ECTS-database Plantijn Hogeschool
Chemie - Voltijds modelpakket 3 - Biochemie
  
cataloognrbenamingstudiepunten
4160100015Stage en eindwerk chemie afstudeerrichting biochemie23
4160100016Genen toegepast6
4160100017Biotechnologie5
4160200101Geïntegreerd lab en seminaries (BI)16
4160200121Kwaliteitszorg en projectmanagement.(BI)3
4160200120Biochemische technieken7
Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Stage en eindwerk chemie afstudeerrichting biochemie
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
Code:4160100015
Academiejaar:2012-2013
Type:kern,
Niveau:gespecialiseerd
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 2
Contacturen:0
Aantal studiepunten:23
Totaal studietijd:598
Examencontract:niet mogelijk
Deliberatie:niet mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:
Lector(en)Anneleen Soetaert

 

KORTE OMSCHRIJVING
De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over  14 werkweken in de 2° helft van het academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland. De student doet beroepservaring op tijdens deze periode.

Het stagewerk van de studenten Biochemie situeert zich rond topics zoals nucleïnezuuranalyse, eiwitopzuivering, celkweek, plantenbiotechnologie, opkweek recombinante micro-organismen in fermentoren en milieubiochemie. De studenten kunnen tijdens hun stage een brede waaier van onderzoekstechnieken verder inoefenen door mee te draaien in een onderzoekseenheid op een bedrijf of universitaire instelling. 

Binnen de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over een onderwerp dat nader werd onderzocht.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    • CH32 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
    • CH33 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
    • CH34 Schat de mogelijkheden en beperkingen van de werkmethoden correct in.
    • CH36 Evalueert resultaten kritisch.
    • CH38 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen.
    • CH39 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
    • CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
    • CH49 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
    • CH51 Algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen.
    • CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
    • CH53 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit.
    • CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
    Beroepsspecifieke competenties
    • CH67 Heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden.
    • CH68 Kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen.
    • CH69 Beschikt over geïntegreerde biochemische laboratoriumvaardigheden.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • herkent aangeleerde technieken en maakt kennis met reële toepassingen
    • werkt zelfstandig
    • ontwikkelt de nodige sociale vaardigheden om met collega’s en oversten vlot te communiceren.
    • rapporteert schriftelijk en mondeling de resultaten van een uitgebreider onderzoeksproject op een correcte wetenschappelijke wijze. 

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijdse modelpakket 1, en moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken; Genen toegepast; Biotechnologie; Geïntegreerd lab en seminaries.'
    'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 2 CH_BI en moet je ook inschrijven vr Genen toegepast, Biochemische technieken, Biotechnologie, Kwaliteitszorg & projectmanagement(BI), Geïnt. lab & seminaries(BI)'


    Andere begincompetenties
    De parate kennis en vaardigheden aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding.

    LEERINHOUDEN
    • De stageplaats voor de richting Biochemie situeert zich in biochemische, biomedische, (planten)biotechnologische en microbiologische onderzoekscentra en bedrijven. Hier nemen de studenten deel aan researchopdrachten waar ze onder begeleiding een deelaspect van het onderzoek op zich nemen.


    STUDIEMATERIAAL
    • De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk". 
    • Indien  verder nodig, voorzien door de stagementor.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     0

    %
    practicum en oefeningen:

      0

    %

    vormen van groepsleren:

      100

    %
    Verdere toelichting:
    • De lector-stagecoördinator wijst de student een stageplaats toe in een bedrijf of onderzoeksinstelling, met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
    • De lector-stagebegeleider onderhoudt de contacten met het bedrijf en de student.
    • De stagementor is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de stageplaats.
    • Tijdens de stage is er een terugkomdag (o.m. reflectiemoment) binnen de hogeschool. 
    • Er wordt een proefverdediging van het eindwerk georganiseerd binnen de hogeschool. 

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    • De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.  
    • Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties:
       -  de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor)
       -  het eindwerk: 24% (stagementor + lezers) 
       -  de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury).
    • Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
       -  afwezigheid
       -  niet uitvoeren van de opgelegde taken
       -  niet afgeven van de gevraagde opdrachten
       -  niet verwerven van de vooropgestelde competenties

    tijd voor examinering
    uren

    1 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    • Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.  
    • Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage.
    • Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.
     
    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 08/03/2013
    Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Genen toegepast
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
    Code:4160100016
    Academiejaar:2012-2013
    Type:kern,
    Niveau:uitdiepend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 1
    Contacturen:44
    Aantal studiepunten:6
    Totaal studietijd:156
    Examencontract:mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:
    Lector(en)Karen Pittois

     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee delen: Immunologie en Gentechnologie. 
    Deel I: Inleiding tot de immunologie.
    Welke cellen en moleculen spelen een rol? Indeling in het (1) niet-specifiek verweer met de verschillende barrières en de ontstekingsreactie en (2) het specifiek verweer met antigenen en antilichamen. Korte toelichting bij de werking van het immuunverweer. De nadruk wordt gelegd op monoklonale antilichamen en hun toepassingen.
    Deel II: Inleiding tot de gentechnologie.
    Amplificatie van nucleïnezuren met de PCR-reactie: principe, vereisten en componenten van de reactie, risico’s en analyse van de genproducten. PCR-varianten: hot start, touch down, nested PCR, RT-PCR, e-PCR, PTT, PCR-SSCP, ASO-PCR. Kwantitatieve PCR: competitieve PCR en real time PCR. Andere basistechnieken: DNA-isolatie, electroforese en hybridisatie worden behandeld. Inleiding tot moleculaire klonering: vereisten en verschillende stappen in het kloneringsproces, alternatieve methoden. Productie en screening van DNA-bibliotheken. Recombinante expressie in prokaryoten en eukaryoten. Gene silencing op drie niveaus: geninactivering, inactivering van RNA en eiwit-inactivering.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        Deel I: Immunologie
        • Situeert het verweer
        • Benoemt en beschrijft de verschillende barrières uit het specifiek verweer
        • Benoemt moleculen en cellen uit het niet-specifiek verweer en beschrijft hun werking
        • Benoemt en verklaart de kenmerken van een ontstekingsreactie
        • Benoemt de belangrijkste gelijkenissen en verschillen tussen het specifiek en het niet-specifiek verweer
        • Benoemt de verschillende soorten antigenen en hun eigenschappen
        • Beschrijft de klinisch relevante antigenen (ABO, Rhesus en HLA)
        • Beschrijft de structuur, soorten en werking van antilichamen
        • Benoemt de gevolgen van antigeen/antilichaam binding
        • Benoemt de cellen en organen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie
        • Beschrijft het verschil tussen de humorale en cellulaire respons
        • Legt de werking van het specifiek verweer tegen infectieuze deeltjes uit (bacteriën, virussen, parasieten, gisten en schimmels)
        • Omschrijft het productieproces van monoklonale antilichamen
        • Benoemt de mogelijke toepassingen van monoklonale antilichamen
        • Geeft een indeling van de verschillende immuuntesten en licht toe  met voorbeelden
        • Benoemt een gegeven immuuntest, klassificeert deze en benoemt de eigenschappen
        • Benoemt de drie hoofdvormen van de immuunpathologie
        Deel II: Gentechnologie 
        • Beschrijft het principe van de PCR reactie, de vereisten en de risico’s en de mogelijke detectiesystemen
        • Benoemt de verschillende componenten van een PCR reactie en berekent de hoeveelheden 
        • Benoemt en beschrijft varianten en alternatieven voor PCR en hun toepassingen
        • Kiest de juiste PCR variant voor een gegeven toepassing
        • Interpreteert resultaten van de verschillende PCR-varianten
        • Benoemt en beschrijft kwantitatieve PCR procedures
        • Kiest het juiste enzym voor een gentechnologische toepassing
        • Benoemt en bespreekt de verschillende stappen in het hybridisatieproces
        • Benoemt en beschrijft de verschillende hybridisatiemethoden: hybridisatie in oplossing, filterhybridisatie, …
        • Beschrijft een voorbeeld van een toepassing van het hybridisatieproces
        • Benoemt de verschillende enzymen die gebruikt worden in de gentechnologie en hun toepassingen en beschrijft hun werking
        • Kiest het juiste enzym voor een gentechnologische toepassing
        • Geeft de verschillende stappen voor de aanmaak van een recombinant plasmide
        • Duidt de juiste vector aan voor een moleculaire klonering
        • Geeft de verschillende stappen in de aanmaak van een cDNA –bibliotheek
        • Bespreekt de opbouw en het gebruik van een DNA-chip
        • Geeft de overeenkomsten en verschillen tussen een klassieke cDNA-bibliotheek en een DNA-chip
        • Beschrijft de werking van de toegelichte commerciële kloneringssystemen adhv een schema 
        • Somt de verschillende stappen op voor de aanmaak van eiwitten in een prokaryoot expressiesysteem
        • Tekent een prokaryote expressievector en benoemt de verschillende noodzakelijke en optionele onderdelen
        • Legt uit hoe induceerbare prokaryote en eukaryote expressiesystemen werken en waarom ze gebruikt worden
        • Geeft toelichting bij de verschillende eukaryote expressiesystemen adhv een schema
        • Benoemt en beschrijft de technieken waarmee men genactiviteit kan stilleggen voor elke niveau waarop dit mogelijk is (DNA-RNA-eiwit)
        • Tekent schema’s van ALLE verschillende besproken technieken

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
        Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie

        Andere begincompetenties
        Cursus Biochemie 2 dient herhaald te worden om te starten
        LEERINHOUDEN
        Deel I: Immunologie 
        Inleiding tot het verweer: plaats van het verweer. Verschillen tussen specifiek en niet-specifiek verweer.
        Het niet-specifiek verweer: barrières, cellen, eiwitten en werking
        Het specifiek verweer: 
        Moleculen: antigenen, het MHC-complex, receptoren, immuunglobulinen 
        Cellen en organen 
        Werking: verweer tegen infectieuze deeltjes, ontsnappingsmechanismen 
        Monoklonale antilichamen: productie en toepassingen

        Deel II: Gentechnologie
        PCR: principe, vereisten, componenten van de reactie, risico’s en analyse van de genproducten 
        PCR: Varianten en alternatieven: hot start, touch down, nested PCR, RT-PCR, e-PCR, PCR-SSCP, ASO-PCR
        Kwantitatieve PCR: competitieve PCR en real time PCR
        Technieken uit de gentechnologie: nucleïnezuur-isolatie en -electroforese, blotting en hybridisaties.
        Enzymen gebruikt in de gentechnologie en hun toepassingen
        Verschillende vectoren en hun gebruik
        Aanmaak van recombinant DNA (moleculaire klonering) en transformatie
        Blauw-wit screening
        Aanmaak van cDNA bibliotheken
        Screening van DNA bibliotheken
        Universele kloneringstechnieken
        Recombinante expressie in prokaryoten: klonering, transformatie en zuivering
        Expressie in eukaryote systemen:
        Expressie in gist
        Expressie in dierlijke cellen
        Celvrije systemen
        Induceerbare expressiesystemen
        Gene silencing op 3 niveaus:
        Geninactivatie
        Post-transcriptionele inactivatie: inactivatie van RNA
        Eiwit-inactivatie

        STUDIEMATERIAAL
        • Bundeling powerpoint slides met  notities (Auteur: Karen Pittois)
        • Oefeningen per hoofdstuk beschikbaar op de P-schijf
        • Boek « Immunology » Lippincott’s Illustrated Reviews. Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe. Wolters Kluwer. ISBN 0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2
        Niet verplichte literatuur, aanwezig in de bib:
        • “How the immune system Works” 3th ed. 2008. L. Sompayrac. Blackwell Publishing. 978 1 4051 6221 0
        • "Understanding Immunology" P. Wood. 2011. Pearson Eduction Limited. ISBN 0273730681/978-0273730682
        • From Genes to Genomes. JW Dale, M van Schantz. 2003. ISBN 978-0-4714-9782-0
        • Essential Medical Genetics. E. S. Tobias, M. Connor, M. Ferguson Smith. 2011. Wiley-Blackwell. ISBN 978-1-4443-9481-8
        • Principles of Gene Manipulation. RW Old, SB Primrose. 7de ed. 2007. ISBN 1405135441. (6de editie beschikbaar in PDF)
        • Medical Genetics at a Glance. 2nd ed. D.J. Pritchard, B.R. Korf. Blackwell Publishing. ISBN 978 1 4051 4846 7

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm    
        hoor- en werkcolleges:

         85

        %
        practicum en oefeningen:

          15

        %

        vormen van groepsleren:

          0

        %
        Verdere toelichting:
        16 cu Immunologie 
        28 cu Gentechnologie
        0efeningen: zelfstandig werk

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Integratief examen100%

        Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.

        tijd voor examinering
        uren

        0.5 

        Tweede examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Integratief examen100%

        Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.

         
        Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
        Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Biotechnologie
          
        O.O. heeft componenten:Neen
        Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
        Code:4160100017
        Academiejaar:2012-2013
        Type:kern,
        Niveau:uitdiepend
        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 1
        Contacturen:22
        Aantal studiepunten:5
        Totaal studietijd:130
        Examencontract:mogelijk
        Deliberatie:mogelijk
        Vrijstelling:mogelijk
        Onderwijstaal:
        Lector(en)Mark Spanoghe
        Anneleen Soetaert

         

        KORTE OMSCHRIJVING
        Voor het facet "Groene biotechnologie en fermentatietechnologie":

        In deze cursus wordt zowel de basis van de groene biotechnologie als de witte biotechnologie toegelicht.
        De groene biotechnologie start met een overzicht van de plantenanatomie, en de  verschillende planten weefselsystemen  Hierna komen de processen van reproductie, fotosynthese en de werking van plantenhormonen aanbod. Met dit inzicht kunnen dan verschillende topics uit de plantenbiotechnologie waaronder plantenweefselculturen, plantentransformatie technieken, vectoren en het modelorganisme Arabidopsis thaliana besproken worden.  Met deze kennis wordt dan de link gemaakt naar genetische planten manipulaties.
        Bij fermentatieprocessen worden micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en gisten ingezet in de productie van bruikbare stoffen op industriële schaal. Ze kunnen vitaminen, biobrandstoffen, geurstoffen, geneesmiddelen en enzymen produceren. Tijdens de hoorcolleges fermentatietechnologie wordt dan ook ingegaan op het creëren van de optimale voorwaarden  (voedingsstoffen, pH, temperatuur,...) voor de groei van deze organismen en de vorming van nuttige producten.  Onderwerpen zoals kweekcondities, opschaling naar grote bioreactoren, controle en sturing van het proces alsook het hier op volgende “downstream proces” komen aanbod. Aan de hand van onderzoeksartikels worden een aantal praktische voorbeelden besproken.

        Voor het facet "Milieuchemie":

        Iniatie tot de belangrijkste milieu-biotopen: water, lucht, bodem en hun samenhang met de industriële wereld. Tijdens de lessen wordt geprobeerd om de reeds bestaande kennis van de student te linken aan milieutopics. Een bijkomend topic is een korte inleiding in de radiochemie met focus op de milieu-impact en de detectietechnieken.



        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
        • CH14 Handelt volgens de geldende ethische normen.
        • CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • CH30 Benoemt de kern van het probleem.
        • CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
        • CH37 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
        Beroepsspecifieke competenties

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          Voor het facet "Groene biotechnologie en fermentatietechnologie":
          1. benoemt de basis anatomie van de plant en celwand.
          2. legt het verschil tussen het vasculair en het grondweefsel uit.
          3. bespreekt de levenscycli van de sporeplanten, gymnospermen en angiospermen.
          4. somt de verschillende plantenhormonen op met hun functie in de plant.
          5. beschrijft het principe van de fotosynthese.
          6. licht een aantal toepassingen van plantenbiotechnologie toe.
          7. Situeert het begrip witte biotechnologie en haalt een aantal voorbeelden uit het dagelijks leven aan.
          8. Benoemt soorten kweek-principes.
          9. Beschrijft de componenten van de industriële fermentatie media.
          10. Heeft inzicht in controle en sturing van fermentatieprocessen. 
          11. Legt enkele toepassingen van fermentatie met betrekking tot metabolic engineering en het onderliggend principe uit.

          Voor het facet "Milieuchemie":

        • beseft dat het milieu een belangrijk biotoop is, dat optimaal bewaard moet blijven
        • (h)erkent dat milieu niet om lucht, water en bodem gaat, maar één geheel vormt. Het voorbeeld van zure regen illustreert dit ten volle.
        • legt links met kennis uit andere vakgebieden en past deze toe in een milieucontext
        • onderscheidt de verschillende vormen van straling en kent hun toepassingsgebieden
        • begrijpt de fysische achtergrond van de verschillende technieken om radioactieve straling te detecteren

        • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie, Aromaten

          Andere begincompetenties

          LEERINHOUDEN
          1. Voor het facet "Groene biotechnologie en fermentatietechnologie":
            1.    Plantenanatomie: 
                     a.    De plantencel en celwand 
                     b.    Meristemen 
                     c.    Weefselsystemen 
                     d.    De wortel 
                     e.    De scheut
            2.    Reproductie: 
                     a.    Evolutie en verscheidenheid 
                     b.    Sporeplanten 
                     c.    Gymnospermen (naaktzadigen) 
                     d.    Angiospermen (bedektzadigen)
            3.    Fotosynthese: 
                     a.    Rol van pigmenten 
                     b.    De fotosystemen en het Z-schema 
                     c.    C3-C4 planten
            4.    Hormonen: 
                     a.    Auxines 
                     b.    Cytokinines 
                     c.    Ethyleen 
                     d.    Abscisine zuur 
                     e.    Gibberellines
            5.    Plantenbiotechnologie: 
                     a.    Plantenweefselculturen 
                     b.    Plantentransformatie technieken 
                     c.    Vectoren 
                     d.    Arabidopsis thaliana als modelorgansime 
                     e.    Doelwitten van genetische manipulaties
                     f.     Risico’s en voordelen
            6.    Industriële of witte biotechnologie
            7.    Industriële fermentatie:
                  a.    Upscaling: van erlenmeyer tot 500.000l reactor 
                  b.    Microbiële kweekprincipes: batch, fed batch, chemostat
                  c.    Controle en sturing van het fermentatieproces: (o.a. O2, CO2, pH, zuur, base, T, roersnelheid, schuimvorming, influent, effluent)
            8.    Protocol van een aerobe E. coli batch fermentatie en een gistfermentatie
            9.    Metabolic Engineering
            10.    Downstream Processing
            11.    Bespreking aantal praktische voorbeelden
            12.    Uitwerken presentatie i.v.m. een toepassing van een fermentatieproces op basis van een recent wetenschappelijk artikel.


            Voor het facet "Milieuchemie":
             Inleiding: belang van milieuzorg
            2.   Water 
                     a.    Belasting van het oppervlaktewater door afvalwater 
                     b.    Belangrijke parameters voor de waterkwaliteit 
                                    -Biochemisch zuurstofverbruik 
                                    -Chemisch zuurstofverbruik 
                                    -Totale organische koolstof 
                                    -Zuurtegraad 
                                    -Droogrest 
                                    -Nutriënten 
                     c.    Zelfreinigend vermogen van oppervlaktewater 
                     d.    Eutrofiëring 
                     e.    Zuivering in een rioolwaterzuiveringinstallatie 
                                    -Mechanisch fysische zuivering 
                                    -Biologische zuivering 
                                    -Slibverwerking 
                     f.     Industrieel afvalwater    
            3.    Lucht 
                     a.    Luchtkwaliteit 
                     b.    Bronnen van verontreiniging 
                     c.    T-profielen 
                     d.    Gasvormige luchtverontreiniging 
                     e.    Broeikaseffect 
                     f.     Zure regen 
                     g.    Gat in de ozonlaag 
                     h.    Fotochemische mist 
                     i.      Zwevend stof
            4.    Bodem 
                     a.    Samenstelling 
                     b.    Verontreiniging 
                                 -Bronnen 
                                 -Stoffen 
                     c.    Zware Metalen 
                     d.    Pesticiden
            5.    Relatie milieu en industrie
            6.   Inleiding tot de radiochemie


          STUDIEMATERIAAL
          • Cursus 'Groene biotechnologie'- auteur: Anneleen Soetaert - Plantijn Hogeschool.
          • Cursus 'Fermentatietechnologie' - auteur: Anneleen Soetaert - Plantijn Hogeschool.
          • cursus milieuchemie (op e-campus) – auteur: Caroline Meyers – Plantijn Hogeschool 2011
          •  cursus radiochemie (op e-campus) – auteur: Hubert Nachtegaele - Plantijn Hogeschool 2011
          •  bezoek afvalverwerking Isvag (Wilrijk)

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           100

          %
          practicum en oefeningen:

            0

          %

          vormen van groepsleren:

            0

          %
          Verdere toelichting:

          Verplichte aanwezigheid voor de mogelijke seminaries met gastsprekers en voor het bezoek aan Isvag. 


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%

          Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
          De puntenverdeling:
          50% facet
          "Groene biotechnologie en fermentatietechnologie"(40% examen, 5% verplichte opdracht, 5%bedrijfsbezoek)
          50% facet "Milieuchemie"

          Bij gewettigde afwezigheid voor  de verplichte opdracht, kan de student deze inhalen. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0.

          Bedrijfsbezoek: Aanwezigheid is verplicht.
          Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
          De opgedane kennis en deskundigheid wordt mee geëvalueerd tijdens de toets.





          tijd voor examinering
          uren

          4 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%

          2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
          De toets wordt hernomen, de punten van de verplichte activiteiten worden overgedragen.
           
          Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
          Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Geïntegreerd lab en seminaries (BI)
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
          Code:4160200101
          Academiejaar:2012-2013
          Type:kern,
          Niveau:gespecialiseerd
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 1
          Contacturen:184
          Aantal studiepunten:16
          Totaal studietijd:416
          Examencontract:niet mogelijk
          Deliberatie:mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:
          Lector(en)Anneleen Soetaert

           

          KORTE OMSCHRIJVING
          Voor het facet "Geïntegreerd lab en projectwerk":
          Theorie en praktijk zijn voor het facet "Geïntegreerd lab" zeer nauw met elkaar verweven. Ook hier is de rode draad "van gen naar eiwit".  Laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering, karakterisatiemethoden en gebruik van databanken worden ingeoefend. Bijzondere aandacht wordt besteed aan veilig- en kwaliteitsvol werken.
          Door specifieke opdrachten en projectwerk worden studenten vertrouwd met researchtechnieken en wordt het teamwerk bevorderd.

          Voor het facet "Seminaries":
          Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld.
          Bioinformatica
          Celkweek
          Waterzuiveringssystemen
          Basisbegrippen LC-MS
          Bezoek lab i.v.m. de technologie “Next Generation Sequencing”
           
          In het seminarie “Bioinformatica” wordt eerst een korte inleiding gegeven over het nut van bioinformatica in het wetenschappelijk onderzoek. Daarna worden een aantal databanken voorgesteld en wordt aangeleerd op welke manier hier efficiënt mee kan gewerkt worden. Hierna komen een aantal veel gebruikte tools aan bod zowel gericht op DNA-technologie als op eiwit-werk. Nadruk in dit seminarie ligt op het leren gebruiken van de bio-informatica tools en niet op de achterliggende informatica. Vandaar dat deze cursus voornamelijk bestaat uit oefeningen. 

          In het seminarie “Celkweek” wordt een overzicht gegeven van hoe je moet werken met eukaryote cellen, de vereiste materialen en de detectie van contaminatie.

          De seminaries rond waterzuivering en LC-MS worden gegeven door gastsprekers. Ook worden een lab-bezoek i.v.m. de technologie “Next Generation Sequencing” gepland.

          Deze seminaries en bezoeken worden in deze periode gepland volgens beschikbaarheid van deze gastsprekers/labs. Het opgegeven aantal cu HO kan daarom aangepast worden tijdens de periode.

          Voor het facet "POP":
          Het bijhouden van de POP map dient als hulp voor de student om zijn professionele ontwikkeling zelf te kunnen opvolgen.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • CH01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
          • CH04 Gaat constructief om met kritiek.
          • CH05 Leert uit zijn fouten.
          • CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
          • CH09 Blijft planmatig werken onder stress.
          • CH13 Steekt spontaan "een tandje bij" bij verhoogde werkdruk.
          • CH15 Handelt volgens de geldende milieunormen.
          • CH16 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
          • CH18 Respecteert deadlines/afspraken.
          • CH19 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
          • CH38 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen.
          • CH39 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
          • CH44 Bereidt taken systematisch voor.
          • CH45 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
          • CH51 Algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen.
          • CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
          • CH56 Schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "noteren en verslaggeving".
          • CH57 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
          • CH58 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe.
          Beroepsspecifieke competenties
          • CH67 Heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden.
          • CH68 Kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen.
          • CH69 Beschikt over geïntegreerde biochemische laboratoriumvaardigheden.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          Voor het facet "Geïntegreerd lab en projectwerk":

          1. denkt analytisch en professioneel.
          2. toont leerbereidheid.
          3. is kritisch ingesteld.
          4. rapporteert correct.
          5. analyseert multidisciplinaire problemen en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
          6. bezit goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, manipulatie van levende cellen (eukaryoten en prokaryoten), moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
          7. begrijpt de principes van de methoden en technieken.
          8. past informaticatools toe.
          9. bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
          10. raadpleegt en gebruikt eiwit- en nucleïnezuurdatabanken.
          11. maakt een efficiënte planning en tijdsindeling voor de uit te voeren proeven.
          12. voert nauwkeurig klassieke analytische methoden en instrumentale analytische technieken uit.
          13. zet de meetwaarden om naar de gevraagde concentraties in het monster.
          14. verwerkt de resultaten statistisch.
          15. erwerkt de resultaten in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag en rapporteert hierover mondeling.
          16. schrijft een praktijkjournaal volgens de voorschriften.
          17. bedient klein-schalige fermentor’s  en verwerft een praktisch inzicht i.v.m. de sturing van fermentatieprocessen.
          18. volgt veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet en bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
          19. voert op een correcte manier een job safety analyse uit en schrijft een SOP uit.
          20. voert in groep een opdracht uit

          Voor het facet "seminarie"(specifiek voor bioinfomatica en celkweek):

          1. gebruikt de voornaamste bioinformatica tools efficiënt
          2. past deze bioinformatica tools geïntegreerd toe in moleculair biologisch onderzoek
          3. maakt zich nieuw ontwikkelde bioinformatica tools eigen
          4. benoemt de verschillende soorten celculturen, de methoden, de materialen en toestellen nodig om cellen in kweek te houden
          5. beschrijft de verschillende soorten contaminaties in celculturen en de manieren om deze te detecteren, te voorkomen en te verwijderen.
          6. schetst toepassingen van celcultuur in verschillende onderzoeksdomeinen.
          Voor het facet "POP":
          1. reflecteert over het eigen handelen
          2. legt een basis voor reflecties in het latere werkveld (de stage)



            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Genen toegepast, Biochemische technieken, Biotechnologie

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN
            Voor het facet "Geïntegreerd lab en projectwerk":
            In het geïntegreerd lab komen verschillende aspecten uit de biotechnologie, celbiologie en fermentatie aan bod. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden hierbij toegepast en ingeoefend.
            Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden de student voor om te werken in een multiculturele en internationale omgeving.
            • Isolatie nucleïnezuren (plasmiden uit bacteriën, chromosomaal DNA uit bloed en planten)
            • PCR-reacties
            • Digesties met restrictie-enzymen, ligaties,…
            • ELISA’s
            • Eiwit- en nucleïnezuurchromatografie en elektroforese
            • Blotten
            • Toepassen centrifugatie, concentreringstechnieken, dialyse, kleurreacties, karakterisatiemethoden,…
            • Gebruik databanken
            • Uitwerken individuele onderzoeksopdracht i.v.m. stage
            • Project "Van gen naar eiwit"
            • Celkweeklabo (uitplaten, tellen, mycoplasma contaminatie, cytotoxiciteitstest)
            • Fermentatielab
            • Opstellen job safety analyse
            Voor het facet "Seminarie":
            • Bioinformatica
            • Celkweek
            • Waterzuiveringssystemen
            • Basisbegrippen LC-MS
            • Bezoek lab i.v.m. de technologie “Next Generation Sequencing”
            Voor het facet "POP":
            • Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.


            STUDIEMATERIAAL
            • Cursusdeel geïntegreerd lab deel 1 – auteur: Els Van doorslaer, Anneleen Soetaert, Peter Partoens, Karen Pittois – Plantijn Hogeschool.
            • Cursus geïntegreerd lab deel 2- auteur Anneleen Soetaert-Plantijn Hogeschool.
            • Dewilde Sylvia, Geuens Eva, Moens Luc, Van doorslaer Els,2011. Experimentele vaardigheden 2. Biochemische vaardigheden. Acadmie Press, p294, ISBN 9789038216478
            • Ppt-cursus Bioinformatica –  auteur: Peter Partoens - Plantijn Hogeschool 
            • Alle voorgestelde bio-informatica-tools zijn publiekelijk toegankelijk op het internet
            • Cursus "Celkweek" – auteur: Karen Pittois – Plantijn Hogeschool.
            • nota’s van de verschillende gastsprekers
            • "Het algemene CGO-boek"
            • POP-map met invulbladen


            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             5

            %
            practicum en oefeningen:

              90

            %

            vormen van groepsleren:

              5

            %
            Verdere toelichting:
            Het seminarie “Bioinformatica” wordt gegeven aan de afstudeerrichting biochemie en aan de BL-afstudeerrichting "FBT" door Peter Partoens.

            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            Componenten Weging
            POP 3 5%
            Seminaries 5%
            Geïntegreerd lab en projectwerk
            90%

            Voor het facet: "geïntegreerd lab en projectwerk":
            Evaluatie van het lab:
            • aanwezigheid
            • permanente evaluatie van praktische vaardigheden
            • evaluatie van verslagen
            • controle praktijkjournaal (labschrift)
            • uitvoeren job safety analyse
            • opstellen SOP
            • literatuuronderzoek opdracht + presentatie en poster
            • uitvoeren project + presentatie
            • toetsing 
            Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
            Puntenverdeling: 
            1. 50% jaarwerk in lab
            2. 20% verslagen, presentaties
            3. 30% examen
            Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
            • afwezigheid
            • niet uitvoeren van de opgelegde taken
            • niet afgeven van de gevraagde opdrachten
            • niet verwerven van de vooropgestelde competenties
            Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
            Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

            Voor het facet "Seminaries":
            Aanwezigheid is verplicht.
            Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteiten.  Deze kan niet ingehaald worden. De opgedane kennis en deskundigheid wordt mee geëvalueerd tijdens de integratieve toets. Wat betreft bio-informatica zal er niet gepeild worden naar theoretische kennis. De student moet de correcte tools kunnen toepassen in oefeningen komende uit reële onderzoekssituaties.


            Voor het facet "POP":
            Het POP wordt geëvalueerd op zijn volledigheid.


            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            2de zit: enkel het examen wordt hernomen. De andere punten worden overgedragen.
             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
            Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Kwaliteitszorg en projectmanagement.(BI)
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
            Code:4160200121
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kernondersteunend,
            Niveau:gespecialiseerd
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 1
            Contacturen:12
            Aantal studiepunten:3
            Totaal studietijd:78
            Examencontract:niet mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Veerle Van Vlaslaer

             

            KORTE OMSCHRIJVING

            Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ. De statistiek uit de vorige cursussen wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, invloed van biologische variatie op de analyseresultaten) en de externe (interlabstudies) controlemetingen.

            Verbeterprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van kwaliteitszorg. Projecten kunnen definiëren, plannen, begroten, organiseren, opvolgen en evalueren behoort steeds meer tot de kerntaken van procestechnici. Om projecten meer slaagkans te geven en efficiënt te laten verlopen worden systemen en technieken gehanteerd en hoort de projectleider zijn team daarin te coachen. Met een of meerdere praktische situatie(s) als uitgangspunt maken we kennis met projectmanagementsystemen (zoals PMBOK, Prince 2, PDCA en APACA) en –technieken (Quality tools). Door ‘hands on ‘ te werken komen ook coaching vaardigheden aan bod.


            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • CH02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
            • CH03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
            • CH06 Blijft onder druk zorgvuldig werken.
            • CH09 Blijft planmatig werken onder stress.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • CH31 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
            • CH33 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
            • CH34 Schat de mogelijkheden en beperkingen van de werkmethoden correct in.
            • CH35 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
            • CH36 Evalueert resultaten kritisch.
            • CH37 Gebruikt informatiebronnen kritisch.
            • CH38 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen.
            • CH39 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
            • CH41 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken op voor de uitvoering.
            • CH48 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
            • CH49 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
            • CH52 Algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie.
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              Facet projectmanagement
              • handelt in overeenkomst met geplogenheden in projectmanagement
              • past Quality Tools toe waar nuttig 
              Facet toegepaste statistiek
              •  kiest voor een probleem de meest geschikte statistische techniek en voert deze techniek concreet uit: stelt een proefopzet op, voert de nodige  experimenten uit, verwerkt de meetresultaten en interpreteert het resultaat. 
              •  voert een methodevalidatie uit: stelt een proefschema op in functie van de validatieparameters, voert de nodige experimenten uit, voert de statistische bewijsvoering uit en interpreteert van het resultaat. 
              •  zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels) 
              •  ken de basisprincipes van kwaliteitszorg
              • berekent en interpreteert capabiliteitsindexen (six sigma) 
              •  kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteert de rapportering. 
              •  leest en interpreteert informatie (wetenschappelijke artikels, validatierapporten) met bekende en onbekende statistische technieken.

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
              Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Statistiek en POP

              Andere begincompetenties

              LEERINHOUDEN
              1. Interne QC
              a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie  – lineariteit – robuustheid)
              b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma
              c. controlekaarten (met leesregels)
              2. Externe QC (interlab) 
              a. Youdenplot
              b. zaagtandplot
              c. PomPlot
              3. Projectmanagement 
              4. Systemen voor projectmanagement 
              5. Quality Tools


              STUDIEMATERIAAL
              • Syllabus Quality Tools – auteur: G. Bruggeman
              • Theoriebundel “Kwaliteit en procesmanagement” – auteur: G. Bruggeman
              • Casus(en)
              • hoofdstukken 16 tem 19 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer  – Plantijn Hogeschool
              • “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de & 3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
              • wetenschappelijke artikels (thematische EDU-map ‘statistiek’)
              • rekenmachine 
              • www.westgard.com     
              aanvullend in de bib: 
              • ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000
              • ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm    
              hoor- en werkcolleges:

               70

              %
              practicum en oefeningen:

                

              %

              vormen van groepsleren:

                30

              %
              Verdere toelichting:

              Facet projectmanagment: 2 trainingsdagen met verplichte aanwezigheid.

              Facet toegepaste statistiek: hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld

              zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel).

              feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.


              EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              Facet projectmanagement 

              Aanwezigheid tijdens de twee trainingsdagen is verplicht.
              Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
              • afwezigheid
              • niet uitvoeren van de opgelegde taken
              • niet afgeven van de gevraagde opdrachten
              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

              voor studenten van de afstudeerrichting procestechnologie die binnen het opleidingsonderdeel “geïntegreerd lab” deelnemen aan de verplichte activiteit “internationale projectweek”, telt deze deelname als aanwezigheid voor de trainingsdagen "projectbeheer". De score van de "internationale projectweek" wordt overgenomen. Voor studenten van deze afstudeerrichting die in niet deelnemen aan de internationale projectweek zijn de twee trainingsdagen "projectbeheer" verplicht. S  tudenten die deelnamen aan de "internationale projectweek" kunnen indien gewenst deelnemen aan de trainingsdagen "projectbeheer": ze brengen de lectoren vooraf op de hoogte. 

              Facet toegepaste statistiek 
              integratieve toets (2 uur examentijd)
              open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
              gebruik van een rekenmachine is toegelaten
              samenstelling van de vragen
              • hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities)
              • minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
              Voor studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in een formule van werkplekleren kan de integratieve toets verplaatst worden naar een andere examenreeks.

              tijd voor examinering
              uren

              2 

              Tweede examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              De punten projectmanagement worden overgedragen. Bij een tekort krijgt de student een individuele opdracht.
              Integratieve toets toegepaste statistiek: idem als eerste examenperiode.
               
              Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012
              Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Biochemische technieken
                
              O.O. heeft componenten:Neen
              Afstudeerrichting//Leertraject:Biochemie
              Code:4160200120
              Academiejaar:2012-2013
              Type:kern,
              Niveau:uitdiepend
              Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 3 - Semester 1
              Contacturen:44
              Aantal studiepunten:7
              Totaal studietijd:182
              Examencontract:mogelijk
              Deliberatie:mogelijk
              Vrijstelling:mogelijk
              Onderwijstaal:
              Lector(en)Anneleen Soetaert

               

              KORTE OMSCHRIJVING
              De rode draad doorheen het opleidingsonderdeel "Biochemische technieken" is "de weg van gen tot eiwit" en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingsonderdeel "Genen toegepast". In het opleidingsonderdeel "Biochemische technieken" worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. De werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering worden behandeld. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering,enz…) worden in theorie gezien en het opleidingsonderdeel "geïntegreerd lab" toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bv. denaturatie te voorkomen. Verder komen de diverse chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in praktijk hebben.

              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

                Algemene beroepsgerichte competenties
                • CH42 Brengt structuur in ideeën.
                Beroepsspecifieke competenties
                • CH67 Heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden.
                • CH68 Kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen.

                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                De student...
                • Beschrijft de algemeen gebruikte scheidingstechnieken voor nucleïnezuren en eiwitten.
                • Weet de belangrijkste chromatografische en elektroforetische technieken, de apparatuur die daarbij gebruikt wordt en de belangrijkste toepassingen.
                • Begrijpt de typische biochemische werkwijzen als homogenisatie, fractionering, dialyse, membraanfiltratie, blotten en centrifugatie en de apparatuur die hierbij gebruikt wordt.
                • Schetst de algemeen gebruikte identificatietechnieken voor eiwitten en nucleïnezuren als o.m. de verschillende kleurreacties, autoradiografie en immunochemische detectie.
                • Gebruikt onder begeleiding, een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in gentechnologie, biochemie, enzymologie, immunologie, microbiologie, bioinformatica en analysetechnieken, om een eiwit via recombinant DNA-technologie aan te maken. 
                • Ontwikkelt onder begeleiding, nieuwe procedures om eiwitten en nucleïnezuren te zuiveren en te karakteriseren en hierbij de juiste technieken en apparatuur gebruiken.
                • Is in staat deze technieken in diverse sectoren (biomedische sector, landbouw, voeding, milieu …) toe te passen.


                VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn vr: Organische chemie 1, Industriële scheidingstechnieken, Biochemie 1, Biochemie 2, Synthese en analyse Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je ook inschrijven vr: Organische chemie 2.

                Andere begincompetenties

                LEERINHOUDEN

                Dit opleidingsonderdeel bestaat uit drie grote delen: biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie.


                Biochemische werkwijzen

                Water, diverse stoffen en buffers

                Eigenschappen van water

                Invloed van diverse stoffen

                Homogenisatie van cellen en weefsels

                Uitgangsmateriaal

                Activiteit van hydrolytische enzymen

                Homogenisatiemethoden

                Zuivering van en werken met nucleïnezuren

                Algemene strategie bij zuivering nucleïnezuren

                Beschadiging van nucleïnezuren

                Concentratiebepaling

                Denaturatie en renaturatie

                Isolatie en zuivering

                Zuiverheid Identificatie

                Zuivering van en werken met eiwitten

                Algemene strategie bij zuivering eiwitten

                Efficiëntie van de zuiveringsstap

                Fractionering

                Verwijdering van zouten

                Bewaring

                Maken van een eiwitoplossing

                Detectie van denaturatie

                Eiwit-ligand interacties

                Elektroforese

                Basisprincipes elektroforese

                Inleiding

                Experimentele aspecten

                Elektroforese van eiwitten

                Inleiding

                Polyacrylamidegel elektroforese

                Iso-elektrofocussing

                2D-elektroforese

                Toepassing Proteomics/Microarray

                Elektroforese van nucleïnezuren

                Inleiding

                Gelkeuze

                Detectie

                Submarine elektroforese

                Sequentie- en genoomanalyse

                RNA-elektroforese

                Pulsed field elektroforese

                Adsorptie aan membranen - blotten

                Voordelen van blotten

                Technieken

                Membraantypen

                Chromatografie

                Chromatografie

                Inleiding

                Begrippen en formules

                Oplossend vermogen van een kolom

                Indeling

                Apparatuur

                Oefeningen

                Gelfiltratiechromatografie

                Principe

                Samenstelling van de gelkorrels

                Zwellen van gelkorrels

                Verwijderen van lucht

                Kwantitatieve benadering

                Fractioneringsbereik

                Oplossend vermogen

                Toepassingen

                Praktische uitvoering

                Oefeningen

                Ionenchromatografie

                Inleiding

                Elektrostatische aantrekking

                Ionenuitwisseling

                Selectiviteitsconstante

                Ionenuitwisselaars

                Ionenchromatografie

                Oefeningen

                Affiniteitschromatografie

                Principe

                Matrix

                Ligand

                Spacerarm

                Elutie

                Kolomkeuze en stockeren van het gel

                Oefeningen

                Hydrofobe interactiechromatografie

                Principe

                Uitvoering

                Toepassingen


                STUDIEMATERIAAL
                1. cursus "Biochemische technieken" delen biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie" – auteur: Peter Partoens, Anneleen Soetaert– Plantijn Hogeschool.
                2. powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op e-campus.
                3. manualen en catalogen van verschillende firma’s.
                4. aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.

                WERKVORMEN
                Soort werkvorm    
                hoor- en werkcolleges:

                 100

                %
                practicum en oefeningen:

                  0

                %

                vormen van groepsleren:

                  0

                %
                Verdere toelichting:

                EVALUATIE

                Eerste examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                Op het schriftelijk examen worden kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld.

                tijd voor examinering
                uren

                4 

                Tweede examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
                 
                Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 12/10/2012