:

                      100

                    %
                    Verdere toelichting:

                    Concrete opgave wordt bij aanvang project bekend gemaakt via e-campus

                  • Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo - boek) onder begeleiding van een tutor en de VUP's.
                  • door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
                  • Andere begeleidingsmomenten: projectgroep dient een aantal keer contact op te nemen met de VUP's via e-mail of e-campus.
                  • De projectgroep kan bijkomend contact opnemen met de tutor via e-mail.
                  • Kookopdracht
                  • Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor) klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten.

                  • EVALUATIE

                    Eerste examenperiode
                    CategorieWeging van categorieën
                    Integratief examen100%

                    We evalueren een project op drie niveaus.

                    1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.

                    2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden.
                    De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren.
                    Studenten die de peerassessment niet of niet tijdig, invullen, krijgen automatisch een factor voor individuele score = 0,6

                    3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets. De projecttoets test de kennis en vaardigheden verworven tijdens de projectweken.

                    De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
                    eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2
                    waarin:
                    w1 = 75%
                    w2 = 25%

                    Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 1’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)



                    Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
                    •afwezigheid
                    •niet uitvoeren van de opgelegde taken
                    •niet afgeven van de gevraagde opdrachten
                    •niet verwerven van de vooropgestelde competenties


                    Bij gewettigde afwezigheid op een projectactiviteit contacteert de student de tutor. Bij meermaalse afwezigheid op projectactiviteiten moet de student de  opleidingscoördinator contacteren. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.

                    De werkstudent voert een groepsopdracht uit tijdens de lesweken. Hij sluit het project af met een mondelinge verdediging.

                    tijd voor examinering
                    uren

                     

                    Tweede examenperiode
                    CategorieWeging van categorieën
                    Integratief examen100%

                    In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden voor 50% van het totaal. Deze toetsvragen maken deel uit van de integratieve toets INT (2de deel Voedingswetenschappen 2: uitwerken van een casus).



                    Berekening en afspraken: zie 1e zittijd
                     
                    INFORMATIE OVER DE FACETTEN
                     
                    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012