ECTS-database Plantijn Hogeschool
Toegepaste wetenschappen en onderwijs - Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1
  
cataloognrbenamingstudiepunten
4180100053Meten is weten4
4180100058Labcluster Klinische Biologie 13
4180100059Labcluster Instrumentele analyse 16
4180100060Labcluster biologie3
4180100067Project 13
4180100068Project 23
4180100069Professional skills3
4180100074Bio-organische chemie4
4180100076Biochemie 13
4180100078Biologie4
4180100079Chemie 18
4180100083Hematologie 15
4180100088Instrumentele analyse 15
4180100092Labcluster Chemie 16
Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Meten is weten
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
Code:4180100053
Academiejaar:2012-2013
Type:kernondersteunend,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
Contacturen:44
Aantal studiepunten:4
Totaal studietijd:104
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:
Lector(en)Ingrid Van den Bossche
Veerle Van Vlaslaer

 

KORTE OMSCHRIJVING
Facet chemisch rekenen
Je oefent rekentechnieken die je doorheen je opleiding en in de latere praktijk nodig zal hebben.
Metingen in een lab zijn onderhevig aan meetfouten. Welke?  Hoe gaan we daarmee om? Je leert metingen en berekeningen met metingen weergeven met  een gepast aantal beduidende cijfers. Statistische verwerking ervan komt aan bod in het facet meetvariatie.
  
Facet meetvariatie
Als een experiment is uitgevoerd en je over een reeks meetresultaten beschikt dan is je werkt als biomedisch analist nog niet af: je dient deze resultaten nog te beoordelen en te interpreteren. Statistiek is het hulpmiddel waarmee je dit doet.
De nadruk ligt volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden, oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen.
In dit eerste blok statistiek van de opleiding komen de beschrijvende technieken en de statistiek van de ijklijn aan bod. We leggen het verband met juistheid en precisie van een meetmethode.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL27 Benoemt de kern van het probleem.
    • BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    • BL32 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten.
    • BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
    • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
    Beroepsspecifieke competenties
    • BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    Facet wiskundige technieken
    • bepaalt het aantal beduidende cijfers van een getal
    • vermijd niet-beduidende nullen 
    • geeft het resultaat van een berekening een gepast aantal beduidende cijfers, ook via benaderende regels
    • bepaalt de fout op een getabelleerde grootheid
    • maakt een tabel en een grafiek met meetpunten, trendlijn, foutenbalken, de juiste bijschriften en indeling van de assen
    • lost willekeurige vergelijkingen van de 1ste en 2de graad en (2×2)-stelsels en (3x3)-stelsels op
    • zet uitdrukkingen om naar gelijkwaardige vormen
    • rekent met exponenten en logaritmen
    • werkt met lineaire, kwadratische, hyperbolische, exponentiële en logaritmische functies
      (voorschrift + grafiek)
    • gebruikt een rekenmachine op correcte wijze
    Facet meetvariatie
    • verzamelt gericht gegevens (statistisch proefopzet), doet de statistische gegevensverwerking, geeft een overzicht van de resultaten en interpreteert deze
    •  vat een steekproef samen met frequentietabel, frequentieverdeling, boxplot, histogram 
    •  berekent en interpreteert parametervrije kengetallen: Mediaan en percentielen
    •  berekent en interpreteert parametrische kengetallen: gemiddelde en standaardafwijking
    •  berekent en interpreteert kengetallen bij herhaalde (relatieve standaardafwijking) en gegroepeerde metingen (standaardafwijking between en within)
    • berekent en interpreteert ‘biologische variatie’ (intra- en inter-individueel)
    • werkt met normale verdeling en standaardnormale verdeling (z-en p-waarden)
    • classificeert toevalsveranderlijken: begrijpt en berekent cutoff-waarden
    • begrijpt en gebruikt de verdeling van een steekproefgemiddelde
    • berekent een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde en de statistische A.F. op een gemiddelde waarde
    •  vertaalt deze statistische begrippen naar de praktijk van het lab: juistheid en precisie
    • voert een volledige enkelvoudige lineaire regressie analyse (kleinste kwadraten methode) uit, interpreteert de resultaten en doet een beoordeling van hun kwaliteit
    • berekent de standaardfouten op voorspelde y-waarden en teruggerekende x-waarden
    • voert methodevergelijkingen uit: regressieanalyse, biasplot en ratioplot, Bland-Altmanplot
    • past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens geranschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds 

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    geen

    Andere begincompetenties
    leerstof wiskunde uit het secundair onderwijs (pakket min.3u wiskunde/week)

    LEERINHOUDEN


    Facet chemisch rekenen

    • beperkingen bij het aflezen van een meetinstrument,
       het aantal beduidende cijfers van een getal, het vermijden van niet-beduidende cijfers 
    • de fout bepalen op een getabelleerde grootheid
    • weergeven van tabellen en grafieken
    • wetenschappelijke grafieken maken met Excel
    •  mogelijkheid tot vragen stellen ivm overzicht van de basisbewerkingen
    • rekenregels (rekenen met machten, rekenen met breuken)
    • rekenen met logaritmen gelijkwaardige uitdrukkingen 
    • vergelijkingen van de 1ste, vergelijkingen van de 2de graad, vergelijkingen met bestaansvoorwaarden, vergelijkingen met willekeurige onbekenden
    • 2×2-stelsels (regel van Cramer), 3x3-stelsels, probleemstellingen in woorden omzetten naar vergelijkingen en stelsels
    • rechthoekige driehoek (X en Y component van een vector)
    • functies-algemeen : grafische voorstelling, coördinaten
    • functies van de eerste graad (rechte), lineariseren
    • functies van de tweede graad (tekenonderzoek en de regel van Descartes, oplossen  van ongelijkheden met een orde hoger dan één, definitieverzameling van irrationale  functies); hyperbolische functies (wat zijn asymptoten?)
    • exponentiële en logaritmische functies,toepassing van exponentiële functies : groei- en vervalfuncties 

     Facet meetvariatie

    • Beschrijven van een reeks resultaten (steekproef) met frequentietabel en grafieken
    • Parametervrije kengetallen (Me, kwartielen, percentielen, IQR, boxplot, outliers)
    • Parametrische kengetallen (gemiddelde, SD en VC%); herhaalde metingen; gegroepeerde metingen (spreiding intra en inter); biologische variatie
    • Normale verdeling: z-waarden en p-waarden; werken met cutoff; verdeling van een steekproefgemiddelde (SE); t-verdeling Student; betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde; A.F. op een gemiddelde
    • Toepassing in het lab: juistheid en precisie; gebruik controlemateriaal (CRM); detectielimiet; uitbijters
    • Enkelvoudige lineaire regressie: correlatie, regressie, best passende rechte (kleinste kwadratenmethode), SE, invloed van SE op a en b (betrouwbaarheidsinterval), voorspellen en terugrekenen (betrouwbaarheidsinterval), regressie door de oorsprong, LIJNSCHATTING (Excel), spreidingsdiagram, residuele plot
    • Methodevergelijking
    • Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels)     en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio 

    STUDIEMATERIAAL
    Facet chemische rekenen
  • nota's "chemisch rekenen"- auteur : Veerle Van Vlaslaer herwerkt door Ingrid Van den Bossche -    Plantijn Hogeschool
  • syllabus "weergeven van meetresultaten" zie edumap op e-campus
  • een rekenmachine
  • e-learning oefeningen op e-campus en verwijzingen naar extra oefeningen op internet zie edumap

    Facet meetvariatie
    •      hoofdstukken 1 tem 7 van de cursus ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
    •      formuleboekje ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van vlaslaer - Plantijn Hogeschool
    •      rekenmachine
    •      wetenschappelijke artikels (EDU-map)
     
    aanvullend in de bib
    •      ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
    •      ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
    •      ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
    •      ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
    •      ‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)

  • WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     100

    %
    practicum en oefeningen:

      

    %

    vormen van groepsleren:

      

    %
    Verdere toelichting:

    facet chemisch rekenen
    Ieder hoofdstuk van de nota's bevat een heleboel oefeningen. Na ieder hoorcollege werkt de student de oefeningen van het behandelde onderwerp verder af. Eventuele vragen kunnen het volgende WE voorgelegd worden aan de lector.

    facet meetvariatie  
    - hoorcolleges met oefeningen
    - de oefeningen en toepassingen komen zo veel mogelijk uit de dagelijkse praktijk van het biomedisch lab
       zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de lessen
    - de nadruk ligt volledig op het  praktijkgericht toepassen van de statistiek : alle voorbeelden,       oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te    schakelen.
    - andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    integratieve toets
    gebruik van rekentoestel is toegelaten

    Facet meetvariatie

    • open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek en bevat geen opgeloste oefeningen
    • vragen met inbreng vanuit 'statistiek': hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)

    Facet chemisch rekenen 

    • Integratieve toets, waarbij de aangeleerde kennis getoetst wordt aan de hand van concrete oefeningen zoals deze in de cursus
    • De competentie 'wiskundig redeneren' wordt bovendien integratief getoetst en beoordeeld doorheen de volledige opleiding : aandacht voor de wiskunde toegepast in alle vakdisciplines

    Het totale cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
    Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
       - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
       - niet uitvoeren van individuele taken
       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


    tijd voor examinering
    uren

    3 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    Integratieve toets
     
    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Labcluster Klinische Biologie 1
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
    Code:4180100058
    Academiejaar:2012-2013
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
    Contacturen:20
    Aantal studiepunten:3
    Totaal studietijd:78
    Examencontract:niet mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:
    Lector(en)Anne-Marie Feyens
    Brigitte Van de Velde

     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Hematologie is de leer van het bloed en bestaat uit cytologie of de leer van de cellen, immuunhematologie waar o.a. de bloedgroepbepalingen aan bod komen en hemostase waar de bloedplaatjes deel uitmaken van de primaire stolling

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
    • BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
    • BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
    • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
    • BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
    • BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
    • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
    • BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
    Beroepsspecifieke competenties
    • BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    Kent de basisbegrippen uit de hematologie

    Kent de verschillende basishandelingen uit de hematologie


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Hematologie 1, Labcluster biologie

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    In practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd 

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus R.Flies en P.Winnen
    • Internet
    • CD-Rom
    • Atlas hematologie
    • Microscopen
    • Labnota's



    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     

    %
    practicum en oefeningen:

      100

    %

    vormen van groepsleren:

      

    %
    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen40%

    • Permanente evaluatie tijdens het practicum (30%)

    1.      permanente evaluatie van lab-opdrachten,
    2.      korte toetsen over parate kennis en vraagstukken,
    3.      controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht,
    4.      controle op het correct gebruik van het labschrift.
    • Verslagen (30%)
    • Schriftelijke toets INT (40%)

    Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
    1.      afwezigheid
    2.      niet uitvoeren van de opgelegde taken
    3.      niet afgeven van de gevraagde opdrachten
    4.      niet verwerven van de vooropgestelde competenties

    Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
    Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.


    tijd voor examinering
    uren

    2 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen40%

    • Enkel het INT- schriftelijk examen (40%).
    • De overige verworven punten   1° examenperiode blijven behouden (60%).
     
    Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Labcluster Instrumentele analyse 1
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
    Code:4180100059
    Academiejaar:2012-2013
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
    Contacturen:44
    Aantal studiepunten:6
    Totaal studietijd:156
    Examencontract:niet mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:
    Lector(en)Kathy Reyniers
    Ingrid Van den Bossche
    Patrick Verbeke
    Martine Vanacker

     

    KORTE OMSCHRIJVING


    Deel 1:
    In het dagelijks leven is iedereen min of meer bekend met de gevaren bij het gebruik van elektrische stroom.  Ook in het laboratorium kunnen, bij onoordeelkundig gebruik van elektrische toestellen, ongelukken plaatsvinden. Welke voorzorgsmaatregelen zijn er nodig bij gebruik van elektrische apparatuur?
    Daar toestellen voor bio-medische metingen o.a. gebruik maken van conductometrie, potentiometrie en amperometrie moet de student ook kennis hebben van deze schakelingen en bijgevolg van de voornaamste elektrische begrippen .
    Deel 2:
    De student  verwerft basisvaardigheden in volgende toepassingsgebieden: colorimetrische bepalingen  en chromatografie (DLC en kolomchromatografie)

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
    • BL04 Gaat constructief om met kritiek.
    • BL05 Leert uit zijn fouten.
    • BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
    • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
    • BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
    • BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
    • BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
    • BL31 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in.
    • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
    • BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
    • BL36 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken.
    • BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
    • BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
    • BL41 Bereidt taken systematisch voor.
    • BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
    • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
    • BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
    • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
    • BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
    • BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
    • BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      Deel 1 :
      • meet  de stroom door en de spanning over een een willekeurig element toestel van een elektrische schakeling correct met een multimeter,
      • controleert de werking van een multimeter, 
      • vervangt een zekering indien nodig,
      • weet op welke wijze brand kan ontstaan in een elektrische installatie,
      • neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij gebruik van elektrische apparatuur,
      • repareert een stekker,
      • leest een toestel af dat gebruik maaktt van een nonius,
      • doet metingen met een refractometer en een polarimeter,
      • kent het principe en de onderdelen van een eenvoudige opstelling van conductometrie en kan een meting uitvoeren,
      • benoemt de principes en achtergronden van de eiwitelektroforese,
      • geeft de basisonderdelen voor een elektroforeseopstelling  en licht ze toe,
      • kent de elektrische parameters die van kracht zijn bij elektroforese,
      • heeft inzicht op de invloed van de buffer, pH, temperatuur en de gekozen matrix op een eiwitelektroforesesysteem en kan deze omschrijven,
      • kent enkele kleuringstechnieken om het staal zichtbaar (en eventueel ook kwantifiëerbaar) te maken voor analyse, en omschrijft het principe van de techniek ,
      • licht een elektroforesepatroon, zoals gezien in de praktijkoefeningen, toe ,
      • kent de betekenis van eiwit elektroforese als scheidingsmethode voor de diagnostiek ,
      • omschrijft de experimentele aspecten van verschillende elektroforesemethoden en de praktische uitvoering ervan op wetenschappelijke manier,
      • kalibreert een semi-automatische pipet,
      • maakt een goede, duidelijke wetenschappelijke grafiek volgens de afgesproken regels.

       
       
       
      Deel 2:
      Colorimetrie:
      • legt bij alle technieken  het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal zien ,
      • gebruikt de kleurencirkel en een extinctiecurve, en haalt er de nodige info uit, 
      • maakt  een gewone verdunningsreeks,
      • past de ijklijnmethode toe en voert berekeningen uit mbv de wet van LB.

       
      Chromatografie:
      • kent het principe en de werkwijze van DLC en 2DLC en kan een eenvoudige scheiding uitvoeren,
      • kent het principe van ionenuitwisselingschromatografie,
      • kan de instructies van een ionenchromatografiekit lezen, begrijpen en uitvoeren.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Chemie 1, Instrumentele Analyse 1, Labcluster chemie 1

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN

      In dit OO komen volgende onderwerpen aan bod:
      Deel 1: Toepassingen ‘elektricitieit en licht’ : eenvoudige elektrische schakelingen, gebruik multimeter, elektrolyse, gebruik conductometer, polarimeter, refractometer, kalibratie semi-automatische pipetten, elekroforese (SPE), inoefenen maken wetenschappelijke grafieken
      Opdrachten roulatiesysteem A :
      1)   Waaruit bestaat een eenvoudige stroomkring?
             Hoe wordt elektrische spanning gemeten?
             Hoe wordt elektrische stroom gemeten?
             Hoe kunnen we brand vermijden bij toestellen waarin kortsluiting plaatsgrijpt?
             Effect van eenweerstand in een kring?
             Is er verband tussen U en I ? (wet van Ohm, maken van een wetenschappelijke grafiek).
             Parallel- en serieschakeling
             Repareren van een stekker
      2)    Elektrolyse
      3)   Meten van geleidbaarheid van NaCl-oplossingen met een verschillende concentratie met een      conductometer 
      4)   Meten van suikerconcentraties met een refractometer
      5)   Meten van suikerconcentraties met een polarimeter
      6)   Kalibratie semi-automatische pipetten
      7)   Elektroforese : SPE
       
      Deel 2: Toepassingen ‘Analysemethoden’  : colorimetire, spectrofotometrie, DLC en kolomchromatografie.
      Opdrachten roulatiesysteem B (groepjes van 2, max 3 studenten):
      1)     Spectro Fe3+ bepaling
      2)     DLC  en voorbereiding HbA1c kit
      3)     Voorbereiding bepaling van het totaal eiwitgehalte ( 2 verschillende methoden) en bereiding oplossingen
      4)     HbA1c kit
       
      Lab 5: Bepaling van het totaal eiwitgehalte (een vd 2  methoden, klassikaal)

      STUDIEMATERIAAL

      Deel 1:
      • beschrijving labproeven en oefeningen alsook handleidingen apparatuur zie EDU-map op e-campus
      • nota's 'Fysica basispakket 2'-Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool
      • lespresentaties, oefeningen, weblinks; …in de EDU-map op e-campus

      Deel 2:
      • Labnota’s van Reyniers Kathy 
      • Experimentele vaardigheden I -Reyniers K. ; ISBN 978 90 382 1611 9
      • ppt's op e-campus
      • Bb platform 1BL voor opdrachten  
      • zelfstudiepakket spectro op intranet
      • (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
      • bib: naslagwerken  ivm instrumentele chemie

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       

      %
      practicum en oefeningen:

        100

      %

      vormen van groepsleren:

        

      %
      Verdere toelichting:
      Roulatiesysteem proeven

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Integratief examen60%

      • Permanente evaluatie tijdens het practicum (20%)

      1.      permanente evaluatie van lab-opdrachten,
      2.      korte toetsen over parate kennis en vraagstukken,
      3.      controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht,
      4.      controle op het correct gebruik van het labschrift. 
      5.      controle op het maken van de e-learningoefeningen (deel 1).
       
      • Verslagen (20%)
      • Schriftelijke toets INT (60%)

      Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
      1.      afwezigheid
      2.      niet uitvoeren van de opgelegde taken
      3.      niet afgeven van de gevraagde opdrachten
      4.      niet verwerven van de vooropgestelde competenties

      Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
      Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.


      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Integratief examen60%

      • Enkel het INT- schriftelijk examen (60%).
      • De overige verworven punten   1° examenperiode blijven behouden (40%).
       
      INFORMATIE OVER DE FACETTEN
      ...............
       
      Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Labcluster biologie
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
      Code:4180100060
      Academiejaar:2012-2013
      Type:kern,
      Niveau:inleidend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
      Contacturen:20
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:
      Lector(en)Els Van Eyken
      Roald Santens
      Brigitte Van de Velde


      beschrijving nog niet beschikbaar
      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Project 1
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
      Code:4180100067
      Academiejaar:2012-2013
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
      Contacturen:0
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:
      Lector(en)Roald Santens


      beschrijving nog niet beschikbaar
      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Project 2
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
      Code:4180100068
      Academiejaar:2012-2013
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
      Contacturen:0
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:
      Lector(en)Goele Caethoven


      beschrijving nog niet beschikbaar
      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Professional skills
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
      Code:4180100069
      Academiejaar:2012-2013
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:inleidend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
      Contacturen:24
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:
      Lector(en)Heidi Gotink
      Ingrid Van den Bossche

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Professionele, communicatieve vaardigheden:

      De student oefent vaardigheden ivm verbale en non-verbale communicatietechnieken, vergaderen, presenteren en rapporteren (schrijfvaardigheden).

      Het opleidingsonderdeel "Communicatie en POP" bestaat uit :

      •  Communicatieve vaardigheden
      •  POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan)

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • BL04 Gaat constructief om met kritiek.
      • BL05 Leert uit zijn fouten.
      • BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
      • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
      • BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
      • BL26 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • BL28 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
      • BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
      • BL39 Brengt structuur in ideeën.
      • BL41 Bereidt taken systematisch voor.
      • BL45 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit.
      • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
      • BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
      • BL49 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal.
      • BL50 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit.
      • BL51 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken.
      • BL52 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen.
      • BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN




        De student 
             1. past een aantal communicatie- en gespreksstrategieën actief toe: 
                          - verbale & non-verbale communicatie;                  
                          - actief luisteren en noteren; 
                          - lezen van vakliteratuur, schematiseren & samenvatten; 
                          - noteren & verslaggeving (labschrift & labverslag)
                          - academisch & wetenschappelijk taalgebruik; 
                          - zakelijk communiceren & definiëren;
                          - argumentatie- en overtuigingsmiddelen;
                          - assertieve vaardigheden.  
              2.       woont een vergadering bij in de verschillende vergaderrollen;       
              3.       stelt een agenda voor een vergadering op en maakt een verslag; 
              4.       werkt in een projectgroep samen (teamplayer); 
              5.       geeft een mondelinge presentatie & benatwoordt vragen. 

        De student :
              1.   rapporteert in een behoorlijk Algemeen Nederlands  met aandacht voor schrijfvaardigheden
                    op niveau van spelling, woord, zin en tekst;
              2.   maakt een correcte en gestructureerde samenvatting  van een wetenschappelijke tekst; 
              3.  schrijft een duidelijk (en eenduidig), correct en goed beargumenteerd verslag/rapport
                    met aandacht voor de wetenschappelijke taal, stijl en structuur.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
        geen

        Andere begincompetenties
        Algemeen Nederlands + basiskennis van grammaticale terminologie
        LEERINHOUDEN

        Professionele, communicatieve vaardigheden: 
        De student oefent vaardigheden ivm verbale en non-verbale communicatie, gesprekstechnieken, vergaderen, presenteren en rapporteren (schrijfvaardigheden).
         
        Communicatie- en gesprekstechnieken :
                Communicatiemodel:
                  verbaal & non-verbaal gedrag,
                  zakelijke communicatie.
                  actief luisteren & notities nemen,
                  lezen van vakliteratuur, schematiseren & samenvatten,
                  noteren & verslaggeving (labschrift & labverslag)
                  academisch & wetenschappelijk taalgebruik
                  zakelijk communiceren & definiëren,
                  argumenteren & overtuigen.         
        Vergadertechnieken:
                sleutelmomenten voor, tijdens en na een vergadering,
                vaardigheden inzake groepsdynamiek, interactie, rollen,
                agenda, notulen en verslagen.
        Presentatietechnieken:
                Hoe bereid ik een presentatie voor?
                Hoe voer ik een presentatie uit?
                Hoe behaal ik resultaat met mijn presentatie?
        Schrijfstrategieën:
                Hoe schrijf ik correct op letterniveau (spelling)?
                Hoe schrijf ik correct op woordniveau?
                Hoe schrijf ik correct op tekstniveau?
                Hoe schrijf ik een correcte wetenschappelijke samenvatting?
                Hoe schrijf ik een correct (labo)verslag, rapport,...?
        POP:    
        Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang en evolutie in verworven competenties aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.

        STUDIEMATERIAAL
        Communicatieve vaardigheden: cursus van de lector + eigen aanvullingen en notities + oefenmateriaal op e-campus/bib

        POP:
        1.  "Het algemene CGO-boek”
        2.  map met invulbladen


        WERKVORMEN
        Soort werkvorm    
        hoor- en werkcolleges:

         100

        %
        practicum en oefeningen:

          

        %

        vormen van groepsleren:

          

        %
        Verdere toelichting:

        Werkcollege: theoretisch referentiekader dat onmiddellijk in de praktijk wordt omgezet aan de hand van voorbeelden, oefeningen, simulaties, rollenspelen en zelfstandig werk. Uiteindelijk worden alle communicatieve vaardigheden uit de cursus toegepast in de projecten.

        POP: het pop bijhouden is volledig de verantwoordelijkheid van de student



        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        totaal cijfer examen100%

        Communicatieve vaardigheden:
        Permanente evaluatie voor de werkcolleges: aanwezigheid is verplicht wegens de interactieve oefeningen.

        Puntenverdeling

        • permanente evaluatie (werkcollege met oefeningen - periode 1&2);
        • mondelinge taalvaardigheid (presentatie tijdens contacturen) 
        • schriftelijke taalvaardigheden (taaltest tijdens contacturen) 

        Evaluatie door tutor/VUP tijdens de projectweken van vergaderen, presenteren, rapporteren
        Evaluatie van laboverslag tijdens lesweken.

        Een groot tekort op de taalvaardigheidstest resulteert in een tekort op het eindresultaat. 

        Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:

        ·         afwezigheid

        ·         niet uitvoeren van de opgelegde taken

        ·         niet afgeven van de gevraagde opdrachten

        ·         niet verwerven van de vooropgestelde competenties

         

        Bij gewettigde afwezigheid voor  een werkcollege  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
        Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.



        POP: POP wordt in het eerste jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid. Indien het POP onvolledig is, leidt dit tot een negatieve evaluatie van het opleidingsonderdeel.


        tijd voor examinering
        uren

         

        Tweede examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        totaal cijfer examen100%

        Communicatieve vaardigheden:
        • mondelinge taalvaardigheidstest (onderwerp te bespreken met lector);
        • schriftelijke taalvaardigheidstest;
        • individueel verslag/rapport (onderwerp te bespreken met lector).
        • Een groot tekort op de taalvaardigheidstest resulteert in een tekort op het eindresultaat.  
           
        • POP: POP wordt in het eerste jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid, Indien het POP onvolledig is kan dit leiden tot een negatieve evaluatie van het opleidingsonderdeel.
         
        Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 14/11/2012
        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Bio-organische chemie
          
        O.O. heeft componenten:Neen
        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
        Code:4180100074
        Academiejaar:2012-2013
        Type:kern,
        Niveau:inleidend
        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
        Contacturen:34
        Aantal studiepunten:4
        Totaal studietijd:104
        Examencontract:mogelijk
        Deliberatie:mogelijk
        Vrijstelling:mogelijk
        Onderwijstaal:
        Lector(en)Caroline Meyers

         

        KORTE OMSCHRIJVING

        Bijna alle verbindingen die in biologische processen een rol spelen, zijn voor een aanzienlijk deel uit koolstof opgebouwd. Bio-organische chemie wil de brug slagen tussen organische chemie en biochemie. De veranderingen die koolstofverbindingen ondergaan in de levende cel zijn in wezen dezelfde als de reacties uitgevoerd in een laboratorium.  Biologische verbindingen zijn weliswaar groter en complexer van structuur dan de meeste organische verbindingen, maar het gedeelte dat tijdens een biologisch proces de werkelijk chemische veranderingen ondergaat is slechts beperkt en op zich niet ingewikkelder van structuur dan de meeste kleine organische moleculen.
         
        Deze lessenreeks handelt over de belangrijke onderdelen van verschillende bio-organische moleculen.
        Verder wordt het reactiepatroon van een organische verbinding onder de loep genomen. Dit is onder te brengen in een aantal algemeen geldende basisprincipes.  Wanneer er eenmaal voldoende kennis van deze basisprincipes is verworven kunnen deze gebruikt worden om biochemische reacties te bekijken.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
        • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
        Beroepsspecifieke competenties

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student onderscheidt de verschillende klassen van verbindingen.
          • De student interpreteert de verschillende voorstellingswijzen van een molecuul.
          • De student geeft organische moleculen een naam.
          • De student herkent de verschillende functionele groepen in de naamgeving.
          • De student herkent de belangrijkste biomoleculen.
          • De student heeft een uitgebreide kennis van aminozuren: hun structuur, de klassificatie en het zuurbasegedrag.
          • De student kent de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische moleculen bepalen: isomerie, inductief en mesomeer effect, aromaticiteit.
          • De student kent de belangrijkste soorten organische reacties.
          • De student interpreteert de verschillende factoren die het zuur/base gedrag bepalen in geneesmiddelen
          • De student werkt door deelname aan het oplossen van klassikaal uitgedeelde opdrachten aan de ontwikkeling van volgende competenties:
            • ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid
            • beheer van het leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          geen

          Andere begincompetenties
          geen
          LEERINHOUDEN
          • De verschillende klassen van verbindingen:
                        *Alifatische moleculen
                        *Cyclische moleculen
                        *Heterocyclische moleculen
                        *Aromatische moleculen
                        *Congeneren
          • De verschillende manieren om een molecuul voor te stellen
                        *Fisherprojectie
                        *Wedge projectie
                        *Skeletstructuur
          • Basisbegrippen van de naamgeving van organische moleculen
          • De belangrijkste biomoleculen (met enkele concrete voorbeelden die aan bod zullen komen in andere opleidingsonderdelen):
                        *Suikers
                        *Eiwitten
                        *Lipiden en lipoproteïnen
                        *Nucleïnezuren
          • Aminozuren
                        * klassificatie van aminozuren
                        *structuur van de 20 belangrijkste aminozuren
                        *zuurbase gedrag van de aminozuren
                        *isoelektrisch punt
                        *zwitterion
          • Belangrijke factoren die eigenschappen van organische moleculen bepalen:
                        *isomerie (structuur-, plaats-, geometrische en optische isomeren)
                        *naamvorming geometrische en optische isomeren (cis/trans, R/S)
                        *polariteit van een organische binding
          • Belangrijke factoren die eigenschappen van organische moleculen bepalen:
                         *elektronenaffiniteit
                         *aromaticiteit
                         *inductief/mesomeer effect
                         *invloed op zuurbasegedrag
          • De organische reacties van de verschillende functionele groepen van oa eiwitten
          • Begrijpen van een reactie:
                          *reactiecoordinaat
                          *energieverloop
                          *gerichtheid van botsingen
          • Zuren en basen in de organische chemie
              
             

          STUDIEMATERIAAL

          Noordzakelijk studiemateriaal:
          • cursus I. Gutschoven ‘Inleiding in de bio-organische chemie’-Plantijn Hogeschool
          • cursus I. Gutschoven ‘Bio-organische chemie’ -Plantijn Hogeschool
          • E-campus voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps
            Aminozuren: http://www.biology.arizona.edu/biochemistry/problem_sets/aa/aa.html

           
          Aanbevolen studiemateriaal:
          • ‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
          • 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
          • ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
            Materiaal aanwezig in de bibliotheek

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           100

          %
          practicum en oefeningen:

            

          %

          vormen van groepsleren:

            

          %
          Verdere toelichting:

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%


          Schriftelijk toetsing:  kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen . Multiple choice vragen worden gequoteerd met puntenaftrek.

          tijd voor examinering
          uren

          4 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Integratief examen100%


          Schriftelijk toetsing: kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen . Multiple choice vragen worden gequoteerd met puntenaftrek
           
          Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
          Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Biochemie 1
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
          Code:4180100076
          Academiejaar:2012-2013
          Type:kern,
          Niveau:inleidend
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
          Contacturen:30
          Aantal studiepunten:3
          Totaal studietijd:78
          Examencontract:mogelijk
          Deliberatie:mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:
          Lector(en)Goele Caethoven
          Marjan Van Cleemput

           

          KORTE OMSCHRIJVING


          Cellen specialiseren zich voor hun verschillende functies en een groep van cellen met een gelijke vorm en functie noemt men een weefsel. Deze weefsels komen niet als afzonderlijke eenheden voor, maar zijn in verschillende verhoudingen met elkaar vermengd tot grotere functionele eenheden, namelijk de organen, die op hun beurt onderdelen zijn van orgaanstelsels.  Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels. In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken.
          Voedsel dient hoofdzakelijk als bouw- en brandstof en bestaat uit grote biomoleculen. De mechanische verkleining van het voedsel, door het te kauwen, is lang niet voldoende. De spijsverteringsorganen, die samen het  spijsverteringsstelsel vormen, bewerken het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. Alleen zo kunnen ze opgenomen worden in het lichaam. Deze biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die  op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Enzymen zijn eiwitten die reacties laten verlopen door verlaging van de activeringsenergie zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
          Het endocrien stelsel is naast het zenuwstelsel het belangrijkste controlesysteem in het lichaam. Dit gebeurt via stoffen in het bloed: de hormonen. Deze worden in klieren met interne secretie geproduceerd. De endocriene klieren zijn zeer kleine orgaantjes die verspreid liggen in het lichaam. Behalve in klieren wordt een grote groep hormonen in bepaalde weefsels aangemaakt, de weefselhormonen. Hiernaast zijn er ook nog neurotransmitters.

          Biochemie is de wetenschappelijke discipline die probeert het fenomeen ‘leven’ te verklaren op moleculair vlak. Men maakt er gebruik van de methodieken en de terminologie van de scheikunde op verschillende aspecten van cellen en levende organismen te beschrijven en te begrijpen.
          In deze cursus zullen we een stuk van de biochemische basis bekijken die nodig is voor het begrijpen van andere biochemische en biotechnologische disciplines. We beginnen met het bespreken van een aantal belangrijke soorten biomoleculen. 
          Ten eerste bespreken we de eiwitten, polymeren die zijn opgebouwd uit twintig verschillende soorten aminozuren en betrokken zijn bij ongeveer alles wat in levende materie gebeurt. Het unieke verband tussen hun structuur en functie wordt ingeoefend en gekoppeld aan een aantal analyses in de praktijk.
          Een tweede belangrijke groep zijn de enzymen, een aparte klasse van de eiwitten. Enzymen zijn krachtige, reactiespecifieke en regelbare katalysatoren die absoluut noodzakelijk zijn om de reacties van het metabolisme met de gewenste snelheid te laten verlopen. In de actuele biotechnologie zal men specifieke zuivere enzymen in celvrije systemen gebruiken om reacties naar wens te katalyseren. Maar ook in de industrie, voeding en de geneeskunde is kennis en gebruik van enzymen niet meer weg te denken.  Voorbeelden uit de actualiteit en praktijk zullen dit hoofdstuk ondersteunen.
          Ten laatste worden de hormonen als biochemische boodschappers besproken. Een eerder diverse groep van biomoleculen, die het overbrengen van indirecte signalen in een meercellig organisme als gemeenschappelijk kenmerk hebben. Meer inzicht in deze moleculen en hun werking opent een heel andere kijk op het ‘fenomeen’ leven en hoe bepaalde processen simultaan verlopen zonder elkaar te storen.    


          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
          • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
          • BL03 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen.
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
          • BL68 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid.
          Beroepsspecifieke competenties

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN



            ·         Heeft inzicht in de indeling van de verschillende weefsels en orgaanstelsels.
            ·         Beschikt over de vereiste kennis van de kenmerken van de verschillende stelsels.
            ·         Kent de ligging, bouw, functie en samenhang van de verschillende spijsverteringsorganen.
            ·         Heeft inzcht in de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten.
            ·         Beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw, funcite en samenhang van de verschillende endocriene klieren.
            ·         Heeft inzicht in de werking van een hormoon.
            ·         Beschikt over de vereiste kennis om het verband te leggen tussen het endocrien stelsel en de andere stelsels.


            ·          herkent de bouwstenen waaruit eiwitten zijn opgebouwd
            ·          tekent de algemene structuur van een aminozuur correct
            ·          omschrijft de belangrijkste eigenschappen van deze bouwstenen
            ·          kent het verschil tussen ruimtelijke en chemische opbouw van eiwitten
            ·          begrijpt de verschillende niveau's in een eiwitstructuur en geeft de belangrijkste interacties/bindingen die bijdragen tot de opbouw dan een niveau
            ·          kent de hoofdeigenschappen van eiwitten
            ·          omschrijft het verband tussen structuur en functie van eiwitten
            ·          interpreteert resultaten uit de experimenten ovalbuminebepaling / hydroxiprolinebepaling correct  
            ·          kan het belang van elke stap van de praktische proef rond ovalbumine en hydroxyproling en de bepalingen toelichten 
            ·          kan het belang van de technieken (uitzouten, spectrometrie, zuurtegraad) verklaren
            ·          past de begrippen extinctiecoëfficiënt, specifieke extinctie, molmassa en verdunningsfactoren correct  toe in de berekeningen
            ·          past de eerder opgedane kennis waaronder werken met verdunningsfactoren, opstellen van een ijklijn en lineaire regressie, toe.
            ·          interpreteert de resultaten van zijn experiment en verklaart hoe deze informatie geven over de structuur van het eiwit/de kwaliteit van vlees
            ·          ervaart via oefeningen tal van structurele eigenschappen van eiwitten en kan deze benoemen. De eerste kennismaking moet vooral toegespitst zijn op de ruimtelijke opvouwing en de opbouw van deze biomoleculen.
            ·          heeft inzicht in de geweldige variatie aan functies van eiwitten.
            ·          benoemt de belangrijkste eigenschappen en karakteristieken van enzymen
            ·          weet waaruit enzymen opgebouwd zijn en legt dit uit
            ·          kent de functies, indeling, gelijkenis en verschillen van de verschillende cofactoren
            ·          licht de verschillende factoren die bijdragen tot de structuur en werking van een enzym toe en
            ·          weet en omschrijft hoe verschillende factoren de enzymwerking beïnvloeden
            ·          benoemt het voorkomen, de isolatie en de bewaring van enzymen
            ·          legt uit wat kwaliteit en activiteitsverlies is
            ·          kent het begrip iso-enzymen en kan het belang van deze enzymen in de diagnostiek toelichten
            ·          geeft de indeling van de enzymen
            ·          is op de hoogte van enkele toepassingen van enzymen
            ·          voert een enzymatische concentratiebepaling van voedingsstoffen correct uit
            ·          berekent adhv zijn resultaten de concentratie van enkele voedingsstoffen
            ·          controleert of zijn berekeningen correct zijn
            ·          verzamelt gegevens en informatie uit een bijsluiter van een enzymatische kit en kan deze correct interpreteren
            ·          licht de verschillende stappen in het pipetteerschema toe, met behulp van de enzymatische reacties gegeven in de bijsluiter
            ·          legt juiste verbanden tussen concentratiebepaling en de gegevens op het etiket van de voedingsstoffen
            ·          benoemt de eigenschappen, gelijkenissen en verschillen van de 3 grote communicatiesystemen in ons lichaam
            ·          omschrijft wat hormonen zijn
            ·          geeft de naam van de twee systemen die de aanmaak/synthese van hormonen controleren
            ·          deelt de hormonen in op basis van hun chemische structuur
            ·          geeft het werkingsmechanisme van hormonen die werkzaam zijn via een second messenger adhv het hormoon glucagon
            ·          omschrijft de belangrijkste eigenschappen, voor-en/of nadelen van de second messenger  zoals cAMP
            ·          kent nog enkele andere systemen die weken via een second messenger en benoemt deze
            ·          geeft het algemene schema van het werkingsmechanisme van hormonen die reageren met een cytosolische of nucleaire receptor
            ·          omschrijft van wat anabole steroïden zijn
            ·          is op de hoogte van enkele toepassingen en gevolgen van het gebruik van anabole steroïden
            ·          omschrijft het principe van deze bepalingen en kent de diagnostische en praktische verschillen tussen de verschillende methoden
            ·          interpreteert de verschillende stappen in een bijsluiter correct en legt uit hoe deze kunnen bijdragen tot een juist/fout resultaat
            ·          interpreteert stelt het verband op tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen facet en/of de waarden op het etiket
            ·          maakt correcte berekeningen met zijn resultaten
            ·          betrekt gegevens van in duplo experimenten, positieve en negatieve controles correct in het bespreken van de resultaten
            ·          beoordeelt zijn resultaten correct adhv de gegevens in de bijsluiter en stelt een diagnose
             


            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN


            1.       Een anatomisch overzicht: cellen, weefsels, organen en orgaanstelsels
            2.       Het spijsverteringsstelsel
            3.       Het endocrien stelsel
             
            1. Eiwitten - theorie - oefeningen uit de praktijk
            2. Enzymen - theorie - werken met enzymkits - oefeningen
            3.Hormonen - theorie

            STUDIEMATERIAAL



            Noodzakelijke leermiddelen
            Anatomie en fysiologie, een inleiding. Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew. Pearson education, 5de editie, ISBN 9789043024327.

            Cursus Biochemie 1 - G. Caethoven - Plantijn Hogeschool

            Extra leermiddelen:
            ·         Hand-outs van de slides horend bij de lessen zijn steeds te raadplegen via de elektronische leeromgeving.
            ·         Anatomische modellen zijn te vinden in de bibliotheek.
            ·         Verschillende educatieve CD-roms over anatomie en fysiologie van de mens zijn te vinden in de bibliotheek.
            ·         Coëlho Zakwoordenboek van de geneeskunde, A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten (2012). 30ste editie, Elsevier Gezondheidszorg. ISBN 9789035233218.
            • Oefeningen en praktijkvoorbeelden zijn beschikbaar via e-campus en/of praktijkschrift Biochemie 1 - G. Caethoven - Plantijn Hogeschool


            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             100

            %
            practicum en oefeningen:

              

            %

            vormen van groepsleren:

              

            %
            Verdere toelichting:

            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%


            de schriftelijke integratieve toets tijdens de examenweek. Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen. Deze toets omvat zowel vragen uit de hoorcolleges als de werkcolleges

            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            de integratieve toets wordt hernomen
             
            INFORMATIE OVER DE FACETTEN

            WEGING
            Facet    Weging
            Anatomie en fysiologie 1    34%
            Biochemie 1    66%
             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Biologie
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100078
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
            Contacturen:24
            Aantal studiepunten:4
            Totaal studietijd:104
            Examencontract:mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Roald Santens
            Els Van Eyken


            beschrijving nog niet beschikbaar
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 1
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100079
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
            Contacturen:88
            Aantal studiepunten:8
            Totaal studietijd:208
            Examencontract:mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Ingrid Van den Bossche
            Martine Vanacker

             

            KORTE OMSCHRIJVING
            Dit OO bestaat uit de facetten Chemie1 en Basispakket Fysica.

            Basispakket fysica behandelt eerst de  verschillende aggregatietoestanden waarin een stof zich kan voordoen en hun overgangen. Daarna bespreken we de specifieke eigenschappen van vloeistoffen en gassen en hun toepassingen. Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen in cellen gebeurt dankzij de fysische verschijnselen diffusie en osmose. In de urine van patiënten met een blaasonsteking zitten o.a. witte bloedcellen, bacteriën, epitheelcellen,… Als men deze urine centrifugeert, dan worden de deeltjes met de grootste dichtheid het meeste naar buiten geslingerd. Om deeltjes met een verschillende dichtheid van elkaar te  te scheiden gebruikt men een centrifuge. Hoe werkt zo’n centrifuge? Waar moet men op letten? Wat zijn de veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van een centrifuge?

            In Chemie 1 worden de absolute basisbegrippen uit de chemie aangeleerd. Nadruk ligt op het verhaal van atoom tot molecule.
            Verdunningsvraagstukken worden aangewend om de studenten te laten oefenen op het correct gebruiken van en rekenen met eenheden en concentratie termen. Adhv enkele uitgewerkte voorbeelden maken de studenten kennis met eenvoudige stoëchiometrische berekeningen.
            Het chemisch evenwicht en reactiekinetiek worden uitgewerkt in verschillende voorbeelden: redoxreacties, zuren en basen, buffers, oplosbaarheid, ...
            De student leert ook veilig te werken in een chemisch lab. 
             



            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
            • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
            • BL18 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
            • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
            • BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
            • BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
            • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
            Beroepsspecifieke competenties
            • BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
             

            De student:


            Chemie1

            • Geeft een IUPAC (en triviale) benaming aan chemische verbindingen en leidt de chemische formule af uit de IUPAC (triviale) benaming.

            • :Klasseert anorganische en organische stoffen volgens hun verbindingsklasse.

            • Geeft de samenstelling van een atoom
              •   Kent de kwantumgetallen aan de electronen toe in een atoom
              • Beschrijft de electronenconfiguratie door het aufbau pricipe toe te passen
              • Maakt het onderscheid tussen atomen , ionen en isotopen
            • Geeft een aantal trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom weer
              • Schat de relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde in
            • Linkt de eigenschappen van een element aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • Legt het verschil uit tussen een ionaire en covalente binding.
            • Stelt de Lewisstructuur op voor een molecule steunend op het streven naar octetstructuur.
            • Leidt de ruimtelijke structuur af gebaseerd op de VSEPR theorie .
            • Leidt de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule af door gebruik te maken van de ruimtelijke structuur
            • Legt het verschil uit tussen intra- en intermoleculaire interacties
            • Beschrijft met welke risicofactoren je in een laboratorium rekening moet houden.

            • Legt uit welke beheersmaatregelen mogelijk zijn om je gezondheid te beschermen.

            • Geeft aan wat voor typen gevaarlijke stoffen bestaan en voorbeelden daarvan noemen.

            • Herkent en benoemt gevaarsymbolen.

            • Legt uit welke informatie MAC-waarden geven.

            • Geeft aan welke voorzorgsmaatregelen er genomen moeten worden bij transport en gebruik van verschillende typen gevaarlijke stoffen.

            • Legt uit welke informatie op het etiket van een gevaarlijke stof staat en hoe je aan een etiket kan zien welke gezondheidsrisico’s je loopt.

            • Geeft aan welke maatregelen er genomen moeten worden om brand en explosie in een lab te voorkomen.

            • Legt uit hoe verschillende soorten brand kunnen ontstaan en hoe deze moeten bestreden worden.

            • Informeert zich over de risico’s die zich bij een experiment kunnen voordoen.

            • Leest de relevante informatie af van een chemiekaart.

            • Geeft aan wanneer welke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden.

            • Toont inzicht in de problematiek van gezondheid, veiligheid en milieu in de chemie.

            • Illustreert de risicobeoordeling volgens de methode van KINNEY met eenvoudige voorbeelden en past deze risico-analyse toe voor de labo’s.

            • Gebruikt eenheden correct en rekent  met deze eenheden

            • Voert concentratieberekeningen uit

            • Voert eenvoudige stoechiometrische berekeningen uit

            • Berekent oplossingen en verdunningen  

            • Kent het begrip reactiesnelheid
            • Kent het begrip evenwichtsconstante van een evenwichtsreactie
            • Kent het principe van Le Châtelier
            • Kent de begrippen aciditeits-, basiciteits-, en ionisatieconstante
            • Kent het begrip pH
            • Kent het principe van een buffer
            • Kent de begrippen oxidatie, reductie en redoxpotentiaal
            • Kent de wet van Nernst
            • Kent het begrip oplosbaarheid
            • Past het begrip "dynamisch chemisch evenwicht" toe
            • Bepaalt de evenwichtsconcentraties aan de hand van de evenwichtsconstante van een bepaalde evenwichtsreactie
            • Herkent  zuur/basereacties
            • Leidt ,gebruik makend van de aciditeitsconstante, basiciteitsconstante en de ionisatieconstante van water, de sterkte van de zuren en basen af
            • Berekent de pH van een oplossing
            • Maakt een bufferoplossing 
            • Schrijft redoxreacties met zijn deelreacties uit, gebruik makend van de begrippen : oxidatie, reductie, aantal uitgewisselde elektronen, atomenbalans, ladingbalans
            • Past de spanningsreeks toe
            • Berekent oplosbaarheid van een stof 
            • Basispakket fysica

            • kan een toestandsdiagramma interpreteren
            • past de ideale gaswet toe
            • weet :
              hoe een koelkast werkt
              wat metastabiele toestanden zijn
              hoe deze te vermijden zijn
              hoe een gas zich gedraagt i.f.v. druk en temperatuur
              wanneer de ideale gaswet mag toegepast worden
              dat een oplossing een lagere dampspanning, een hoger kookpunt en een lager smeltpunt heeft dan de zuivere vloeistof
              waardoor de grootte van die veranderingen bepaald wordt
              wanneer een oplossing verzadigd is
              wat oppervlaktespanning is
              welke factoren de grootte van de kracht ten gevolge van oppervlaktespanning bepalen
            • kent :
              capillaire opstijging en neerdrukking
              de werking van detergenten
              de verschillende types vloeigedrag bij vloeistoffen
            • maakt vraagstukjes op capillaire werking
            • berekent de kracht t.g.v. oppervlaktespanning
            • bepaalt de krachten op een vallende bol (met wet van Stokes)
            • past de wet van behoud van massa bij stromende vloeistoffen toe
            • berekent de overgang van laminaire naar turbulente stroming
            • past de wet van Bermouilli toe
            • past de fysische verschijnselen diffusie en osmose toe op de cel (zie biologie en anatomie)
            • weet wat er gebeurt met een bloedcel bij inspuiting van een iso-, hyper, en hypotonische oplossing
            • verstaat de werking van een centrifuge
            • plaatst op een juiste wijze stalen in een centrifuge
            • neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij het werken met een centrifuge


            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN
              Chemie1
            • Anorganische stoffen klasseren volgens hun verbindingsklasse.
            • Een IUPAC (en triviale) benaming aan chemische verbindingen geven en de chemische formule afleiden uit de IUPAC (triviale) benaming .
            • De samenstelling van een atoom.
            • Eigenschappen van een element linken aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • Verschil  tussen intra- en intermoleculaire interacties.
            • de fysische eigenschappen (aggregatietoestand, dampspanning, kookpunt, smeltpunt, oplosbaarheid, viscositeit,….) van een stof theoretisch toelichten/verklaren.
            • zuren, basen, oxides en zouten en hun naamgeving.
            • Samenstelling van een atoom.
            • Kwantumgetallen van de electronen in een atoom.
            • electronenconfiguratie/aufbau pricipe
            • Het onderscheid tussen atomen , ionen en isotopen
            • Trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom : relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde.
            • eigenschappen van een element gelinkt aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • chemische intramoleculaire bindingstypes.
            • chemische intermoleculaire interacties.
            • Het verschil tussen ionaire en covalente verbinding
            • De lewisstructuur  voor een molecule.
            • De ruimtelijke structuur van een molecule.
            • Gebruik makend van de ruimtelijke structuur; de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule afleiden
            • De student ziet het verschil in tussen intra- en intermoleculaire interacties
            • Het laboratoriumreglement en de gedragregels die erbij horen
            • de belangrijkste veiligheidsvoorzieningen.
            • Hoe moet je een laboratoriumexperiment voorbereiden,
            • welke gegevens moet je opzoeken om geïnformeerd te zijn over de risico’s die zich bij het uitvoeren van een experiment kunnen voordoen,
            • welke preventieve maatregelen zijn nodig.
            • Hoe  voer je verantwoord laboratoriumafval af ?
            • Energetische aspecten van een chemische reactie
            • Reactiesnelheid
            • Chemisch evenwicht
            • Zuur-base evenwichten
            • pH-berekeningen
            • Buffers
            • Toepassingen zuur-base evenwichten (zuur-base titraties)
            • Redoxevenwichten
            • Toepassingen redoxevenwichten (redoxtitraties)
            • Oplosbaarheid

            Basispakket fysica

            • de verschillende aggregatietoestanden + overgangen, toestandsdiagram, metastabiele toestanden, latente warmte, werking van een koelkast
            • isothermen van reële gassen, wanneer is een gas een ideaal gas, ideale gaswet
            • dampspanningsverlaging boven een oplossing, kookpuntsverhoging en vriespuntsverlaging bij oplossingen
            • oplosbaarheid van een vaste stof in een vloeistof, verzadigde en onverzadigde oplossingen, oplosbaarheid van een gas in een vloeistof
            • oppervlaktespanning, contacthoek, capillariteit, capillaire druk, werking van detergenten wrijving in vloeistoffen, wrijving op een bol met de wet van Stokes, verschillende types vloeigedrag, wet behoud van massa bij stromende vloeistof, wet van Bermouilli, toepassingen
            • diffusie en osmose: iso-, hyper, en hypotonische oplossingen; plasmolyse, hemolyse, weten waarom fysiologisch water gebruiken bij medische testen, ORS, enkele oefeningen
            • beweging (translatie en rotatie), kenmerken van een kracht, translatiebeweging als gevolg van een kracht
            • moment van een kracht, krachten bij een cirkelvormige beweging
            • veilig werken met een centrifuge (krachten bij cirkelvormige beweging, plaatsen van stalen in een centrifuge, temperatuurstijging bij langdurig centrifugeren…)




            STUDIEMATERIAAL
            • cursus “chemische basisbegrippen” – Christel Pelgrims
            • Powerpointpresentaties (te vinden op e-campus
            • e-learning  departement LV- zelfstudieoefeningen 'basiskennis chemie' (e-campus)
            • Periodiek systeem der elementen
            • Chemiekaarten en MSDS-fiches. Gegevens voor veilig werken met chemicaliën.
            • Boek : 'Arbeidsomstandigheden en veiligheid in het laboratorium', VAPRO  (schoolbibliotheek) met inzichts- en toepassingsvragen alsook casusvragen en de antwoorden.
            • VCA-cursus op intern netwerk van de school met  elektronische oefenpakket. 
            • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool
            • Bezoek aan het veiligheidsinstituut.
            • nota's 'Fysica basispakket 1'-Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool 
            • lespresentaties, oefeningen weblinks; …in de EDU-map op e-campus


            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             100

            %
            practicum en oefeningen:

              

            %

            vormen van groepsleren:

              

            %
            Verdere toelichting:
            Hoorcolleges met oefeningen en theorie
                


            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            Schriftelijke integratieve toets
            met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen over het gehele opleidingsonderdeel

            Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
            Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
               - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges, oefeningenlessen en het veiligheidsinstituut.
               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties




            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            Schriftelijke integratieve toets
            met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen over het gehele opleidingsonderdeel

            Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
            Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
               - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges, oefeningenlessen en het veiligheidsinstituut.
               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Hematologie 1
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100083
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
            Contacturen:56
            Aantal studiepunten:5
            Totaal studietijd:130
            Examencontract:mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Marjan Van Cleemput
            Brigitte Van de Velde

             

            KORTE OMSCHRIJVING

            Voor het facet ' Hematologie'
            Hematologie is de leer van het bloed en bestaat uit cytologie of de leer van de cellen; immuunhematologie waar o.a. de bloedgroepbepalingen aan bod komen en hemostase waar de bloedplaatjes deel uitmaken van de primaire stolling.
            Voor het facet 'Anatomie en fysiologie 1'
            De dubbele gesloten bloedsomloop van de mens vormt een stelsel dat enerzijds zorg draagt voor de circulatie van lichaamsvloeistoffen: bloed, lymfe en weefselvocht, en anderzijds instaat voor de vorming van urine. Deze circulatie zorgt voor een inwendig evenwicht in ons organisme. Het hart is de pomp en de bloedvaten de transportleidingen van het bloed. Het weefselvocht zorgt voor de uitwisseling van stoffen tussen bloedvaten en cellen. Het lymfevatenstelsel dat uit lymfevaten en lymfeorganen bestaat, zorgt voor afvoer van lymfe, bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen en zowel voor de reserve als de afbraak van rode bloedcellen. De nieren tenslotte zuiveren het bloed van schadelijke stoffen en resorberen water, mineralen en nuttige stoffen. Het lumbaal vocht vormt een beschermende barrière en wordt gevormd vanuit het bloedvatenstelsel
            Elke cel moet over voldoende energie beschikken om vele functies te kunnen vervullen. Voor het vrijmaken van de energie moeten de cellen niet alleen over brandstof beschikken maar ook over zuurstof. De ademhalingsorganen halen de zuurstof uit de ingeademde lucht en vervoeren ze naar het bloed. Ademhaling is dus een proces van  opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide.

            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • BL01 Zoekt opheldering door het stellen van vragen.
            • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
            • BL04 Gaat constructief om met kritiek.
            • BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
            • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
            • BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
            • BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
            • BL22 Communiceert respectvol met collega's/begeleiders/leidinggevenden.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
            • BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
            • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
            • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
            • BL53 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de ISO14001 werkinstructies
            Beroepsspecifieke competenties
            • BL59 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen.

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

            Voor het facet 'Hematologie'

            kent de onderverdeling van hematologie

            kent de samenstelling en de functie van het bloed

            kent de basisbegrippen van de hematologie (bezinkingssnelheid, hematocriet,....)

            kent de hematopoiese en  erythropoiesis (weet hoe de bloedcellen uitrijpen, ontwikkeling, groeifactoren, regeling aanmaak)

            kent de opbouw en de eigenschappen van het membraan van de rbc

            herkent en kent de abnormale rbc

            heeft inzicht in het energiemetabolisme van de rbc

            kent de aanmaak en functie van hemoglobine; hemoglobinopathiën; hemoglobineliganden

            kent de zuurstof - saturatiecurve met zijn beïnvloedende factoren

            heeft inzicht in het ijzermetabolisme

            kent de verschillende anemiën en heeft inzicht in hun indeling

            kent de afbraak van de rbc en de osmotische resistentie

            kent het ABO en Rhesussysteem

            kent de bloedafname, bloedafnamebuisjes en hun anticoagulantia

            Voor het facet 'Anatomie en fysiologie 1'

            kent de ligging, bouw en functie van de bloedsomloop bij de mens

            kent de ligging, bouw en functie van het lymfevatenstelsel 

            kent de ligging, bouw en functie van het urinestelsel

            kent de bouw van het zenuwstelsel

            kent de aanmaak en de functie van lumbaal vocht

            beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van het ademhalingsstelsel bij de mens

            heeft inzicht in de gasuitwisseling en de regeling van de ademhaling

            heeft inzicht in de ademhalingsbewegingen

            heeft inzicht in het verband tussen het ademhalingsstelsel en de andere stelsels


            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN
            Voor het facet ‘Hematologie’

            De hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noemen dit deel van de hematologie de cytologie.

            Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten

            De immuunhematologie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de     bloedcellen aanwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers

            In het cytologisch gedeelte wordt aandacht geschonken aan het ‘ontstaan’ van de bloedcellen uitgaande van de stamcel, ook wel de hematopoiese genaamd

            Er wordt vervolgens dieper ingegaan op de rode bloedcel in de erytropoiese met o.a. rol van EPO, reticulocyten, enz….

            Aanmaak en functie van hemoglobine wordt besproken

            Ook enkele biochem. parameters, die een rol spelen in de erytropoiese, worden kort toegelicht

            In de myelopoiese zullen hoofdzakelijk granulocyten besproken worden

            In de immuunhematologie wordt het ABO- en Rhesussysteem besproken

            In werkcolleges zal de aandacht gaan naar volgende punten:
            - Bloedafname
            - Bloedafnamebuisjes en de verschillende anticoagulantia die in de praktijk gebruikt worden in de bloedafnamebuisjes
            - Referentiewaarden
            - Verwerken van labo-aanvragen en pre-analytische fase-analytische fase met enkele ethische aspecten

             Rode bloedcelindexen – hematocriet – sedimentatie
            - Eenvoudige berekeningen in de hematologie (bv. absolute tellingen…)
            - Morfologie oefeningen op bloedgroepinterpretaties en bloedgroepencompatibiliteit

            Voor het facet ‘Anatomie en fysiologie 1’

            Het cardiovasculair stelsel: hart en bloedvaten

            Het ademhalingsstelsel

            Het endocrien stelsel


            STUDIEMATERIAAL

            Voor het facet ‘Hematologie’

            ·         Cursus R.Flies en P.Winnen

            ·         PPT

            ·         Internet

            ·         CD-Rom

            ·         Atlas hematologie

            ·         Microscopen

            ·         Labnota's

            ·         Anatomie en fysiologie, een inleiding. Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew. Pearson education, 5de editie, ISBN 9789043024327.

            Voor het facet ‘Anatomie en fysiologie1’

            Noodzakelijke leermiddelen

            Anatomie en fysiologie, een inleiding. Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew. Pearson education, 5de editie, ISBN 9789043024327.

            Extra leermiddelen:

            ·          Hand-outs van de slides horend bij de lessen zijn steeds te raadplegen via de elektronische leeromgeving.

            ·          Anatomische modellen zijn te vinden in de bibliotheek.

            ·          Verschillende educatieve CD-roms over anatomie en fysiologie van de mens zijn te vinden in de bibliotheek.

            ·          Coëlho Zakwoordenboek van de geneeskunde, A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten (2012). 30ste editie, Elsevier Gezondheidszorg. ISBN 9789035233218.




            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             100

            %
            practicum en oefeningen:

              

            %

            vormen van groepsleren:

              

            %
            Verdere toelichting:

            Hoorcolleges en werkcolleges

            Aanwezigheid in de werkcolleges is vereist.


            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. 

              Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                 - niet uitvoeren van individuele taken
                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

             

            • Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:

              ·         afwezigheid

              ·         niet uitvoeren van de opgelegde taken

              ·         niet afgeven van de gevraagde opdrachten

              ·         niet verwerven van de vooropgestelde competenties

               

            • Bij gewettigde afwezigheid voor  een werkcollege  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

             


            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. 


             
            INFORMATIE OVER DE FACETTEN

            weging van de facetten:

            • hematologie 70%
            • anatomie en fysiologie1 30%
             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Instrumentele analyse 1
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100088
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 2
            Contacturen:46
            Aantal studiepunten:5
            Totaal studietijd:130
            Examencontract:mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Kathy Reyniers
            Ingrid Van den Bossche

             

            KORTE OMSCHRIJVING

            Facet basispakket fysica 2:
            In het dagelijks leven is iedereen min of meer bekend met de gevaren bij het gebruik van elektrische stroom.  Ook in het laboratorium kunnen, bij onoordeelkundig gebruik van elektrische toestellen, ongelukken plaatsvinden. Welke voorzorgsmaatregelen zijn er nodig bij gebruik van elektrische apparatuur?
            Daar toestellen voor bio-medische metingen o.a. gebruik maken van conductometrie, potentiometrie en amperometrie moet de student ook kennis hebben van deze schakelingen en bijgevolg van de voornaamste elektrische begrippen .
             
             
            Facet  Analysemethoden: in dit  facet komen volgende onderwerpen aan bod:
            Deel 1: Absorptie van het licht: colorimetrie, spectrofotometrie, turbidimetrie en AAS.
            Deel 2: Chromatografische technieken (DLC en basis GC )
            De basisprincipes van de technieken worden theoretisch besproken. 
            De student leert de opstelling en de voornaamste eigenschappen en het interpreteren en het verwerken van de resultaten.

            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
            • BL04 Gaat constructief om met kritiek.
            • BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
            • BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
            • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
            • BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
            • BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
            • BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
            • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
            • BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
            • BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
            • BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
            • BL41 Bereidt taken systematisch voor.
            • BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
            • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
            • BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
            • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
            Beroepsspecifieke competenties
            • BL60 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen.

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

            Facet basispakket fysica 2 :
            • weet op welke wijze brand kan ontstaan in een elektrische installatie,
            • weet onder welke omstandigheden statische oplading optreedt, wat de gevolgen ervan kunnen zijn, en hoe deze eventueel te voorkomen zijn, 
            • weet wat de gevolgen op het menselijk lichaam kunnen zijn bij aanraking van een stroomdraad, van een toestel onder spanning… ,
            • neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij gebruik van elektrische apparatuur ,
            • kent de functie van een zekering,
            • kent de stroom- en spanningsverdeling bij serie- en parallelschakeling ,
            • duidt in een schakeling aan hoe men een multimeter correct moet aansluiten om een spanning of een stroom te meten,
            • legt uit hoe men een multimeter kan testen,
            • maakt eenvoudige vraagstukjes op de wet van ohm,
            • past de wet van Faraday toe,
            • kent het basisprincipe van elektroforese.

            Facet Analysemethoden:
            Deel 1:
            • bezit  basiskennis ivm de fysische eigenschappen van elektromagnetische straling, 
            • leest een blokschema van een spectrofotometer,
            • benoemt de verschillende onderdelen van een spectrofotometer en weet de voornaamste eigenschappen op te sommen,   
            • legt bij alle technieken  het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal zien,
            • benoemt de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied,
            • leert de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek, 
            • gebruikt de kleurencirkel en een extinctiecurve, en haalt er de nodige info uit.

            Deel 2:
            • beschrijft de principes en achtergronden van de chromatografie,
            • deelt de chromatografische methoden in volgens aard van de mobiele fase/aard van de interactie,
            • benoemt de eigenschappen en voordelen van een chromatografische scheiding,
            • beschrijft het principe van kolom vloeistofchromatografie en beschrijft de functie/het belang van de stationaire fase/de mobiele fase en de elutietechnieken,
            • kent het principe en de werkwijze van DLC en 2DLC, 
            • weet wat de verschillende factoren zijn die bijdragen tot een goede scheiding/resolutie in DLC en 2DLC en licht deze toe,
            • identificeert de eiwitten in een onbekend mengsel adhv het 2DLC patroon,
            • somt de toepassingen en voordelen op van DLC,
            • omschrijft het principe en het verloop van GC ,
            • benoemt de onderdelen van de gaschromatograaf en omschrijft hun functie en bijdrage tot een goede scheiding/resolutie,
            • herkent de opstelling van een GC en HPLC toestel en kan de onderdelen benoemen,
            • omschrijft de gelijkenissen en verschillen van de GC en HPLC methode ,
            • legt de karakteristieken van een chromatografische bepaling uit ,
            • licht de Van Deemter vergelijking toe,
            • herkent een foutieve piekvorm of slechte resolutie in een chromatogram en kan hiervoor een mogelijke oorzaak geven,
            • omschrijft de begrippen; resolutie, scheiding correct en weet welke factoren bijdragen tot een goede resolutie en goede scheiding,
            • legt de berekeningsmethoden: 100% methode en externe standaardmethode uit ,
            • somt de voor en/of nadelen van beide methoden tov elkaar op,
            • interpreteert en verwerkt de resultaten van een gegeven chromatogram.

            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN


             
            Facet Basispakket fysica 2:
            • elektrische krachtwerking, elektrische potentiaal, spanning, geleiders en isolatoren, stroomsterkte,
            • wet van Ohm, eenvoudige stroomkring, serie- en parallelschakeling, 
            • spanningsbron, meten van spanning en stroom in een kring, inwendige weerstand van een spanningsbron,
            • elektrisch vermogen, zekeringen, de gevolgen van elektrische spanningen op het menselijk lichaam,
            • elektrische dipool, materie in een elektrisch veld (geleider, isolator,soorten isolatoren),
            • principe van elektroforese,
            • waaruit bestaat een eenvoudige stroomkring?
              hoe wordt elektrische spanning gemeten?
              hoe wordt elektrische stroom gemeten?
              hoe kunnen we brand vermijden bij toestellen waarin een kortsluiting plaatsgrijpt? (functie van een zekering),
            • geleidbaarheid van oplossingen, conductometrie, elektrolyse, wet van Faraday, amperometrie
            • galvanisch element, potentiometrie. 
               

            Facet Analysemethoden:

            • Deel 1: De groep (spectro)fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen namelijk de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt. In deze opdracht wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd.                                                                             Bij colorimetrische analyses gaan we de kleur gebruiken om kwalitatieve en kwantitatieve informatie te bekomen: ijklijnmethode en routinemethode. 
            • In deel 2 maakt kennis met de scheidings-en analysetechniek; chromatografie.                        Chromatografie is als scheidingsmethode belangrijk om allerlei storende stoffen te verwijderen en zo de kwaliteit van de analyse te verbeteren.  Deze techniek kan gebruikt worden voor de isolatie, identificatie en ook relatieve kwantificatie van eiwitten en andere biologische stoffen. Evenwel kan men voor een gelijktijdige bepaling van meer dan één stof in een complex mengsel terugvallen op de chromatografie.                                                                                Dit jaar wordt in theorie de basis en prinicipes van een goede chromatografische scheiding besproken.  Er wordt een duidelijke indeling in chromatografische methoden geschetst. 
               

            STUDIEMATERIAAL
            • nota's 'Fysica basispakket 2'-Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool 
            • lespresentaties, oefeningen, weblinks; …in de EDU-map op e-campus
            • cursus 'Analysemethoden' T en P van Reyniers Kathy 
            • Experimentele vaardigheden I -Reyniers K. ; ISBN 978 90 382 1611 9
            • ppt's op e-campus
            • Bb platform 1BL voor opdrachten  
            • zelfstudiepakket spectro op intranet
            • (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
            • bib: naslagwerken  ivm instrumentele chemie

            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             90

            %
            practicum en oefeningen:

              

            %

            vormen van groepsleren:

              10

            %
            Verdere toelichting:

            Groepsleren :

            Opdracht AAS tijdens een werkvelddag.

            evaluatie: bb-test (5%) en extra vraag op INT


            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen95%
            totaal cijfer examen5%

            • INT:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. 

            Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
            Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
               - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

            tijd voor examinering
            uren

            2 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            • INT:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. 

            Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
            Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
               - afwezigheid tijdens de werkcolleges en oefeningenlessen
               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
             
            INFORMATIE OVER DE FACETTEN

            Basispakket fyscia 2.

            Analysemethoden.

             

             
            Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 25/02/2013
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Labcluster Chemie 1
              
            O.O. heeft componenten:Neen
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100092
            Academiejaar:2012-2013
            Type:kern,
            Niveau:inleidend
            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Semester 1
            Contacturen:44
            Aantal studiepunten:6
            Totaal studietijd:156
            Examencontract:niet mogelijk
            Deliberatie:mogelijk
            Vrijstelling:mogelijk
            Onderwijstaal:
            Lector(en)Els Van Eyken
            Kathy Reyniers
            Roald Santens

             

            KORTE OMSCHRIJVING

            Tijdens de eerste praktijksessies leer je verdunningen  maken rekening houdend met de regels van het analytisch werken. 
             
            Alle handelingen worden correct genoteerd in een labschrift.
            Adhv eenvoudige verslagen kan je je verworven labvaardigheden verwoorden.
            Zuur/base- en redoxtitraties worden uitgevoerd als toepassing op het uitschrijven van chemische reacties en stoechiometrie.

            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • BL02 Toont zich leergierig en bereid tot leren.
            • BL04 Gaat constructief om met kritiek.
            • BL14 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten).
            • BL15 Verwittigt bij afwezigheden.
            • BL16 Respecteert deadlines/afspraken.
            • BL17 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan.
            • BL21 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn.
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • BL29 Structureert informatie op een overzichtelijke manier.
            • BL30 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem.
            • BL34 Evalueert resultaten kritisch.
            • BL35 Verzamelt gegevens en/of meetresultaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving".
            • BL37 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies.
            • BL40 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten.
            • BL41 Bereidt taken systematisch voor.
            • BL42 Organiseert het werk in een efficiënte planning.
            • BL46 Heeft aandacht voor orde en netheid.
            • BL47 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving".
            • BL48 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie.
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN


              Gebruikt eenheden correct en rekent  met deze eenheden,
              Voert concentratieberekeningen uit ,
              Voert eenvoudige stoechiometrische berekeningen uit ,
              Berekent en maakt oplossingen en verdunningen, 
              Weet hoe hij een laboschrift moet bijhouden en hoe een verslag gemaakt moet worden.

              Na deze lessenreeks beheerst de student volgende laboratoriumtechnieken : 
              - het gebruik van balansen,                                                                          
              - keuze en het hanteren van het gepaste volumetrisch glaswerk,                
              - nauwkeurig afwegen,                                                                                  
              - nauwkeurig een verdunningsreeks maken ,
              - manuele titraties: eenvoudige zuur-base en redoxtitraties.
               


              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
              Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Chemie 1

              Andere begincompetenties
              Gebruik van computer: word en excel.
              LEERINHOUDEN
              • Concentratierekenen,
              • Verdunningsvraagstukken,
              • Basisregels analytisch werken in een labo,
              • Maken van oplossingen van verschillende concentraties,
              • Toepassingen zuur-base evenwichten (zuur-base titraties),
              • Toepassingen redoxevenwichten (redoxtitraties).



              STUDIEMATERIAAL
              • Experimentele vaardigheden deel 1 – Kathy Reyniers - ISBN 978 90 382 1611 9
              • E-campus: P:\Educatie\Lector aan Student\LV\opleiding_BL\1BL  ppt's en extra oefeningen 
              • Labnota's Titraties -Reyniers Kathy


              WERKVORMEN
              Soort werkvorm    
              hoor- en werkcolleges:

               

              %
              practicum en oefeningen:

                100

              %

              vormen van groepsleren:

                

              %
              Verdere toelichting:

              Basiskennis analytisch werk: Per 2 (max 3) studenten.
              Titraties: Individueel werken.

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen60%
              totaal cijfer examen40%

              • Permanente evaluatie tijdens het practicum (10%)

              1.      permanente evaluatie van lab-opdrachten,
              2.      korte toetsen over parate kennis en vraagstukken,
              3.      controle van de voorbereiding van de practica. Mogelijkheid tot sanctie bij onvoldoende voorbereiding: Studenten die een opdracht niet voorbereid hebben kunnen uitgesloten worden van uitvoering van die opdracht,
              4.      controle op het correct gebruik van het labschrift.
              • Verslagen (10%)
              • Labexamen (20%):  werk 5%, verslag 5% en eindresultaat 10%
              • Schriftelijke toets INT (60%)


              Conform artikel 55 van het OER kan voor dit opleidingsonderdeel de beoordeling “Fail” (code “F”)  toegekend worden volgens onderstaande criteria:
              1.      afwezigheid,
              2.      niet uitvoeren van de opgelegde taken,
              3.      niet afgeven van de gevraagde opdrachten,
              4.      niet verwerven van de vooropgestelde competenties .


              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator.

               


              tijd voor examinering
              uren

              2 

              Tweede examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen60%
              totaal cijfer examen40%

              • Enkel het INT- schriftelijk examen (60%).
              • De overige verworven punten   1° examenperiode blijven behouden (40%).

                 
               
               
              Uiterste datum teruggave leerkrediet bij uitschrijving: 10/10/2012